Hoe stabiel zijn crypto’s die zich ‘stablecoins’ noemen?

Cryptokoorts. Foto: iStock.

Nu de bitcoin op haar retour is, is er een nieuwe rage: de stablecoin. Die zou het beste van twee werelden bieden: hip zijn mét een stabiele koers. Maar hoe stabiel is een munt die zichzelf stabiel noemt?

Eén bitcoin was in april nog meer dan 60.000 dollar (bijna 51.000 euro) waard, inmiddels is daar de helft van overgebleven. Leuk voor de mensen die een jaar eerder waren ingestapt voor minder dan 10.000 dollar (8.500 euro) en op het hoogtepunt uitstapten. Minder leuk voor de mensen die op de top kochten. Een cryptomunt die belooft hip en innovatief te zijn en waarmee je niet zulke grote verliezen kunt lijden, zou dus een gat in de markt kunnen betekenen.

Aan de andere kant: veel mensen kopen cryptomunten in de hoop op flinke winsten, dat kan bij stablecoins dan weer niet. Ze zijn het stille, rustige broertje van bitcoin dat een brug moet vormen met ‘gewoon’ geld. Bekende stablecoins zijn de Gemini Dollar en Paxos.

1.Zijn stablecoins een nieuwe vinding?

Er zijn in de geschiedenis tal van voorbeelden van munten die zichzelf ‘stabiel’ wilden maken door zichzelf te koppelen aan een zeer geloofwaardige munt. Befaamd zijn de Argentijnen die in de jaren negentig beloofden dat elke peso altijd in te ruilen was voor 1 dollar. Maar als investeerders eenmaal aanvoelen dat de dollars in de kluis opraken, gaan zij toch speculeren op een koersdaling en is de koppeling niet langer houdbaar. Wie nog peso’s heeft, is de pineut als iedereen tegelijkertijd de uitgang zoekt. De peso-dollar-koppeling hield zo’n tien jaar stand.

Een ander bekend voorbeeld is het Britse pond, dat in de jaren negentig de koppeling met andere Europese munten moest loslaten nadat onder anderen de Hongaars-Amerikaanse zakenman George Soros op grote schaal erop speculeerde dat de Britten de koppeling niet zouden kunnen volhouden. Zelfs de dollar moest zijn koppeling met goud opgeven.

2.Zijn de stablecoins dus gedoemd te mislukken?

Zowel Gemini Dollar als Paxos gaat ervanuit dat hun munt volledig ‘gebackt’ is met dollars. Voor de 231 miljoen Gemini Dollars staan werkelijk 231 miljoen dollars op een bankrekening, bezweert directeur Cameron Winklevoss. Samen met zijn tweelingbroer vergaarde hij zijn eerste vermogen met een belang in Facebook, om dat vervolgens nog eens te verveelvoudigen door in een zeer vroeg stadium in cryptovaluta’s te investeren. Financieel toezichthouders kijken bovendien met hen mee in Amerika, dus de kans is groot dat hun claim klopt.

Ook Paxos zegt dat er 840 miljoen dollars in kas zijn voor alle 840 miljoen Paxos-munten. De Gemini Dollars en Paxos zijn dus een beetje alsof je je spullen in een kluisje in het zwembad legt, en die er elk moment kunt uithalen als je weer weg wilt.

3.Waarom zou je ‘gewoon’ geld inwisselen in stablecoin?

Dat doe je alleen als ze voordelen bieden. Als je er sneller, of veiliger mee kunt betalen bijvoorbeeld. Of als er extra diensten aan zijn gekoppeld, zoals een ingebouwd koopcontract voor bepaalde producten. Beide munten beloven dergelijke extra’s. Zoals pijlsnelle transacties (Gemini). Of de zekerheid dat je grondstoffen precies op het moment van levering betaalt, waardoor beide partijen minder risico lopen dat de ander zijn verplichtingen niet nakomt (Paxos).

En voor die diensten moet je dan weer betalen – zou je zeggen. Of je nu een euro overmaakt naar een andere bank, of een Gemini Dollar koopt, kostenloos is het niet, omdat er een hele digitale infrastructuur voor moet worden opgetuigd. Een bankrekening kost geld, maar dollars omruilen in Gemini Dollars is gratis.

Voor veel andere diensten moet je wel betalen, maar net als bij veel andere snelgroeiende techbedrijven blijft het de vraag of het kostendekkend is. De Gemini Dollar kan steunen op de diepe zakken van de Winklevossen en Paxos haalde recent honderden miljoenen dollars groeigeld op bij investeerders, waaronder PayPal. De vraag is natuurlijk: hoe stabiel ben je, als je teert op andermans zak?

4.Wat vinden financieel toezichthouders hier eigenlijk van?

Die beginnen een beetje zenuwachtig te worden. Hoe weet je zeker dat een stablecoin stabiel is? De Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen wil dat er snel betere regels komen, omdat steeds meer mensen stablecoins kopen.

De Europese Centrale Bank (ECB) waarschuwde eind vorig jaar al voor de ‘twee zijden van de stablecoin’. Ze kunnen heel nuttig zijn, als breekijzer om het betaalsysteem te verbeteren. Maar als te veel mensen overstappen, ontstaat er een parallel betaalsysteem. En wie zegt dat de Winklevossen en Paxos het net zo goed kunnen als de banken? Dat hun systeem net zo weinig storingen kent, de privacy van consumenten net zo goed waarborgt, én dat het niet het slachtoffer kan worden van een ‘bankoverval’?

Logisch dus dat toezichthouders zich zorgen maken. In Nederland zal het zo’n vaart niet lopen. De grootbanken hebben al ‘instant payments’ ingevoerd, waardoor geld direct wordt overgemaakt naar de begunstigde. Daarvoor hoef je als Nederlander dus geen Gemini Dollar te kopen. Maar in Amerika belandden de gigantische coronasteunpakketten voor de bevolking nog met papieren cheques in de brievenbus. Daar is wel degelijk nog veel te winnen.

De ECB intussen wacht de ontwikkelingen niet af. Die kondigde eerder deze maand aan met haar eigen digitale euro te komen. Eigenlijk ook een soort stablecoin, maar dan van dezelfde partij die ook de bankbiljetten drukt. Een digitale euro is gewoon een euro, je hoeft hem niet om te ruilen, zoals bijvoorbeeld de Gemini Dollar in een echte dollar. Als zij net zo innovatief weten te werken als de pioniers, dan krijgen de stablecoins er een geduchte concurrent bij.