Energiepaniek! Op maandag 5 september steeg de gasprijs met nog eens 30 procent. Europese leiders zien met angst en beven een winter tegemoet waarin de industrie stilvalt en burgers worden geconfronteerd met kou en zelfs voedselschaarste (brood!). Wat doet ‘Europa’ om een grotere crisis te voorkomen? Vier opties.
Op vrijdag 9 september is in Brussel een belangrijke ontmoeting gepland van de Europese ministers voor Energie. Voor D66-minister Rob Jetten is het een soort tussenlanding. Vorige week was hij op Bali voor een G20-bijeenkomst. Op 20 september vliegt hij naar het Amerikaanse Pittsburgh voor een Global Clean Energy Forum. Hij mist daardoor de Algemene Politieke Beschouwingen.
Luister ook de podcast BruXL met EU-correspondent René van Rijckevorsel:
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Vrijdag presenteert de Europese Commissie eindelijk – en te laat volgens velen, zoals Raadsvoorzitter Charles Michel – aan de 27 EU-ministers, onder wie dus Jetten, de uitgewerkte voorstellen om de Europese energieprijzen te drukken.
Alles om te voorkomen dat energie deze winter helemaal onbetaalbaar is, nu de Russen veel minder of zelfs helemaal geen gas meer leveren. Tot nu toe speelde de Commissie slechts een rol bij het op peil brengen van de EU-gasvoorraden en stelde zij voor om 15 procent minder gas te verbruiken.
Begin oktober – ja, dan pas – is er een extra top van regeringsleiders om de Europese energiepaniek definitief te bezweren. De Commissie heeft grofweg vier mogelijkheden uitgewerkt om iets aan de prijzen te doen.
1. Zwaarder belasten van de energiebedrijven
De eerste is het zwaarder belasten van de energiebedrijven die nu extra verdienen aan de hoge prijzen en dat geld teruggeven aan de burger. De leden van het Europees Parlement hebben al in mei hiertoe opgeroepen: een windfall tax op de winsten van energiebedrijven.
Lees ook: Prijsplafond voor gas is een slecht idee
Een windfall tax is een belasting die wordt geheven op bedrijven die een aanzienlijke stijging van hun inkomsten genereren als gevolg van omstandigheden of gebeurtenissen waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn. Sommige landen heffen al zo’n soort belasting, zoals Italië, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk. De Commissie heeft in maart ook al geopperd dat lidstaten deze belasting heffen.
2. Een prijsplafond voor energieprijzen
De tweede is een prijsplafond, een cap. Daarbij stelt de Europese Unie een maximum te betalen prijs vast voor de aankoop van gas en elektriciteit. Nadeel is dat je je met zo’n plafond buiten de orde plaatst. Landen als Qatar, Algerije en Amerikaanse bedrijven zullen niet zijn geneigd om hun gas onder de wereldhandelsprijs aan de Europese Unie te verkopen.
Zo’n prijsplafond kan ook door overheden worden gegarandeerd. Als de handelsprijs erboven komt, compenseert de overheid voor de burger het verschil. Sommige lidstaten, waaronder Frankrijk, hebben al een cap aangekondigd. De consumenten- en producentenprijs (da bakkers!) blijft dan kunstmatig laag. Nadeel is dat een land daarvoor belastinggeld moet gebruiken of geld moet lenen (en dat moeten volgende generaties dan terugbetalen).
3. Loskoppelen van de elektriciteitsprijs en gasprijs
Derde mogelijkheid is het loskoppelen van de elektriciteitsprijs en de gasprijs. Dat maakt elektriciteit die niet door gas wordt opgewekt (kernenergie, kolen, wind, zon, water) veel goedkoper.
Dit lijkt een logische maatregel, waarop weinig is af te dingen. De koppeling van de twee prijzen is kunstmatig en geen onontkoombaar gegeven.
4. Gezamenlijke EU-inkoop van gas
Vierde optie is gezamenlijke EU-inkoop van gas, net zoals dat met corona-vaccins succesvol gebeurde. Tot nu toe sluiten lidstaten vooral bilateraal contracten af. Hongarije heeft zelfs lucratieve gasafpraken gemaakt met Moskou.
Ook dit is een idee dat al lang stof ligt te vangen. Al in maart deed de Commissie een oproep, die voortkwam uit een idee van de Belgische premier Alexander De Croo en de toenmalige Italiaanse premier Mario Draghi.
Lees meer over de hoge energieprijzen: Wordt stroom een luxeproduct?
Gezamenlijke inkoop voorkomt ook dat lidstaten bijvoorbeeld in Qatar – geen fijn land als het gaat om mensenrechten, maar het is tenminste geen buurland binnengevallen – en in de Verenigde Staten tegen elkaar opbieden voor dezelfde voorraden.
Nadeel: er dreigen zo weer nationale bevoegdheden naar de Europese Unie te gaan, waardoor de EU nog machtiger kan worden.
Gevoelig: verlaag of schrap de CO2-heffingen voor de industrie
Wat daarnaast ook kan, is kijken naar de CO2-beprijzing voor producenten. Dat is wel een gevoelig puntje voor Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, die de energietransitie tot een van haar twee speerpunten heeft gemaakt. Maar er gaan stemmen op om toch echt iets te doen aan de CO2-heffingen voor de industrie, die ook elektriciteitsbedrijven moeten betalen.
Deze heffingen worden in de consumentenprijs meegenomen uiteraard. De Europese Unie hanteert een eigen systeem van heffingen, ETS, het emissie-handelssysteem. Bedrijven moeten CO2-uitstootrechten kopen en kunnen die verhandelen als ze die niet gebruiken.
De Nederlandse overheid heft daarbovenop ook nog eens een eigen, nationale, belasting over CO2-uitstoot. De heffing houdt in dat industriële bedrijven die veel CO2 uitstoten, sinds 2021 belasting betalen over het teveel dat zij aan uitstoot produceren. De reden dat de Nederlandse CO2-heffing naast de ETS bestaat, is dat het kabinet vindt dat de ETS niet voldoende bijdraagt aan de doelen van het Klimaatakkoord. Al die heffingen komen boven op de exorbitante prijzen die de markt dicteert.