Factcheck: is wonen in Nederland echt zoveel duurder dan in andere Europese landen?

Wonen in Nederland is niet veel duurder dan in andere landen. Beeld: Peter Hilz/HH/ANP

Is wonen in Nederland duurder dan in andere Europese landen? Dat valt erg mee. En moeten jongeren dan noodgedwongen bij hun ouders blijven wonen? Ook dat valt mee.

De Nederlandsche Bank (DNB) wees afgelopen week op de stijgende huizenprijzen en de nare gevolgen voor vooral starters op de huizenmarkt. Dit jaar stijgen de huizenprijzen volgens DNB met 5,9 procent, in 2025 met 4,1 procent en in 2026 met 3,9 procent. Starters komen er daardoor niet meer aan te pas, aldus DNB.

De centrale bank rekent voor dat een gemiddeld koophuis inmiddels 452.000 euro kost. Dan is een bruto-huishoudinkomen van 95.000 euro nodig om de hypotheek te kunnen betalen.

Geven Nederlanders te veel geld uit aan wonen? En zijn starters het kind van de rekening?

Nederland is zeker niet het duurst

Het Centraal Bureau voor de Statistiek presenteerde onlangs een onderzoek naar het deel van het besteedbaar inkomen dat Nederlanders uitgeven aan wonen, de zogeheten woonquote. Die is gemiddeld 23 procent. Dat lijkt hoog, maar daarmee staat Nederland qua hoogte op de zesde plek van de Europese Unie. Dat valt mee.

Hoe staat het dan met de huren in ons land? In 2023 waren die 18,5 procent hoger dan in 2015. Daarmee staat Nederland op de zestiende plek in Europa. Bovenaan staan Litouwen en Hongarije, waar de huurprijs sinds 2015 met 68,2 en 66,5 procent steeg.

In Griekenland is wonen pas echt duur. In 2022 was de woonquote er 34 procent. Ook inwoners van Denemarken, Duitsland, Luxemburg en Bulgarije waren een groter deel van hun inkomen kwijt aan wonen dan Nederlanders. Wilt u echt weinig geld uitgeven aan wonen? Ga dan naar Malta. Daar is de woonquote het laagst van de EU: 9 procent in 2022.

Woonlasten, uitgedrukt in percentage van het besteedbaar inkomen

Griekenland: 34,2

Denemarken: 25,4

Duitsland: 24,5

Luxemburg: 23,8

Bulgarije: 23,3

Nederland: 22,6

Zweden: 22,2

Tsjechië: 19,7

Hongarije: 19,7

Finland: 18,9

Bron: CBS

Voor jongeren ligt de woonquote logischerwijs wat hoger – hun inkomen moet nog stijgen. Voor Nederlanders onder de dertig jaar is de woonquote 25 procent, vergelijkbaar met de woonquote van jongeren in België, Duitsland en Zweden. In Zuid-Europa is het percentage lager, maar dat is doordat jongeren daar traditioneel langer bij hun ouders blijven wonen.

Weinig jongeren wonen nog bij hun ouders

Hoewel er in Nederland woningnood is, wonen jongeren van 25 tot 30 jaar relatief weinig bij hun ouders: 17,3 procent van hen deed dat op de peildatum 1 januari 2023. In Kroatië is dat percentage met 80,7 het hoogst van de EU. Ook in Slowakije en zuidelijke lidstaten als Italië, Portugal en Spanje wonen relatief veel jongeren bij hun ouders.

Alleen in Zweden, Finland en Denemarken is het aandeel jongeren (25-30 jaar) dat bij de ouders woont lager dan in Nederland. In Denemarken is dit slechts 5 procent.

Dus ondanks alle financiële uitdagingen en het geringe aanbod aan geschikte woonruimte, weten Nederlandse jongeren nog altijd onderdak te vinden buiten het ouderlijk huis.

Schrijf u in voor onze ochtendnieuwsbrief

Abonneer u op de gratis nieuwsbrief EW Ochtend en start de dag scherp met de belangrijkste artikelen over politiek, economie en buitenland.