Tanja Dik (54) verbeterde als CEO van de Johan Cruijff ArenA de relatie met Ajax. Altijd wil ze de ziel van een bedrijf ervaren. ‘Ik sta graag met mijn poten in de bagger.’
Kunt u mij helpen aan kaartjes voor Beyoncé?
‘Die vraag krijg ik vaker. Het antwoord is helaas: nee. De twee concerten in juni zijn helemaal uitverkocht. Een goed teken. Sowieso beleven we een topjaar met een volle kalender. Het is heerlijk om na die nare verlieslatende coronajaren weer de zindering te voelen bij grote evenementen. Dat pept ons hier allemaal op. De resultaten van Ajax hebben zeker ook effect op onze stemming. Na een verloren wedstrijd zie je hier maandagochtend op kantoor heel wat chagrijnige gezichten.’
Was er toen u in augustus 2021 aantrad geen ruzie met Ajax?
‘Dat klopt. Het was vooral een kwestie van miscommunicatie tussen twee bedrijven. Gesprekken werden over in plaats van met elkaar gevoerd. Er was geen synergie. Het hielp dat ik als nieuwkomer met een frisse blik aan tafel ging zitten. Door het gesprek aan te gaan met Ajax-CFO Susan Lenderink is de onvrede opgelost. Ajax wilde op een gegeven moment het stadion overnemen, maar beseft nu dat zo’n aankoop nauwelijks toegevoegde waarde heeft voor de club. We zijn een onafhankelijke multifunctionele accommodatie met Ajax als hoofdhuurder.’
Moet de baas van de Johan Cruijff ArenA Ajax-fan zijn?
‘Dat maakt het werken hier wel makkelijker. Ik kom uit Helvoirt, een Brabants dorp. Mijn broertje is dan ook voor PSV. Maar mijn moeder heeft in Amsterdam gestudeerd en is een echte Ajacied. Die liefde heeft zij aan mij overgedragen. Ik heb zelf het grootste deel van mijn leven in en rond Amsterdam doorgebracht. De eerste voetbalwedstrijden die ik live zag, waren van Ajax, in De Meer. Toen ik kinderen kreeg – ik heb vier dochters – zijn we verhuisd naar Bussum. Groot-Amsterdam noemen makelaars dat.’
Tanja Dik (1968) Tanja Dik werd geboren in Helvoirt. Werkte bij MeesPierson en MartinAir Holland, was directeur van het Circustheater, CEO van Stage Entertainment Nederland en Managing Director bij Schiphol. Tanja Dik begon in augustus 2021 als CEO van de Johan Cruijff ArenA in Amsterdam. Ze woont met haar gezin in Bussum.
Had u als meisje concrete ambities?
‘Ik werkte in mijn geboortedorp in het plaatselijke restaurant en deed veel catering-dingen. Ik ben toen naar de hotelschool gegaan, met als doel later een restaurant of hotelletje voor mezelf te beginnen. Tijdens mijn opleiding, die ik iedereen trouwens kan aanbevelen, ben ik me breder gaan oriënteren. Ik kwam erachter dat ik dol ben op cijfers. Ik heb dan ook de financiële afstudeerrichting gekozen.
‘Later heb ik nog bedrijfskunde en klinische psychologie gestudeerd. Ik combineer de interesses van mijn ouders. Zij is psycholoog, hij was directeur van Unox en KPN. Ik ben altijd hongerig naar meer informatie geweest. Nieuwsgierigheid is een belangrijke karaktereigenschap van mij. Ik geloof in het belang van lifetime learning.’
U kwam bij het Circustheater terecht. Hoe gebeurde dat?
‘Ik heb me bij MeesPierson en Martinair eerst vooral met financiën beziggehouden. Maar ik miste de menselijke kant. Ik wilde voelen wat er gebeurt in een bedrijf. Het blij maken van gasten, dat geeft me extra energie. Ik ervaar nu nog steeds een gevoel van trots en voldoening als bezoekers van de ArenA na afloop van een wedstrijd tevreden en veilig naar huis gaan.
‘Gelukkig keken ze bij het bedrijf van Joop van den Ende verder dan mijn cv en mocht ik het Circustheater in Scheveningen gaan leiden. Daar voelde ik me als een vis in het water. Ik kon er de duizendpoot zijn die ik graag wil zijn. Uiteindelijk heb ik bijna zeventien jaar in diverse functies bij Stage Entertainment gewerkt.’
Hebt u erg geleden onder de woedeaanvallen van Joop van den Ende?
‘Hij heeft weleens een uitbarsting, dat weet iedereen. Daar vind ik ook wel wat van. Voor mij is zoiets niet echt nodig. Maar Joop is een warme persoon, met een enorme liefde voor zijn personeel. Hij weet wel goed waar hij heen wil en heeft de lat hoog liggen. Hij is ongenadig gedreven. Hij gaf richting op basis van inspiratie. Met zijn visie kon hij je vleugels geven.’
Hoe beviel de overstap naar Schiphol?
‘Mijn laatste job bij Stage Entertainment paste niet zo goed bij mij. Ik was een soort consultant voor de buitenlandse theaters. Ik miste de ziel van de onderneming. Ik wil graag met mijn poten in de bagger staan, voelen waar we het samen voor doen, dicht bij mezelf blijven. Hoewel het financieel allesbehalve een vooruitgang was, ben ik naar Schiphol gegaan. Ik was verantwoordelijk voor de consumer products and services. Het was wennen. Het is er sterk gereguleerd. Alle regelgeving maakt vaste stramienen nodig. Bij Stage kon je continu van alles uitproberen, bij Schiphol moest je stap voor stap ruimte voor creativiteit creëren. Dat is me wel gelukt, denk ik. Maar het vergde het nodige geduld, een competentie die ik toen echt heb leren ontwikkelen.’
Een vroegere collega van u zegt dat u geen ego hebt. Klopt dat?
‘Dat zie ik wel als een compliment. Ego’s zitten heel veel dingen in de weg. Te grote bescheidenheid is echter ook weer niet goed. Ik moet mezelf weleens triggeren om te vertellen wat voor moois we als bedrijf doen. Als je ziet hoe hard ze hier dag en nacht werken om de ArenA om te bouwen van een voetbalstadion voor Ajax tot een concertpodium voor Metallica, dat is echt presteren op het niveau van de Champions League. Ik hoef niet per se zelf het podium te pakken. Zo van: kijk mij eens belangrijk zijn. Maar ik heb door de jaren wel geleerd een podium te creëren voor mijn onderneming.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Kunt u uw manier van leiding geven omschrijven?
‘Ik ben een coachend leider. Ik wil mensen in hun kracht zetten, ze leren zelf te groeien en vliegen. Supportive leadership heet dat in managementtaal. Ik praat snel, zoals u merkt, en ik denk nog sneller. Maar iedereen heeft recht op zijn eigen ontwikkelingstraject. Ik wil ruimte bieden. Ik ga medewerkers niet precies vertellen hoe ze hun werk moeten doen.’
Heeft uw sabbatical na Schiphol uw leven veranderd?
‘Mijn vader, die intussen is overleden, had alzheimer. Het was een cadeau om veel tijd met hem in Brabant te kunnen doorbrengen. Verder heb ik qi gong ontdekt, een Chinese bewegingsleer. Dat doe ik nu elke ochtend. En ik heb een ingewikkeld dieet vanwege een auto-immuunziekte. Tijdens mijn sabbatical had ik meer tijd om nieuwe lekkere dingen te koken. Maar het is niet zo dat ik mijn leven rigoureus anders heb ingericht.’
W
at wilde u bereiken met de ArenA toen u als CEO begon?
‘Het eerste jaar bestond grotendeels uit kijken, luisteren en praten met veel mensen. Behalve het oplossen van het conflict met Ajax had ik niet een lijstje met concrete doelstellingen. Belangrijk vond ik zeker vergroting van de duurzaamheid en versterking van de band met de buurt. Wij willen het clubhuis van Zuidoost zijn. Wij zijn een heel groot gebouw dat als een soort fort is neergezet. Dat schrikt af. Ik heb geprobeerd de drempel te verlagen en samen met ons team bij te dragen aan de ontwikkeling van de buurt. Bijvoorbeeld door het organiseren van een open dag. Amsterdammers die al decennialang vanaf hun balkonnetje naar ons keken, kwamen voor het eerst over de vloer. Dat was leuk en waardevol.’
U
vond het zeker wel fijn dat Louis van Gaal klaagde over de ‘oude troep’ van De Kuip?
‘Daar zult u mij niet over horen. Het is alleen maar goed als het Nederlandse voetbal meer mooie stadions heeft. Clubs concurreren met elkaar, stadions proberen van elkaar te leren. Bijvoorbeeld wat betreft de veiligheid. Zwaardere straffen helpen hopelijk tegen incidenten als het gooien met een aansteker in Rotterdam. In Engeland en Spanje zie je dat maatregelen als een levenslang stadionverbod effect sorteren.
‘Bierdouches vind ik verschrikkelijk. Ik moet er niet aan denken dat dit erger wordt. Het grootste deel van ons publiek zijn brave gezinnen die niet nat van het bier het stadion willen verlaten. Hun veiligheid en plezier tellen zwaarder dan onze cateringinkomsten.’
B
egrijpt u dat de ArenA weleens een galmbak wordt genoemd?
‘We zijn geen dichte bak, zoals de Ziggo Dome aan de overkant. In een groot stadion gaat het een enkele keer mis. Bijvoorbeeld als bij een wereldtournee te laat wordt begonnen met de soundcheck. Bij het eerste concert van Ed Sheeran vorig jaar was het geluid inderdaad niet goed. Maar op de tweede avond klonk het perfect. De ArenA blijft een prachtige plek voor concerten. Ik geniet er zelf volop van. Ook van de Toppers, ja. Dat zijn heel feestelijke optredens. Als Brabantse houd ik van carnaval, dus ik hos dan vrolijk in de polonaise mee.’