Vanuit het Overijsselse Genemuiden leidt de derde generatie Groothuis Bouwgroep. De omgeving is een rijke voedingsbodem voor het bedrijf. ‘De gemeenschapszin is groot. We gunnen elkaar de groei.’
De familie Groothuis is totaal verknocht aan Genemuiden, het prachtige stadje aan het Zwarte Water in Overijssel. Bert Jan (41) begint aan een lofzang. ‘Als je hier eenmaal geboren bent en opgroeit…’ Henk (66) neemt het over: ‘Dan wil je niet meer weg.’ Groothuis Bouwgroep had eens een dochterbedrijf met kantoor in het Zuid-Hollandse Katwijk, later Waddinxveen. Eigenlijk moest er een familielid naartoe, vonden ze. Wim (49): ‘We hebben rondgevraagd: wie wil? Niemand stak de vinger op.’ Het bedrijf werd mede daarom later verkocht. Claudi (43): ‘Genemuiden is de basis, onze bakermat.’
In een vergaderzaal in het hoofdkantoor zijn drie leden van de familie fysiek aanwezig: algemeen directeur Claudi en haar neven Wim en Bert Jan. Claudi’s broer Jeroen (41) zit de laatste dag van zijn corona-quarantaine thuis uit en is er online bij. Zo ook de broers Siebren (73) en Henk. De eerste is de vader van Wim en Bert Jan, de tweede van Claudi en Jeroen. Ze vormen de tweede en derde generatie van de in 1959 door Willem en Trijn Groothuis opgerichte onderneming.
Gepiep, gekraak, echo’s, microfoons die aan en uit gaan en zes familieleden die af en toe door elkaar heen praten – het groepsgesprek verloopt ietwat chaotisch. Vrolijk is het ook. De familie is goedlachs. Van de derde generatie zijn de twee oudsten, Claudi en Wim, het vaakst aan het woord. Bert Jan is de man van de afsluitende mededelingen. Als Claudi vertelt dat ze ‘journalist, archeoloog, zendeling of een combinatie daarvan’ wilde worden, zegt hij: ‘Kan allemaal nog. Ze is hartstikke jong.’
Siebren en Henk luisteren vooral instemmend toe. Ze zijn al een poos met pensioen, hebben geen functies meer en hun aandelen droegen ze over aan de vier kinderen. Inhoudelijk hebben ze zich sinds hun vertrek, zeggen hun opvolgers, niet meer met zaken bemoeid. Claudi: ‘Onze pa’s hebben ons alle ruimte gegeven om onze visie voor het bedrijf uit te voeren.’ Ze komen wel bij de jaarvergadering van aandeelhouders, maar dat heeft, stelt Claudi, ‘een informatief karakter’.
Henk: ‘Claudi vertelde net dat het bedrijf bij ons het derde kind aan tafel was. Zo is het niet meer, maar als we thuis samen zitten met de kinderen, wordt er natuurlijk wel over het bedrijf gepraat.’ Of de kinderen alles goed doen? Siebren: ‘Ze doen het goed. Alles kan niet. Dat deden Henk en ik ook niet. Maar ik ben trots op ze.’ Henk: ‘En we zijn dankbaar. Het is prachtig mooi de kinderen hier aan het werk te hebben en te zien hoe dat allemaal gaat.’
Een rijke voedingsbodem voor Groothuis
Genemuiden en de directe omgeving, nog net in de Bijbelgordel, zijn een rijke voedingsbodem voor Groothuis Bouwgroep. Altijd geweest. Wim: ‘De gemeenschapszin is groot. Er zijn hier veel familiebedrijven. De mentaliteit is dat je elkaar de groei gunt.’ Claudi: ‘Het ondernemende karakter van de lokale tapijtindustrie heeft ons in de jaren zeventig de kans geboden om ons als bouwer te kunnen ontwikkelen. Net als de grote veevoederbedrijven dat hebben gedaan. Ik kijk even naar onze pa’s.’ Siebren: ‘Ik wil toevoegen dat we onze groei bovenal aan de agrariërs danken. Door de ruilverkaveling van begin jaren zeventig gingen veel boeren nieuwe boerderijen en stallen bouwen. Onze moeder kwam uit een boerenfamilie. Die familie heeft een belangrijke rol gespeeld.’
Timmerman Willem Groothuis begon in 1959 met een werkplaats op het erf van zijn schoonouders. ‘Opa was de vakman,’ vertelt Claudi. ‘Het ondernemerschap en de moed kwamen van oma. In onze familie wordt gekeken naar ieders talenten, ook die van de vrouwen. Oma trad niet op de voorgrond, maar was complementair aan opa. Dat is in onze generatie ook zo. Dat is onze kracht.’
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
Siebren was vijftien en net klaar met de ambachtsschool in Zwolle, toen hij bij het familiebedrijf begon. Dat was in 1963. ‘Ik heb nooit gedacht: ik ga iets anders doen. Na Zwolle heb ik op de avondschool in Meppel de opleiding tot aannemer gedaan. Onze pa werd in 1967 ziek. Vanaf dat moment had ik de leiding. De eerste metselaar was net aangenomen. In 1971 heb ik het bedrijf al overgenomen. Later zijn mijn broers erbij gekomen.’
Eerst kwam Wim. Die zou later, midden jaren zeventig, zijn eigen pad kiezen. Groothuis had een onderneming overgenomen in het naburige Sint Jansklooster. Daar kon doener Wim meewerkend directeur worden. Dat wilde hij graag. Siebren: ‘Op een bepaald moment hebben Henk en ik hem uitgekocht.’
Henk was vlak daarvoor bij het bedrijf begonnen. ‘Ik was negentien. Anders dan Siebren en Wim, mocht ik doorleren van mijn ouders. Ik heb eerst de ulo gedaan, later de meao in Zwolle. Toen ik daarmee klaar was, zei Siebren: “Wat wil jij gaan doen? Onze pa wil dat jij ook in het bedrijf komt.”’ Zo geschiedde.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen