Afrika heeft de Big Five. En in aanloop naar de verkiezingen heeft Nederland ook zijn Grote Vijf: het Koninklijk Huis, de hoge inkomens, bedrijven, vermogenden en ondernemers.
Laat de Koning maar betalen (PVV). Laat de robots maar betalen (VVD). Laat Netflix maar betalen (GroenLinks). Met de verkiezingen in zicht hebben politieke partijen van links tot rechts grootse plannen om sterker uit de crisis te komen. De rekening gaat naar de ‘superrijken’, naar de ‘grote bedrijven’, en naar het midden- en kleinbedrijf met vet op de botten. De verkiezingsprogramma’s zijn daarover opmerkelijk eensgezind.
De VVD richt zich met het verkiezingsprogramma op de middeninkomens. Die kunnen lagere belastingen tegemoetzien door onder meer de middeninkomens-korting. Ook gaan de middeninkomens een hogere overheidsbijdrage in de kinderopvang krijgen. En als de overheid weet te besparen op bijvoorbeeld de zorgkosten, dan gaat dat automatisch naar lastenverlichting voor middeninkomens.
Wie voor die lastenverlichting moet opdraaien, blijkt niet duidelijk uit het verkiezingsprogramma. Er wordt bezuinigd op ontwikkelingshulp, en verder moeten de overheidsfinanciën na de coronacrisis in een rustig tempo op orde worden gebracht, ‘zonder het economisch herstel onnodig te schaden’.
Weinig meer te kiezen
Dat is opvallend. Want tijdens de vorige crisis was er nog grote verdeeldheid over de uit het lood geslagen overheidsfinanciën. Het was zelfs hét verkiezingsthema in 2012. Wordt er hervormd en bezuinigd, zoals VVD-leider Mark Rutte wilde? Niet doorschuiven maar aanpakken heette het VVD-verkiezingsprogramma. Of laten we de boel op zijn beloop om de economie niet te schaden, zoals PvdA-leider Diederik Samsom bepleitte?
Rutte won die verkiezingen, maar negen jaar later gaat hij met Samsoms programma de verkiezingsstrijd in. Het woord ‘bezuinigen’ komt slechts vier keer voor in het verkiezingsprogramma van de VVD, telkens vergezeld door het woord ‘niet’. ‘Er wordt dus niet direct bezuinigd om begrotingstekorten weg te werken.’
Dat is niet vanzelfsprekend. Juist doordat de overheid de afgelopen jaren haar begroting op orde had gebracht en al jaren geld overhoudt, is de schuld hard gedaald. Daardoor kon Nederland tijdens de coronacrisis een van de royaalste steunprogramma’s van het continent over het land uitstrooien: 61 miljard euro in 2020 en 2021 samen, volgens het ministerie van Financiën.
De wijze onderkoning Jozef
Of, zoals de ChristenUnie het in het verkiezingsprogramma opschrijft: ‘Dankzij beleid in de geest van de wijze onderkoning Jozef in de jaren daarvoor, konden na jaren van verzamelen de deuren van de graanschuren van het ministerie van Financiën worden geopend.’
De PVV deelt uit. Geen eigen risico meer in de zorg, de AOW-leeftijd gaat terug naar 65 jaar. De huren gaan omlaag, net als de energierekening. De btw op boodschappen daalt, en ‘handen af van de hypotheekrenteaftrek’. Daarnaast wil de PVV tienduizenden zorgmedewerkers en politie-agenten aannemen. Die kunnen ook nog eens een salarisverhoging tegemoetzien.
Maar waar betaalt de PVV dit weggeeffeest van tientallen miljarden euro’s per jaar van – naast de geijkte bezuinigingen op publieke omroep en ontwikkelingshulp? De partij hoopt op meer belastinginkomsten door meer economische groei. En blijkt dat niet voldoende, dan ‘laten we desnoods de staatsschuld nog wat verder oplopen’.
Reden genoeg om snel weer naar dat beleid terug te keren, zou je denken, om een volgende crisis het hoofd te kunnen bieden. Maar politici blijken een andere ‘les’ te hebben getrokken uit de coronacrisis: de staat moet een veel grotere rol gaan spelen in de economie. ‘De coronacrisis laat zien hoe kwetsbaar we zijn als we te veel overlaten aan de grillen van de markt en het marktdenken. Hoe essentieel het is dat de overheid steun geeft aan mensen die hun baan dreigen te verliezen,’ vat de PvdA het sentiment samen. Lex Hoogduin, hoogleraar economie aan de Rijksuniversiteit Groningen, constateert een ‘armoedig politiek landschap’ op dit punt (zie het interview onderaan dit artikel).
Het komt niet helemaal uit de lucht vallen. Het huidige demissionaire, centrum-rechtse kabinet verhoogde in zijn Regeerakkoord ook al de overheidsuitgaven met structureel 9 miljard euro, terwijl de belastingen per saldo nauwelijks werden verlaagd. En doordat de Europese Centrale Bank de rente onder nul heeft geduwd, lijkt elke prikkel verdwenen om de overheidsfinanciën op orde te brengen.
Meer geld naar alles
Dus zijn de verlanglijstjes van politici ditmaal extra lang. Er moet meer geld naar de zorg, meer naar de politie, meer naar het onderwijs. En oh ja: natuurlijk krijgen de meeste kiezers een belastingverlaging voorgehouden. Veel discussie hoeft dat in de lijsttrekkersdebatten niet op te leveren, want in grote lijnen is iedereen het daarover eens. Terwijl het Centraal Planbureau (CPB) toch geen vrolijk beeld schetst van de overheidsfinanciën.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen