Buitink moet olie uitfaseren in grootste raffinaderij van EU

Shell-veteraan Pauline Buitink moet uitdagende projecten van de grond krijgen

Pauline Buitink gaat per 1 december Shell Pernis leiden. Wie is zij?

Buitink heeft een carrière zoals je die zou verwachten van iemand die hoog in de boom zit bij Shell. Ze studeerde chemische technologie bij de Technische Universiteit Delft en werkt sindsdien al haar hele leven bij de olie- en gasreus.

In die dertig jaar ging ze voor Shell de halve wereld rond. Ze werkte een paar jaar in China, Nederland en ook vele jaren in Qatar. Daar werkte ze aan het paradepaardje van Shell: Pearl, het bijna 20 miljard dollar kostende gas-to-liquids-project dat Shell samen met ­Qatar ontwikkelde. Daar wordt het in Qatar ruimschoots voorradige gas omgezet in hoogwaardige producten als kerosine voor vliegtuigen en nafta voor de petrochemische industrie. De afgelopen jaren werkte ze in Canada, om nu dus de leiding over te nemen van Europa’s grootste raffinaderij: Shell Pernis.

Zijn oliebedrijven en raffinaderijen niet typisch mannenbolwerken?

Karen de Lathouder

Lees het interview met de baas van BP’s raffinaderij in Rotterdam Karen de Lathouder: ‘Ik wil vooroplopen in de energietransitie’

Das war einmal. Marjan van Loon is al bijna zeven jaar de baas van Shell Nederland, een belangrijke dochtermaatschappij die miljarden mag investeren in de energietransitie. En vorig jaar werd Karen de Lathouder – die dezelfde studie deed als Buitink – de baas van BP’s raffinaderij in Rotterdam, de een-na-grootste van Europa. Na vele decennia waarin mannen het fossiele bouwwerk hebben opgetuigd, is het nu aan vrouwen om te leiding te nemen over de transitie naar meer duurzaamheid.

Is er nog wel toekomst voor raffinaderijen als ‘we’ van olie af moeten?

Ja en nee. Shell heeft zelf ook door dat het niet eeuwig kan doorgaan met wat het al deed. ‘Ik ga geen fossiele fabriek meer openen op Pernis, maar er nog wel een paar sluiten,’ zei Buitinks voorganger bij Pernis, Jos van Winsen, vorig jaar tegen EW.

Maar de bestaande kennis en infrastructuur zijn daarmee niet waardeloos. Shell zette vorig jaar op het terrein van Pernis een biobrandstoffenfabriek neer die uit onder meer frituurvet biokerosine voor vliegtuigen kan maken. Dit jaar kondigde Shell aan op de Tweede Maasvlakte een grote waterstoffabriek te bouwen. Die waterstof moet weer dienen om de processen op Pernis te verduurzamen. Daarnaast doet Shell mee in het Porthos-project om CO2 die vrijkomt op Pernis af te vangen en onder de zeebodem in lege gasvelden te stoppen.

Klinkt alsof Buitink in een gespreid bedje terechtkomt?

Nou nee. Het Porthos-project speelde recent een hoofdrol in het van tafel vegen van de bouwvrijstelling stikstof door de Raad van State. Daarnaast duurt het nog jaren voor de waterstof­fabriek – en de publieke waterstofpijpleiding naar Pernis – klaar is. En de biobrandstoffenfabriek is ook niet één-twee-drie klaar. Er is dus nog veel te doen, maar zoals haar voorganger Van Winsen zei: ‘Ik werk nu veertig jaar bij Shell, maar dit is de leukste tijd.’