Menno Luiten: ‘Laat hypotheekadvies over aan onafhankelijke adviseurs’

Directeur Menno Luiten (51) van Munt Hypotheken wist al op jonge leeftijd dat hij de verzekeringswereld in wilde. Dat lukte, maar nu zit Menno Luiten in hypotheken.

1. Hagenees of Leidenaar?

‘Ik ben geboren en gedeeltelijk getogen in Den Haag. Toen mijn broertje en ik jong waren, verhuisden mijn ouders naar Zoeterwoude. Dat ligt bij Leiden, onder de rook van de Heinekenbrouwerij. Als het oostenwind was, dan zaten we in de tuin in de hoplucht. Ik heb mijn middelbare school in Leiden gedaan, maar we zijn altijd gericht geweest op Den Haag.

‘Ik ben dus toch wel een Hagenees. Als we een spijkerbroek moesten kopen, dan gingen we niet naar Leiden, maar naar Den Haag. Ik ben blij dat ik weer in Den Haag woon en op de fiets naar mijn werk kan op ons kantoor in Den Haag.’

2. Wat voor werk deden uw vader en moeder?

‘Ik kom uit een ondernemersgezin. Mijn vader heeft het altijd met zijn handen verdiend. Van huis uit is hij banketbakker, maar hij heeft ook een jaar of tien een vleeswarengroothandel gehad, samen met zijn broer. Zij hebben onder meer de filet americain en de ossenworst in Nederland naar de supermarkten gebracht. Dat is echt hun schuld.

‘Als je naar de Jumbo gaat en daar het bakje filet americain omdraait, staat er Luiten Vleeswaren uit Zoetermeer op. Dat is mijn familie. Mijn vader is later uitgekocht. Hij begon met mijn moeder een restaurant op Kijkduin – je moet “op Kijkduin” zeggen.’

3. Hebt u ook in het restaurant van uw ouders gewerkt?

‘Ik heb van mijn vijftiende tot mijn twintigste elke zondag in de keuken gestaan en in de bediening gelopen. Ik wist vanaf dag één dat ik dat niet wilde. Maar het was wel ontzettend interessant. Ik heb er geleerd wat hard werken is.’

Menno Luiten (1972)

Geboren in Den Haag. Studeerde aan de Amsterdamse Academie voor Bank en Financiën. Menno Luiten begon bij Equity & Law, was later onder meer commercieel directeur van De Hypotheker, tegenwoordig directeur bij Munt Hypotheken. Menno Luiten woont samen en heeft één zoon.

4. Wat leerde u nog meer in de horeca?

‘Wat mijn moeder goed deed, was dat ze een klant kende en herkende. Dus als je voor de tweede keer daar kwam, en weer een cappuccino bestelde met twee zakjes suiker, dan kreeg je vanaf de derde keer standaard twee zakjes suiker bij je koffie.

‘Nu kom je bij restaurants, en al kom je daar bij wijze van spreken al tien jaar, dan nog moet je elke keer weer vragen om twee zakjes suiker bij de koffie.’

5. Zelf koos u er niet voor om ondernemer te worden. Waaraan lag dat?

‘Duitsers zeggen: wann nichts hat gelungen, geht man in Versicherungen – als niets lukt, ga dan maar in de verzekeringen.

‘Ik ben zo ongeveer de enige voor wie dat niet geldt: ik heb bewust voor de verzekeringen gekozen. Dat kwam door de vader van een heel goede vriend van mij. Die vader was assurantietussenpersoon in Leiden. Ze woonden aan de Oude Singel, in een mooi grachtenpand. Het kantoor zat op de benedenverdieping, boven woonden ze. En ik was daar veel tijdens de middelbareschooltijd. Zijn ­vader was een gave vent en de sfeer en energie op dat kantoor vond ik mooi. Dat wilde ik ook. Raar, maar zo gaat dat.’

6. Daarom ging u verzekeringen studeren?

‘Na de middelbare school ben ik naar de Amsterdamse Academie voor Bank en Financiën gegaan, in Diemen. Ik ben altijd wel thuis blijven wonen en was niet zo’n ontzettende “studentenstudent”. Op kamers en bij de ­studentenvereniging… op de één of andere manier trok me dat niet.’

7. En na de studie werden het ook verzekeringen?

‘Toen ik in 1995 afstudeerde, ben ik bij de toenmalige verzekeraar Equity & Law de buitendienst in gegaan. Junior-inspecteur heette dat toen. Het idee was om overal in de keuken te kijken bij die assurantietussenpersonen. Ik had voor mezelf uitgestippeld dat ik dan na een paar jaar wel ontslag zou kunnen nemen om mijn eigen assurantiekantoor te openen.

‘Maar dat is er nooit van gekomen. Waarom? Omdat ik ontzettend goed was in wat ik deed. Ik draaide fantas­tische omzetten en verdiende echt belachelijk veel geld voor een jong pikkie.

‘Dan ben je 21 jaar, heb je een Golf onder je kont en een Nokia 2110. En je verdient 100.000 gulden. Dat was toen niet echt normaal, maar ik vond het heel terecht dat ik dat verdiende. Terugkijkend denk ik: “Nou vriend, dat was toch wel vrij uitzonderlijk.”’

8. U stapte over naar de hypotheken. Hoe ging dat?

‘Uiteindelijk doemde in 2007 ­Reaal op, om wat onderhand AXA heette over te nemen. Ik ben niet ­iemand die een jaar op zijn handen gaat zitten om een sociaal plan af te wachten. Ik wil plezier in mijn werk hebben, daar kan geen salaris tegenop. Toen heb ik het besluit genomen om weg te gaan en ben begonnen bij Sparck Hypotheken.

‘Dat was geen onlogische keus. In de laatste vijf jaar bij AXA was ik sales manager voor de grote hypotheekketens. Onze beleggingsverzekeringen werden aan hypotheken geplakt. De Hypotheker was bijvoorbeeld een heel grote klant van ons. Daar zaten al mijn accountmanagers op. Ik was dus de hypotheekwereld al in gerold en kende de branche goed. Mensen kenden mij ook. Op directieniveau was het al van het niveau biefstuk, bier en bitterballen.’

9. En toen kwam de crisis.

‘Inderdaad, wat je zegt. Lehman Brothers viel om in september 2008. Ik noem dat het officiële startschot van de kredietcrisis. De hypotheekportefeuille van Sparck was opeens chemisch afval. Die wilde werkelijk niemand meer hebben. Daarmee was ons bedrijfsmodel weg en was het klaar. Dus de mensen die ik had aangenomen – ik heb daar de buitendienst opgezet – moest ik een half jaar later weer ontslaan.’

10. Was dat zwaar?

‘Ik vond het niet zwaar, in die zin dat we er gewoon mee gingen stoppen. De tent ging dicht. Kijk, als de opdracht was geweest: we gaan door, Menno mag blijven, maar de rest wordt ontslagen, dan was het misschien een ander verhaal geweest. Maar ik mocht zelf als laatste het licht uitdoen. Dus tja, het is wat het is. Ik kan er ook niks aan doen. Vergelijk het met in de file staan. Daar kun je je heel druk om maken, of niet.’

11. Via omzwervingen kwam u bij Munt Hypotheken. Hoe bent u daar beland?

‘In 2013 vertelde de oprichter van Sparck, Jeroen Looman, dat hij hypotheken wilde verstrekken met geld van pensioenfondsen. “Daar wil ik jou gewoon bij hebben,” zei hij. In oktober 2013 zijn we begonnen in een anti-kraakpand met vier oude bureaus en vier mensen. Met in de hoek een oude koelkast plus een fles champagne voor als het zou gaan gebeuren.

‘Twee mensen deden het wat mij betreft saaie werk: vergunningen aanvragen, de fondsstructuur opzetten. Looman en ik zijn aan de slag gegaan met de hypotheekketens en hebben de naam Munt bedacht. In de zomer van 2014 kwam de melding dat de pensioenfondsen PME en PMT met anderhalf miljard aan funding kwamen. Toen konden we echt live. Dit jaar is dat tien jaar geleden.

‘In 2018 hadden we 11 miljard euro in portefeuille en 30 man in dienst. We waren inmiddels echt een gewoon bedrijf geworden. Dat vond ik een mooi moment om op te stappen. Ik werd commercieel directeur bij De Hypotheker. In september 2023 keerde ik terug bij Munt als algemeen directeur.’

12. Wat doe je als nieuwe directeur: langzaam veranderen of juist meteen ingrijpen?

‘Ik was eigenlijk al snel klaar om de dingen te doen waarvan ik vond dat ze moesten gebeuren. Na twee weken van kopjes koffie ben ik aan de slag gegaan. Heel concreet: op de afdeling verkoop heetten medewerkers relatiemanagers. Die heten nu weer salesmanager, want dat is geen vies woord.

‘Sales klinkt veel proactiever. Zo van: naar buiten en eropuit. Je bent gewoon verantwoordelijk voor het verkoopresultaat. Sales is een mooi beroep. En voor de rest is iedereen relatiemanager. We zijn allemaal relaties aan het managen.

‘Ik ben ook weer maniakaal dicht op het proces gaan zitten – het proces van offerte-aanvraag en afhandeling. Dat moet een ingezeepte glijbaan worden. Consumenten moeten nachtrust hebben. Ik zeg niet dat het tot dan toe waardeloos was. Maar het moet wel beter. Het is een uitdaging om mensen voor je visie te winnen. Soms lukt dat niet, dan gaan ze ergens anders werken. Daar moet je niet van schrikken.

‘Ik heb ook gezegd dat we naar buiten te braaf zijn. Ik wil terug naar onze roots: luis in de pels van de banken, dat ze weer last van ons hebben. Het moet schuren.’

13. Hoe wordt u weer de luis in de pels van de banken?

‘Dat worden we niet alleen door marktaandeel van de banken af te snoepen. Ik roep banken ook op om hun rol te beperken tot fabrikant van hypotheken. Net zoals Munt. Laat het adviseren over aan onafhankelijke adviseurs. Waarom zouden banken hun eigen advieskanaal in de lucht houden, waar klanten mogelijk niet de beste hypotheek krijgen aanbevolen?’