CO2 uit de lucht halen? Zo kan Nederland dat op grote schaal

Het terugdringen van de CO2-uitstoot gaat niet snel genoeg om klimaatverandering tegen te gaan. Daarom is het nodig dat er CO2 úít de lucht wordt gehaald, stelde de Wetenschappelijke Klimaatraad deze week in een advies. Maar hoe werkt dat? En wie zou dat moeten doen? Een interview met Marinus Tabak, de baas van RWE in Nederland.

Dit interview met Marinus Tabak, toen nog head of central asset management bij RWE, vond vorig jaar plaats. Het interview stond in het kader van de EW Klimaattop, waar Tabak een van de sprekers was.

Honderd jaar lang werd stroom in Nederland opgewekt door publieke nuts­bedrijven. Maar sinds de millenniumwisseling zijn vrijwel al die elektriciteitsbedrijven in buitenlandse handen gekomen. Gevolg is dat beslissingen over investeringen in cruciale elektriciteitscentrales nu in steden als Parijs, Essen en Tokio worden genomen.

RWE is een van de grootste private stroomproducenten van Nederland

‘Wij maken ongeveer een kwart van alle stroom in Nederland, meer dan wie ook,’ zegt Marinus Tabak van RWE. In de byzantijnse organisatiestructuur van de Duitse energiereus is Tabak als Head of Central Asset Management onder meer verantwoordelijk voor de operationele strategie van alle elektriciteitscentrales van RWE in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Turkije. Hij regelt dat vooral vanuit Groningen.

‘Wij zijn de grootste private stroomproducent van Europa, na het publieke Franse EDF dat al die kerncentrales heeft.’

Maar terwijl EDF met kerncentrales vooral een stabiele stroomproductie levert, heeft RWE een ander soort centrales. Dat heeft zowel een groot voordeel als nadeel.

Het nadeel: de kolen- en gascentrales van RWE draaien op fossiele brandstoffen en stoten dus CO2 uit – en niet zo weinig ook. De kolencentrale van RWE in de Eemshaven is na Tata de grootste CO2-uitstoter van het land (4,7 miljoen ton). In totaal stootten de centrales van RWE in Nederland vorig jaar 8,2 miljoen ton CO2 uit (op 158 miljoen ton voor heel Nederland).

Er is ook een voordeel. ‘Wij hebben de grootste ‘‘vloot’’ aan flexibele elektriciteitscentrales in Europa,’ zegt Tabak. In het verleden dienden de gascentrales in Nederland als ruggengraat van de stroomvoorziening. Daarnaast kunnen deze ook snel op- en afschakelen. Ook moderne kolencentrales kunnen dat redelijk goed.

Nu er steeds meer zonnepanelen en windmolens komen, moeten die gas- en kolencentrales een stapje terugdoen. Maar daarmee wordt hun belang niet minder. Want met de toename van onstuimige zonne- en windstroom, is het belangrijker dat er een goede achtervang is. Maar hoe is dat te rijmen met de wens van CO2-vrije stroom?

Marinus Tabak (1983) deed meerdere energie-economie studies, onder meer in Oklahoma en Parijs. Begon zijn carrière in 2009 bij RWE-dochter Essent. Vervulde meerdere functies bij RWE, waaronder hoofd van de kolencentrale in de Eemshaven. Sinds 2021 Head of Central Asset Management. Voorzitter van VVD afdeling Groningen-Haren.

RWE heeft de doelstelling om in 2040 CO2-neutraal te zijn

Hoewel RWE wereldwijd leidend is in duurzame energie, draait er nog veel op fossiele energie. RWE heeft de doelstelling om in 2040 CO2-neutraal te zijn, en investeert alleen al tot 2030 wereldwijd 50 miljard euro in duurzame energie. Zo won RWE vorig jaar de aanbesteding voor het windpark Hollandse Kust West. Ook kunnen gascentrales worden omgebouwd om op groene en blauwe waterstof te draaien. Grote kanshebber daarvoor is RWE’s gasgestookte Magnumcentrale in de Eemshaven, zegt Tabak. Dit is de op één na grootste gascentrale van het land en staat naast RWE’s kolencentrale.

Ook voor RWE’s twee Nederlandse kolen-/biomassacentrales ziet Tabak een grote toekomst. De Amercentrale is al grotendeels omgebouwd. Deze Brabantse centrale draait voor 80 procent op biomassa. Bij de kolencentrale in de Eemshaven wordt 15 procent biomassa bijgemengd.

Die biomassa haalt RWE vooral uit restproducten van de houtbouw in de Baltische staten en Noord-Amerika. Het geldt als CO2-neutraal omdat de bomen tijdens hun groei CO2 uit de lucht hebben opgenomen. Als zij worden verbrand, komt er weer evenveel CO2 vrij. Maar Tabak wil nog een stap verder gaan.

Negatieve emissies hebben nog geen financiële waarde

Nederland heeft besloten dat kolencentrales per 2030 dicht moeten. Door de twee centrales om te bouwen naar centrales op 100 procent biomassa, kunnen ze behouden blijven.

Door een ‘CO2-stofzuiger’ op de schoorsteenpijp te zetten, wordt bovendien voorkomen dat die CO2 de lucht in gaat. Daarmee worden de centrales niet CO2-neutraal, maar CO2-negatief. De afgevangen CO2 moet dan per schip of pijpleiding worden vervoerd naar een plek waar het onder de Noordzee kan worden gepompt.

In Rotterdam heeft het Porthos-project groen licht gekregen om CO2 onder de Noordzee op te slaan, maar dat reservoir zit al vol. Er is al een tweede CO2-opslagproject in de maak: Aramis. ‘Daarop kunnen we met de Amercentrale aansluiten. Voor de Eemshaven kijken we ook naar een Noors project: Northern Light.’

RWE schat dat het met de Amercentrale en de centrale in de Eemshaven 10 tot 14 miljoen ton aan negatieve emissies per jaar kan realiseren. ‘Dat zou een investering zijn van misschien wel 5 miljard euro, maar dan heb je ook echt een enorme impact.’ Het enige probleem: negatieve emissies hebben nog geen financiële waarde.

Serie klimaatoptimisten in EW:

1. Hedwig Sietsma KLM Director Sustainability

2. Yvo de Boer Oud-topman VN-klimaatbureau UNFCCC

3. Marinus Tabak RWE Head of Central Asset Management

4. Jeroen Klumper Tata Steel Director Sustainable Transition

5. Audny van Helden Shell Vice President Decarbonization

De markt voor negatieve emissies staat nog in de kinderschoenen

In de Europese Unie geldt voor de grote elektriciteitscentrales en de industrie een emissiehandelssysteem met een slinkend aantal CO2-rechten, tot er helemaal geen emissierechten meer zijn. Zo’n emissierecht kost nu zo’n 80 tot 90 euro per ton CO2. ‘We weten dat niet alle bedrijven in staat zullen zijn om in 2040 al naar nul CO2-emissies te gaan,’ zegt Tabak. Voor die bedrijven zou het een uitkomst zijn als zij nog wel wat kunnen uitstoten – omdat zij simpelweg niet anders kunnen – en dat kunnen wegstrepen tegen negatieve emissies.

‘Er zijn zorgen dat negatieve emissies de prikkel bij bedrijven weghalen om hun CO2-uitstoot te reduceren. Dat snap ik, je moet er eigenlijk echt een premium prijs voor vragen, want we halen CO2 uit de lucht. In de Europese Unie wordt volop beleid ontwikkeld over hoe de markt er voor CO2-verwijdering moet gaan uitzien. Tot die tijd hebben we ook een vrijwillige markt.’

De markt voor negatieve emissies staat nog in de kinderschoenen. Microsoft heeft recent met het Deense Orsted een deal gesloten om via een soortgelijke methode 0,4 miljoen ton CO2 per jaar af te vangen en op te slaan via Northern Lights. ‘Ook bij ons kloppen al bedrijven aan,’ zegt Tabak. ‘We denken in Europa dat we vooroplopen in het denken over klimaat, maar het zijn vaak Amerikaanse bedrijven die bij ons komen voor negatieve emissies, zoals Big Tech.’

Cruciaal dat CO2 uit de lucht wordt gehaald via negatieve emissies

Om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad, zoals internationaal is afgesproken, is het cruciaal dat CO2 uit de lucht wordt gehaald via negatieve emissies, zo constateerde het IPCC, het panel van de Verenigde Naties dat de wetenschappelijke consensus over klimaatverandering bundelt. Tabak trekt de vergelijking met een overlopende badkuip. ‘We hebben al zoveel CO2 uitgestoten dat de badkuip dreigt te overstromen. We moeten het putje openmaken en er water uitlaten. We kunnen met onze centrales echt CO2 uit de lucht halen.’

Maar tot nu toe wordt er vooral veel geweifeld. Ook omdat de publieke steun voor biomassa niet vanzelfsprekend is. En RWE is huiverig om miljarden te investeren als de politiek na een aantal jaren biomassa weer kan verbieden.

Zeker nadat het kabinet-Balkenende II in 2007 energiebedrijven vroeg om kolencentrales te bouwen, maar het kabinet-Rutte III de inmiddels net draaiende centrales alweer sommeerde om te sluiten. ‘We gaan dit natuurlijk nooit doen zonder enige vorm van garantie.’ Daarvoor is de overheid op haar beurt weer huiverig.

Voor RWE is de keuze helder: flink investeren in het vergroenen van de kolencentrales, of ze sluiten. ‘Wij kunnen dit ook gewoon níet doen, hè,’ zegt Tabak. ‘We kunnen ook zeggen: regelbaar vermogen als achtervang voor wind- en zonne-energie is niet onze core business. Het is best bijzonder dat wij hier als RWE op inzetten. Het is innovatief, we nemen veel risico en het heeft veel impact. Dat verdient steun.’

Van de 50 miljard die RWE stukslaat op groene energie, zijn al een paar miljard in Nederland beland. ‘Als grootste stroomproducent hebben wij een verantwoordelijkheid om het energiesysteem op de been te houden. Maar vestigingsklimaat is key. Als je kijkt naar de politieke discussie de afgelopen jaren: kolencentrales moeten dicht, dit moet niet, dat mag niet. Belastingverhogingen voor bedrijven. We moeten daar snel vanaf. Nederland moet niet denken: we komen er wel mee weg, want financiële stromen kunnen snel anders gaan. Wij hebben het afgelopen half jaar 7 miljard euro in de Verenigde Staten geïnvesteerd en 2 miljard in Europa.’

Het grote voordeel van Amerika, ten opzichte van Europa nu, zo constateert Tabak, is zekerheid op lange termijn. ‘We weten door de Inflation Reduction Act dat we tien jaar lang waterstof kunnen maken in Amerika en dat we daar 3 dollar per kilo voor krijgen. In Europa weten we tot op de dag van vandaag niet hoe een steunmechanisme voor waterstof eruit gaat zien.’

Marinus Tabak: ‘Wij hebben een verantwoordelijkheid om het energiesysteem op de been te houden’. Foto: Reyer Boxem

Sceptische inborst legt het af tegen onze ondernemende aard

Tabak vindt het zonde dat Europa en Nederland zo treuzelen. ‘Nederland heeft echt een super uitgangspositie. We hebben een disproportioneel deel van de Noordzee voor windenergie, we hebben een grote gasindustrie gehad met lege gasvelden die we voor CO2-opslag kunnen gebruiken. We hebben mooie havens en zijn een compact land.’

Toch is hij er niet gerust op dat Nederland die kansen ook pakt. ‘Ik ben er heel erg bang voor dat we te lang wachten met keuzes maken, omdat we blijven zoeken naar de ideale oplossing.’

Maar die ideale stap is er niet, zegt Tabak. ‘Elke oplossing die we kiezen, heeft nadelen. Veel daarvan kunnen we in de toekomst oplossen. Kijk naar windmolens op de Noordzee. De wieken daarvan lieten microplastics los, maar toen vond TNO een verf uit om dat tegen te gaan. Bruinvissen raakten van de leg door het heien van de fundering en toen kwam iemand met het idee om een bubbelscherm te maken om de trillingen te absorberen. Keer op keer kunnen we zeggen: dit is een probleem, maar we hebben het opgelost. We kunnen veel positiever zijn.’

Tabak verwacht dat de treuzelende, sceptische inborst van Nederlanders het uiteindelijk aflegt tegen onze ondernemende aard. ‘Ik vind het hoopvol dat Nederland veel ondernemende, hardwerkende mensen kent. Kijk naar zonnepanelen. We waren het sukkeltje van de klas. Nu zijn we wereldwijd nummer 1. Bijzonder voor een land waar de zon amper schijnt, maar we zijn het wel. Als Nederlanders gaan we dit doen.’