Jan Willem de Jong (36) is CEO en medeoprichter van het snelgroeiende iwell, dat met batterijsystemen bedrijven door de energietransitie loodst.
1. Uw bedrijf begon met het plaatsen van batterijen in appartementencomplexen. Waarom daar?
‘Een jaar of zes geleden was energieopslag al een buzzword. Op congressen werd veel gesproken over deze ontbrekende schakel in de energietransitie. Maar er gebeurde niks, het bleef bij gepraat. Toen zijn we gaan brainstormen. Je kunt een batterij gebruiken als een soort stortbak, om schone energie van zonnepanelen erin te laten druppelen. En die er weer uit te halen op momenten dat je veel energie nodig hebt.
‘Zo kwamen we uit bij appartementencomplexen met een lift. Die hebben allemaal een paar seconden een stroompiekje als de lift in beweging komt. Daarom moeten ze het hele jaar betalen voor een zware netwerkaansluiting. Met onze batterij konden bewoners van een appartementencomplex per jaar 2.000 euro besparen op hun aansluiting.
‘Het was de eerste thuisbatterij met een verdienmodel. Zo begon het. Verbeter de wereld, begin een bedrijf.’
2. Begon toen de opmars?
Jan Willem de Jong
(Hulshorst, 1987). Studeerde bestuurs- en organisatiewetenschap in Utrecht. Samen met zijn broer richtte Jan Willem de Jong huiswerkbegeleider Breinbrekers op. In 2016 begon Jan Willem de Jong met drie compagnons iwell. Jan Willem de Jong is getrouwd en heeft twee kinderen.
‘Ja, we zijn geëvolueerd tot marktleider voor energieopslag in het midden- en grootbedrijf. Eigenlijk voor elk bedrijf met een groot dak, een flink aantal zonnepanelen en significant stroomverbruik. Wij maken mogelijk dat het licht blijft branden en houden elektriciteit beschikbaar en betaalbaar.’
3. Hoe gaat dat in zijn werk?
‘Door de energiestromen in een bedrijf aan elkaar te knopen. Daarom zijn we een hardware- en softwarebedrijf. Je moet je heel erg verdiepen in de hardware en de software, om die goed te laten integreren. Daarin zit onze meerwaarde. We gebruiken daarbij toevallig ook batterijen, maar het gaat eigenlijk om het dirigeren van de energiestromen van een bedrijf.’
4. Hoe belangrijk is de batterij in de energietransitie?
‘Je hebt wel de thuisbatterij, en als nerd vind ik die leuk, maar zij kost capaciteit van installateurs en er is al gebrek aan technisch personeel. Daarom ben ik er niet enthousiast over. Als je slim stuurt in het verbruik, heb je thuis geen batterij nodig.
‘Er is nog het utiliteitssegment. Daar gaat het om heel grote batterijen in de buurt van netwerkaansluitingen, die vraag en aanbod in balans brengen. Dat is noodzakelijk en nuttig. Maar daaraan kleven vooral juridische en financiële problemen, geen technische. En het is ook niet de markt waarin wij zitten.
’Alleen al hier op bedrijventerrein Lage Weide, en dan praat je slechts over een deel van Utrecht, staat achthonderd bedrijven het water aan de lippen. Doordat ze niet weten of ze wel stroom blijven krijgen om hun bedrijf draaiende te houden. Zoom je uit naar Europa, dan zie je dat het gaat om miljoenen bedrijven en miljoenen banen. De problemen van deze bedrijven lossen wij op.’
5. Wat kost een batterijsysteem ongeveer?
‘Tussen de 3 ton en 3 miljoen euro zit onze sweet spot. Daarbinnen vallen onze meeste projecten. Soms zijn ze groter, tussen 8 en 10 miljoen euro. Maar dat zijn uitzonderingen.
‘Vaak vinden bedrijven de energieprijzen te instabiel. Nou, dan leg je zonnepanelen op het dak en zet je batterijen in om die stroom te kunnen gebruiken als de zon even niet schijnt. En op momenten dat een bedrijf de stroom zelf niet nodig heeft, kan het daarmee het elektriciteitsnet buiten het bedrijf stabiliseren, wat ook weer geld oplevert. Dat zijn vrij basale gevallen.
‘Maar we hebben ook een vastgoedontwikkelaar met een gebouw van 20.000 vierkante meter. Dat krijgt alleen een bouwaansluiting, met net iets meer vermogen dan die in een woonhuis. Daarmee kun je niet voorzien in 20.000 meter aan bedrijvigheid. Dit bedrijf helpen wij bijna volledig van het net af te gaan. Het verdienmodel is hier niet de batterij, maar dat de ontwikkelaar het pand kan verhuren. Zonder die batterij was er helemaal niets mogelijk, geen business. Dit is echt een extreem geval van congestie.
‘Dit jaar zetten we tweehonderd bussen op stroom in congestiegebied Zaandam en Purmerend. Die kunnen niet rijden zonder stroom, maar mogen geen overbelasting op het net geven. Dus dan probeer je pieken in het stroomgebruik te laten verdwijnen. Zeventig man werken daaraan. Dat is erg complex.’
6. Europa heeft de metalen niet om batterijen te produceren. Loopt de transitie dan niet spaak?
‘We hebben de metalen wel, maar halen ze niet uit de grond, omdat we geen mijnen in onze achtertuin willen. Dat is een probleem. We hebben allemaal gemerkt wat er gebeurt als je voor energie afhankelijk bent van een buitenlandse mogendheid als Rusland. Toch krijgt Europa nog een kans. De grootste batterijproducent ter wereld, CATL, verwacht vanaf 2030 nul nieuwe grondstoffen nodig te hebben voor zijn batterijen. Tot 2030 moeten we nog gigantisch veel mijnen gebruiken voor de energietransitie, daarna zijn er genoeg metalen in omloop. Er zijn nu al ketens die 99 tot 100 procent kunnen recyclen, zodat er een gesloten circuit ontstaat.
‘Een recyclingfabriek in de achtertuin is minder erg dan een mijn. Dus dat is de kans die Europa krijgt. En misschien wel een idee voor mijn volgende bedrijf.’
7. Uit wat voor gezin komt u?
‘Uit een liefdevol, calvinistisch gezin. Als je een talent hebt, moet je het gebruiken. Dat zit er echt in. Mijn broers zijn allemaal ondernemer geworden. En we kregen het rentmeesterschap mee, al vind ik dat niet zo’n mooie term. Pel je die af, dan is het: wees zuinig op de wereld en zorg ervoor dat je iets kunt nalaten aan de volgende generatie. Verbeter de wereld, begin een bedrijf – dat komt daarvandaan.
‘Ik ben de middelste in het gezin, met een tweeling onder mij – broertje en zusje – en een oudere broer en zus. Mijn moeder heeft een zorgteam opgericht voor Buurtzorg, waarin een vorm van ondernemerschap zit. Mijn vader werkte in softwareontwikkeling en was altijd druk in de weer met de kerk.
‘Ik doe zaken op een andere manier dan mijn ouders, maar de appel valt ook weer niet heel ver van de boom.’
8. iwell heeft de start-upfase overleefd. Geluk of gewoon goed ondernemerschap?
‘In mei 2016 is iwell opgericht. De eerste jaren is het vooral voorkomen dat je doodgaat met een soort financiële onzekerheid, die heel veel stress geeft. Dan had de ene compagnon bijna een burn-out, dan de andere. Dat is echt overleven, geen fun. Op een gegeven moment zou er een investeerder bij komen, maar die trok zich op het laatste moment terug. Okay, hoe moesten we dan de salarissen betalen? Er stonden vijftien mensen op de payroll. We hebben geld van vrienden en familie bij elkaar geschraapt, het laatste spaargeld erin gestoken. Niet wetend hoe we het na anderhalve maand weer rond zouden krijgen. Die fase duurde een paar jaar, waarin we telkens met een houdini-act wisten te overleven. Een pijnlijke periode waar we echt doorheen moesten.
‘Wat we goed deden, is dat we telkens een belangrijke draai maakten. Van liftbatterij naar grotere systemen. Van het outsourcen van software-ontwikkeling naar alles intern uitvoeren. Dat is geen geluk, daar heb je invloed op. Ook volhardendheid is geen geluk.
‘Wat wel geluk is: de energiecrisis. Opeens snapte iedereen dat je zonder energie nergens bent, en werd duidelijk wat netcongestie is. Nederland is daarin koploper. Dat is – erg cynisch – ons geluk.’
9. Wie is schuldig aan de netcongestie?
‘Wat we zagen in de afgelopen jaren, is exponentiële groei. Als je een exponentiële curve doorloopt, is het lastig anticiperen. Je bent óf te laat óf te vroeg, waarschijnlijk nooit precies op tijd. Helemaal als je er rekening mee houdt hoeveel jaren een proces duurt als je een stuk grond aankoopt voor een nieuw transformatorstation. De grond open, kabels erin. Maar wat ik tekenend vond: toen wij een jaar of zes geleden in de bestuurskamer van een netbeheerder zaten, werd ons gezegd: “Nederland is een koperen plaat.” Ze bedoelden dat iedereen die wil, zich kan aansluiten op het net. We hebben het beste elektriciteitsnet ter wereld. Dat is echt zo.
‘Maar als dit het bestuur is, dacht ik, dan vind ik dat wel shocking. Zij moeten verder kijken dan de waan van de dag. Tegelijkertijd: hadden zij de exponentiële curve kunnen inschatten? Lastig. Wat ze hadden kunnen doen, is bij alle transformatorstations metingen verrichten. Gewoon realtime. Zodat je precies weet wat de echte netbelasting is en geen theoretische, modelmatige congestie gaat berekenen. Dan had je misschien minder bedrijven de toezegging hoeven weigeren. Dat vind ik verwijtbaar.’
10. Wat zijn uw plannen voor de toekomst?
‘In Nederland zie je vaak dat scale-ups worden opgekocht en opgaan in een groot conglomeraat, waarna je er nooit meer iets van hoort. Wij zijn het energiebedrijf van de toekomst, here to stay. Ik hoef het niet te runnen over tien jaar, maar wil niet dat we worden opgeslokt door zo’n conglomeraat. Dat moeten we voorkomen, want dat gebeurt te vaak in Nederland.’
‘Ik wil niet dat we worden opgeslokt door een groot conglomeraat’