Directeur Pieter Hasekamp van het Centraal Planbureau uitte tijdens de EW Economie-lezing forse kritiek op overheid en bedrijfsleven. Hieronder vindt u de meest opvallende delen uit zijn voordracht.
Van investeren én verdelen komt de winst. Zo luidt de titel van de voordracht van Pieter Hasekamp, een verwijzing naar een spreuk van Jan Tinbergen, de eerste directeur van het Centraal Planbureau en de econoom die de eerste Nobelprijs voor de economie won. De volledige EW Economielezing, uitgesproken op maandag 26 juni in de Rode Hoed in Amsterdam, leest u hier.
Overheid op de verkeerde weg
Waar Nederland er tot voor kort goed in slaagde om nijpende dossiers aan te pakken, zoals de hervorming van de sociale zekerheid en de verhoging van de pensioenleeftijd in het perspectief van de komende vergrijzing, lijkt dat niet meer te lukken.
Pieter Hasekamp: ‘Ergens in de afgelopen jaren zijn we dat vermogen om noodzakelijke keuzes te maken een beetje kwijtgeraakt. We lijken problemen steeds vaker vooruit te schuiven en af te kopen, in plaats van ze op te lossen. We zijn verworden tot een compensatiesamenleving.
Alle slachtoffers afgekocht
Hasekamp somt een lange tijd van ‘crises’ op: stikstof, energie, klimaat, te weinig huizen. En een lange lijst van te compenseren bevolkingsgroepen.
Pieter Hasekamp: ‘Het interessante is dat in tijden waarin de overheid zich actief met de economie bemoeide, zoals in de jaren vijftig, de financiële gevolgen van een crisis niet automatisch op het bordje van de overheid terechtkwamen. Zo was er na de Watersnoodramp in 1953 maar beperkte overheidscompensatie voor de slachtoffers. Maar de ramp leidde wel tot een langetermijnaanpak in de vorm van de Deltawerken. Ten opzichte van zeventig jaar geleden hebben we dus een vooruit plannende overheid ingeruild voor een afkoopmaatschappij. Dat is geen vooruitgang.’
‘Een serieus nadeel van overheidscompensatie is het ontstaan van lobbycratie. Als de overheid vrij willekeurig geld uitdeelt, wordt het dringen om vooraan te staan. En dan zijn het niet per se de meest behoeftigen die als eerste krijgen. De coronasteunregelingen bleken achteraf vooral in het voordeel van werkenden met een vast contract en gevestigde bedrijven. Flexwerkers, zelfstandigen en start-ups visten vaak achter het net.’
Bedrijfsleven duikt voor eigen verantwoordelijkheid
De overheid maakt niet altijd de goede keuzes. Maar zonder een overheid verzaakt het bedrijfsleven zijn plichten. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw beloofde de voedingsindustrie iets te doen aan hergebruik van blikjes. Pas dit jaar is het systeem er.
Hasekamp: ‘Sinds een week of twaalf betalen we voor elk blikje frisdrank 15 cent, geld dat we terugkrijgen als we het lege blikje weer inleveren. Dat heeft dus meer dan veertig jaar geduurd. Terwijl zo’n systeem zichzelf terugverdient, en uit onderzoek al jaren duidelijk was dat met statiegeld tot negen van de tien flesjes en blikjes niet meer in de natuur belanden.
‘Zoals de industrie veertig jaar geleden beloofde hergebruik te stimuleren maar dat niet deed, zo probeerde onze grootste nationale bierproducent Heineken dit jaar alsnog onder de statiegeldplicht op blikjes uit te komen. Nadat ze al drie maanden extra tijd hadden gekregen. Mijn punt: zonder effectieve overheidsbemoeienis zou de vrije markt statiegeld op blikjes misschien nog wel veertig jaar voor zich uit schuiven. We hebben de overheid dus nodig om ergens te komen.
Arbeidsmarktkrapte en vergrijzing. Wat niet te doen?
Nederland kampt met achterblijvende arbeidsproductiviteit en grote arbeidsmarktkrapte. Hasekamp somt zaken op die (niet) moeten worden gedaan.
‘Allereerst, als het gaat om productiviteit, gaan op dit moment stemmen op om ons minder afhankelijk te maken van anderen – met name China, maar soms worden de Verenigde Staten in één adem ook genoemd. Strategische autonomie lijkt nu het modewoord: de Franse president Emmanuel Macron heeft er onlangs in Den Haag nog een stevig pleidooi voor gehouden. Maar het is een slecht idee.
‘Natuurlijk moeten we oog hebben voor de risico’s van vrijhandel, op het terrein van geopolitieke afhankelijkheid, van milieu en van arbeidsvoorwaarden. Maar autonomie is een illusie, en een heel kostbare. Nederland ontleent zijn welvaart aan handel. In zijn ultieme consequentie leidt de weg van autonomie naar Noord-Korea: autarkisch, akelig en arm. En het maakt onszelf niet veiliger. Strategische afhankelijkheid op Europees niveau, waarin we risico’s balanceren en ook handelspartners veel te verliezen hebben, is de enige weg vooruit.’
Immigratie werkt niet
Door de krapte op de arbeidsmarkt gaan er stemmen op om de grenzen open te gooien. Meer migratie als oplossing voor arbeidsmarktkrapte. Hasekamp noemt het een schijnoplossing.
Hasekamp: ‘Allereerst, omdat het feitelijk niets oplost: ook migranten consumeren, hebben woningen nodig, onderwijs voor hun kinderen, gezondheidszorg. De komst van meer migranten leidt dus uiteindelijk ook weer tot nieuwe krapte. En de lasten en lusten zijn ongelijk verdeeld: de tuinder kan zijn tomaten goedkoop laten plukken, maar de gemeenten rond het Westland kampen met woningtekorten en overlast. Soms is het verstandiger om tomaten te importeren, in plaats van tomatenplukkers.
Kaboutersocialisme
De degrowth-beweging dringt aan op vergroening door minder consumptie. Geen goed plan, betoogt Hasekamp.
Hasekamp: ‘Volgens deze degrowth-beweging moet het huidige economische systeem, gericht op consumptie- en productiegroei, plaatsmaken voor een wereld waarin de nadruk ligt op duurzaamheid, niet-materiële waarden en een eerlijke verdeling van welvaart.
‘Het klinkt lekker huiselijk en sympathiek. Maar het is een slecht idee, omdat het ingaat tegen de fundamentele behoefte van de mens om het eigen bestaan te verbeteren en zelf keuzes te maken. Van boven opgelegde krimp leidt al gauw tot een soort kaboutersocialisme, waarin een autoritaire overheid gaat voorschrijven welke auto je wel, en welke je niet mag rijden.’