De meeste agrarische ondernemers hebben dieren, blijkt uit de cijfers van het rapport Wat wel kan van bemiddelaar Johan Remkes. Het rapport laat zien hoe de sector er in vogelvlucht uitziet.
In totaal zijn er 52.500 boeren, zoals veehouders, akkerbouwers en tuinbouwers. De veehouders zijn in de meerderheid met 25.000 boeren. Van hen zijn er 14.500 melkveehouder, 5.500 veehouders hebben een ‘intensief’ bedrijf, waar bijvoorbeeld varkens, koeien, kippen of geiten worden gehouden op een klein stukje grond.
Het merendeel van de boeren heeft geen opvolger
Het merendeel van de boeren (70 procent) is ouder dan 50 jaar en van hen heeft meer dan de helft geen opvolger. In totaal gaat het om 20.000 bedrijven die een onzekere toekomst hebben, omdat er geen erfgenamen zijn die interesse hebben in een overname.
Lees deze blog van Constanteyn Roelofs: Boeren gekleineerd en gemanipuleerd door Haagse communicatie
De toenemende wet- en regelgeving en de lagere opbrengst en waardering uit de samenleving zullen het enthousiasme bij de nieuwe generatie boeren niet aanwakkeren. De natuurlijke afname van het aantal agrarische ondernemers bedraagt zo’n 3 procent per jaar. Blijft dat zo, dan zijn er over tien jaar nog ongeveer 35.000 agrarische ondernemers over. Wat niet betekent dat de veestapel ook in die mate afneemt: een veeboer houdt steeds meer dieren.
De helft van de boeren heeft nevenactiviteiten, zoals een camping, kinderopvang of winkel, maar de opbrengsten daarvan zijn laag. Om het beroep nog aantrekkelijk te houden voor de opvolgers, is het geven van inkomensperspectief cruciaal.