De vormgeving van het toekomstige box-3-stelsel houdt velen bezig. Want hoe kan het inkomen uit vermogen zoals spaargeld (rente), aandelen (dividend en koerswinst) en vastgoed (huur en waardestijging) het beste worden belast?
Het kabinet neigt naar een zogeheten aanwasbelasting, die de fiscus jaarlijks heft over de inkomsten uit vermogen.
Aandeelhouders rekenen dan af over het ontvangen dividend en de eventuele koersstijging van het aandeel in het jaar. Ook wanneer zij hun aandelen niet hebben verkocht en de winst slechts een papieren winst is.
Winst alleen op papier, maar fiscus komt met harde box-3-belasting
Dit kabinetsvoorstel stuit op bezwaren van de techsector. Het maakt een investering in veelbelovende techbedrijven een stuk minder interessant, waarschuwt het investeringscollectief Operator Exchange. Daarin hebben niet de minsten zich verenigd: bijvoorbeeld Daniel Gebler en Hans Ober, oprichters van respectievelijk online supermarkt Picnic en TicketSwap, een platform voor de doorverkoop van concertkaarten. En vele anderen.
Het probleem dat zij aankaarten, is lastig op te lossen. Neem een investeerder van het eerste uur in een jong techbedrijf. Dat bedrijf geeft nieuwe aandelen uit en andere investeerders stappen in. Stel dat die nieuwe investeerders een (fors) hogere prijs per aandeel betalen dan de investeerders van het eerste uur, dan boeken de laatstgenoemden een (forse) koerswinst. Maar terwijl die koerswinst alleen op papier bestaat, komt de fiscus met een box-3-belasting in harde euro’s.
Dat geld moeten de investeerders dan wel hebben, anders zullen zij aandelen moeten verkopen. Een ongewenste situatie, onder meer omdat de aandeelhouders van het eerste uur naast kapitaal ook vaak kennis ter beschikking stellen aan het techbedrijf.
Demissionair staatssecretaris Marnix van Rij (CDA) van Financiën heeft toegezegd iets aan dit probleem te doen, maar de vraag is of dat wel kan.