Pieter Hasekamp houdt de EW Economie-lezing. Zijn Centraal Planbureau slaat al 78 jaar de financiële piketpaaltjes in Den Haag. Welke rol heeft het CPB en wie is Hasekamp?
Na de Tweede Wereldoorlog lag de economie in puin. Dat leverde een dilemma op: moest de bevolking, na jaren van ontberingen, eindelijk weer in staat worden gesteld om weer wat te consumeren? Of moesten de barre tijden nog een paar jaar worden verlengd, om zo al het geld te besteden aan de wederopbouw?
Econoom Jan Tinbergen werd gevraagd het CPB op te zetten
Dat was het eerste dilemma waarmee het Centraal Planbureau (CPB) werd geconfronteerd. Na de bevrijding werd de gerenommeerde econoom Jan Tinbergen (1903-1994) gevraagd het CPB op te zetten. Tinbergen was gespecialiseerd in het maken van economische modellen, en die moesten helpen om dergelijke vraagstukken goed te kunnen beantwoorden.
Die oprichting riep wel meteen een andere vraag op. Moest het nieuwe instituut zijn economische rekenkracht gebruiken om met een blauwdruk te komen voor economisch beleid, zoals de communistische planeconomieën uit die tijd deden? Of moesten Tinbergen en consorten een meer bescheiden rol spelen en het primaat bij de politiek laten? Het CPB zou dan vooral plannen van de politiek doorrekenen. Het werd dat laatste. Toch is het CPB in zijn bijna tachtigjarig bestaan uitgegroeid tot een niet te omzeilen organisatie in de politiek.
Pieter Hasekamp houdt in de Rode Hoed in Amsterdam de zesde EW Economie-lezing, met als titel: ‘Van investeren én verdelen komt de winst’. Entree: € 12,50 (abonnees), € 15 (niet-abonnees). Aanmelden kan op: ewmagazine.nl/economielezing2023
Sinds 1946 publiceert het CPB in september een ‘centraal economisch plan’. In tegenstelling tot die naam, is dat niet zozeer een plan, als wel een economische raming. Wel committeerde de regering zich er vanaf dag één aan om die ramingen als basis te gebruiken voor het opstellen van de begroting. Daardoor kon de overheid zich niet meer rijk rekenen met al te rooskleurige aannames en was de centrale rol van het CPB in het begrotingsbeleid bezegeld. De politiek beslist nog altijd zelf hoeveel geld zij wil uitgeven en waaraan. Maar het planbureau slaat de piketpaaltjes.
Sinds doorrekeningen verkiezingsprogramma’s vallen veel politieke plannen door de mand
De politiek trok dat keurslijf in 1986 nog iets strakker aan door de mogelijkheid te bieden het planbureau de verkiezingsprogramma’s te laten doorrekenen. Vanaf dat moment vallen simplistische politieke plannen genadeloos door de mand: levert niets op, onuitvoerbaar. Politieke partijen die niet meedoen aan de doorrekening, worden vaak niet serieus genomen als mogelijke coalitiepartij.
Door al die doorrekeningen, van verkiezingsprogramma’s tot regeerakkoorden en losse belastingmaatregelen, is het CPB een autoriteit van formaat. Nu Nederland voor het eerst in decennia wordt geconfronteerd met torenhoge inflatie, een energiecrisis en oplopende rentes op de staatsschuld, wordt er dan ook naar dit instituut gekeken. Wat te doen?
CPB-directeur Hasekamp duikt niet weg voor politieke vraagstukken
CPB-directeur Pieter Hasekamp (57) is er de man niet naar om weg te duiken voor dergelijke politieke vraagstukken. Zo sprak hij zich sinds zijn aantreden in 2020 onder meer uit tegen het royale prijsplafond voor de energierekening, tegen de ‘ontgroei-beweging’ die het klimaatprobleem wil oplossen door de economie te laten krimpen, en tegen de wildgroei aan fiscale vrijstellingen. In zijn EW Economie-lezing gaat hij in op de vraag hoe Nederland na al die jaren van kwistig strooien met geld, de financiën weer op orde kan krijgen en de economie toekomstbestendiger kan maken.
Op de hoogte blijven van de laatste verhalen, achtergronden en opinies van de redactie van EW?
Meld u dan nu aan voor onze nieuwsbrieven.
Voordat Hasekamp de baas werd bij het planbureau, had hij er al een lange carrière op zitten als ambtenaar bij Financiën (waar het geld binnenkomt) en bij het ministerie van Volksgezondheid (waar het meeste geld wordt uitgegeven). In de tussentijd maakte hij een uitstapje als directeur van Zorgverzekeraars Nederland, waar hij een fel pleitbezorger was van marktwerking in de zorg.
Hasekamp heeft daarmee een traditioneel profiel voor een CPB-voorman. Toch hebben de diverse directeuren verschillende achtergronden.
De een heeft een stevige academische carrière achter de rug (zoals Tinbergen, die later een Nobelprijs won), de ander is ‘slechts’ gepromoveerd in de economie (zoals Hasekamp) en weer een ander liet het bij een studie economie (zoals Hasekamps voorganger Laura van Geest). En een politiek profiel is geen probleem (denk aan PvdA’ers Tinbergen en Coen Teulings en VVD’er Gerrit Zalm), maar is ook zeker geen must. Hasekamps kleur, als die er al is, is niet bekend.
Wel hebben ze allemaal stevige wortels in ‘het Haagse’, vaak in de ambtenarij. En allemaal hebben ze de reputatie dat ze waken over de sterkte van ’s lands economie.
Voorgangers Pieter Hasekamp
Jan Tinbergen
Tinbergen zette het CPB in 1945 op en was er tien jaar de baas. Daarmee werden economische modellen leidend voor economisch en begrotingsbeleid. Later won Tinbergen een Nobelprijs voor zijn modellenwerk.
Gerrit Zalm
Geen Nobelprijs, wel langstzittend minister van Financiën. De CPB-directeur (1989-1994) werd VVD-minister in Paars en voerde de ‘Zalmnorm’ in: uitgaven mogen niet hoger zijn dan een vooraf afgesproken plafond.
Coen Teulings
Buitenstaander met klassiek CPB-profiel. Teulings was niet alleen PvdA-lid, maar ook directeur van het Tinbergen Instituut en academicus. Ging na één CPB-termijn weer verder als hoogleraar (Cambridge, Utrecht).