Europa is niet leergierig genoeg en dat kan ons duur te staan komen

Foto: ANP

Je hebt van die mensen die alles denken te weten. Waarom zouden ze op zoek gaan naar nieuwe kennis, of nieuwe dingen in elkaar proberen te zetten? Met landen is dat net zo. Je hebt nieuwsgierige en niet-nieuwsgierige landen.

Geen land geeft zoveel uit aan onderzoek en ontwikkeling als Taiwan, blijkt uit cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO): maar liefst 3,8 procent van de totale economie (bbp, bruto binnenlands product).

Dergelijke investeringen zijn cruciaal om producten te ontwikkelen, of efficiënter te gaan werken. Zo kon Taiwan door al die investeringen uitgroeien tot een cruciale schakel van de wereldwijde chipindustrie.

Toch blijft Nederland met 2,3 procent van de economie voor research and development flink achter bij het gemiddelde binnen de OESO, een club van voornamelijk westerse, rijke landen.

Europa blijft achter

Die 2,3 procent is weliswaar ietsje hoger dan de Europese Unie (2,2 procent) als geheel, maar dat gemiddelde wordt flink naar beneden getrokken door landen als Italië (1,5 procent), en Polen en Spanje (1,4 procent).

De rijke Europese Unie investeert procentueel zelfs minder in onderzoek en ontwikkeling dan het minder welvarende China. Om over koploper de Verenigde Staten maar niet te spreken. Dat is ook te zien in recente cijfers van het Europese patentagenschap EPO. De meeste patenten in de Unie worden aangevraagd door buitenlandse bedrijven, zoals het Chinese Huawei en het Zuid-Koreaanse Samsung. Het Nederlandse Philips, en oud-Philips-dochter Signify houden de Nederlandse eer hoog op de lijst met grootste aanvragers, op respectievelijk plek 9 en 21.

Door zo weinig te investeren in onderzoek en ontwikkeling, loopt Europa het risico ook de komende jaren nóg verder achterop te raken bij de andere belangrijke machtsblokken in de wereld. Is dat onontkoombaar? Nee! België behoort tot de top-3 van de OESO-landen, na Taiwan en de Verenigde Staten.