Nederland wil van het gas af: een operatie die volgens plan in 2050 is afgerond. Wat te doen als uw huidige gasketel het begeeft? Gewoon een nieuwe kopen of alvast voorbereidingen treffen voor het gasloze tijdperk?
1. Wat gaat uw gemeente doen?
Een goed onderhouden gasketel gaat vijftien tot achttien jaar mee, zegt John Kersemakers (58), bouwkundig specialist bij Vereniging Eigen Huis (VEH). In die zin is het dus volstrekt logisch om een versleten ketel gewoon te vervangen door een nieuwe, aangezien die ruim voor het begin van het gasloze tijdperk alweer is uitgebrand.
Lees de blog van Marijn Jongsma Hogere energieprijzen jagen de inflatie op
Maar de VEH krijgt momenteel veel telefoontjes van leden die zich zorgen maken over de hoge gasprijs. Die jaagt niet alleen de gasrekening op, maar kan ook de investeringen in alternatieven versnellen. In concreto: wat als mijn buurt eerder van het gas afgaat en wordt aangesloten op een warmtenetwerk dat gebruikmaakt van bijvoorbeeld restwarmte van naburige industrie? Dan is de investering in een nieuwe ketel zonde van het geld.
Elk jaar worden er zo’n 420.000 particuliere gasketels vervangen, weet Arthur van Schayk, directeur van marktleider Remeha. ‘Je moet allereerst weten wat de lokale overheid gaat doen. Het kan zijn dat er een warmtenet komt, of een waterstofnet. Met een warmtenet ben je wel tien tot vijftien jaar bezig. Het is ook niet altijd haalbaar, bewoners protesteren omdat de boel langdurig open ligt. Maar hoe dan ook: er zal een deel door warmtenetten worden ingevuld. Wij denken: 10 procent. Dat klinkt misschien niet als veel, maar het is wel een verdubbeling in vijftien jaar tijd.’
Kersemakers: ‘De overheid worstelt ermee, heel vlot loopt het niet.’ Heeft uw gemeente nog geen besluit genomen, dan zit er niets anders op dan vervangen.
2. Waarvoor is uw huis geschikt?
De logische vervolgvraag is dan: koop ik weer gewoon een standaardketel of ga ik voor de meer duurzame oplossing? Het antwoord op die vraag hangt sterk af van het type huis, benadrukt Kersemakers. Een traditionele cv-ketel geeft een hoge warmte af, waardoor zelfs een slecht geïsoleerd, monumentaal grachtenpand prima warm te stoken is – al levert dat een gepeperde rekening op.
Lees meer over de werking van de warmtepomp: icoon van de energietransitie
Een van de milieuvriendelijkste oplossingen is de aanleg van een volledig elektrische warmtepomp, die de benodigde warmte uit de lucht of de bodem haalt. Maar zo’n pomp is niet voor elk huis geschikt, omdat de temperatuur van het afgegeven water relatief laag is. Daarmee is de warmtepomp ideaal voor ‘langzame’ verwarming met een groot oppervlak, zoals vloerverwarming. Maar dat werkt alleen in perfect geïsoleerde (nieuwbouw)huizen die deze lauwe warmte kunnen vasthouden.
Bij Remeha verwachten ze komende jaren veel van een tussenoplossing: de hybride installatie (zie ‘De hybride oplossing’). Een ‘buitenunit’ verwarmt aangetrokken buitenlucht als een soort omgekeerde airco en doet dat tegen lagere kosten dan een gasketel. Wordt het te koud, dan is verwarming met gas efficiënter en schakelt de installatie automatisch de ketel in. Kersemakers: ‘Meestal wordt op gas gestookt als de buitentemperatuur onder de 7 graden daalt. Je hebt twee à drie maanden per jaar de gaskachel nodig. Naar schatting verstook je tot 70 procent minder gas.’
De bouwspecialist denkt dat de komende decennia niet voor één oplossing wordt gekozen. ‘Mijn vermoeden: wijken met oude huizen, zoals het centrum van Amsterdam, gaan over op waterstof en de modernste huizen op de elektrische warmtepomp. Alles ertussenin wordt hybride.’ Remeha houdt al rekening met de komst van waterstofnetten door nieuwe ketels aan te bieden die, naast gas, geschikt zijn voor waterstof (volledig of bijmenging).
Een klant kan straks ook kiezen voor een hybride systeem waarbij de ketel op zowel gas als waterstof kan draaien. ‘Zo houd je alle opties open,’ zegt Van Schayk. Aan de hybride installatie kleeft één praktisch nadeel: de elektrische buitenunit maakt geluid en leidt in bepaalde gevallen dus tot hinder. Een kap kan dat dempen, maar vermindert de efficiëntie. ‘In de nieuwste technieken is er geen buitenunit meer nodig, maar dat gaat nog wel even duren.’
3. Hoe snel verdient u groene investeringen terug?
Een hybride warmtepomp verbruikt minder gas en meer elektriciteit. De rekensommetjes hangen dus sterk af van de ontwikkeling van de gas- en de elektriciteitsprijs en pakken voor de eigenaren van zonnepanelen nog weer anders uit. Volgens VEH zal de overheid op de langere termijn aansturen op een verhoging van de gasprijs ten opzichte van de elektriciteitsprijs, om zo de terugverdientijd van warmtepompen te verkorten.
Lees ook: Raken we ooit van aardgas los?
Feit: een moderne gasketel kost maximaal 2.500 euro en vergt dus de kleinste initiële investering. Wie kiest voor een hybride installatie moet daar 4.000 tot 5.000 euro bij optellen, zegt Remeha. In dat bedrag zijn de subsidies al meegenomen. Van Schayk: ‘Vorig jaar, toen gas veel goedkoper was, was de gemiddelde terugverdientijd van een hybride installatie rond de zeven jaar.’
Een minderheid zal ervoor kiezen nu al ‘volledig elektrisch’ te gaan verwarmen, schat de VEH in. Kersemakers: ‘De kosten daarvan zijn tussen de 6.500 en 20.000 euro. Je hebt vloerverwarming nodig, of speciale radiatoren die met ventilatoren de warmte actief verspreiden. En heel goed isoleren, waarbij je weer moet letten op voldoende ventilatie.’