Hoeveel duurder worden Chinese auto’s?

14 juli 2024Leestijd: 6 minuten
Elektrische auto van de Chinese startup Leapmotor. Beeld: VCG

De Europese Commissie heeft woord gehouden. Tot 5 november gelden nieuwe importheffingen van 27,4 tot 47,6 procent voor auto’s made in China. Komt het intussen niet tot een vergelijk, dan dreigt een handelsoorlog tussen Europa en China – met mogelijk verstrekkende gevolgen.

In de aanloop naar de Europese verkiezingen werd bekend dat Peking buitensporige overheidssteun verleent aan Chinese automerken. Daardoor kunnen die goedkoper produceren dan niet-Chinese constructeurs én kunnen die laatste niet concurreren met BYD en co. Volgens een onderzoek in opdracht van de Europese Commissie maakt China zich op grote schaal schuldig aan concurrentievervalsing.

Politieke beslissing met beperkt draagvlak

In een eerste reactie stelde de Europese Commissie strafmaatregelen in het vooruitzicht in de vorm van bijkomende importheffingen op auto’s made in China. De maatregel geldt ook voor de elektrische auto’s die BMW, Cupra, Dacia, MINI, Polestar, Smart en Volvo in China produceren. Europa volgt hiermee het voorbeeld van Brazilië, India, Turkije en de Verenigde Staten.

De bijkomende importheffing is een politieke beslissing van een politiek orgaan, en is bedoeld om de Europese automobielindustrie te beschermen. Die laatste heeft Europa internationaal op de kaart gezet en uitgebouwd tot een economische grootmacht. De automobielindustrie is de drijvende kracht achter de Europese welvaart en zorgt en direct en indirect voor miljoenen banen.

Wij weten ondertussen dat niet alle lidstaten de beslissing van de uittredende Europese Commissie steunen. Vooral de Duitse regering is tegen, uit vrees voor tegenmaatregelen van China. Die kunnen rampzalige gevolgen hebben voor Duitse autoconstructeurs. China is hun grootste afzetmarkt: Audi, BMW, Mercedes en Volkswagen realiseren er 30 tot 40 procent van hun omzet en winst.

De Duitse – en evenzeer de Franse en Italiaanse – automerken zijn bovendien sterk afhankelijk van hun Chinese onderdelenleveranciers. Die leveren tot 75 procent van alle onderdelen, daaronder ook essentiële onderdelen zoals batterijen en halfgeleiders.

Zelfs wanneer BMW en co erin slagen om zelf batterijen te bouwen, blijven zij aangewezen op de grondstoffen die nodig zijn om batterijcellen aan te maken. Ook die zogenaamde zeldzame metalen worden aangeleverd door Chinese bedrijven die ter zake over een bijna-monopolie beschikken.

Zoals gezegd, de EU-landen en Europese autoconstructeurs zijn intern verdeeld en trekken niet één lijn. De ene is voor, de andere tegen. Dat belooft wat voor het verloop en uiteindelijke resultaat van de onderhandelingen met China.

Klanten kunnen op beide oren slapen

Wat voorafgaat, geeft een somber beeld van de toekomst van de Europese automerken. Hoe ernstig is de situatie echt? Uit de cijfers blijkt dat in oktober vorig jaar 25 procent van alle in Europa ingeschreven elektrische auto’s van Chinese makelij was. Vier jaar geleden was dat 3,9 procent. In diezelfde periode daalde het aandeel van de in Europa geproduceerde e-auto’s van 68,9 naar 59,9 procent.

Wat betekent een en ander voor de consument, voor u en mij? Op korte termijn zullen de constructeurs nieuwe importheffingen niet doorrekenen aan de klant. Dat leert een rondvraag bij de betrokken importeurs.

Te beginnen bij Volvo, dat een goede beurt maakt met de EX30. Woordvoerder René Aerts van Volvo België: ‘Klanten die een nieuwe Volvo hebben besteld, moeten zich niet ongerust maken: de overeengekomen prijs blijft dezelfde. Op bedrijfsniveau wordt een financiële reserve aangelegd voor het geval er tegen 5 november geen compromis wordt bereikt. Sowieso verhuist de productie van de EX30 voor Europa vanaf volgend jaar naar Volvo Gent en vallen dan alle importheffingen weg.’

Ook BMW- en MINI-woordvoerder Jeroen Lissens stelt zijn klanten gerust. ‘De prijs op de bestelbon is de enige die telt.’ Eerder raakte bekend dat de BMW iX3 uit het schap verdwijnt en dat diens opvolger niet meer in China maar in Hongarije van de band zal rollen. Lissens wijst er ook op dat de legendarische MINI-fabriek in het Engelse Oxford wordt omgebouwd om daar, vanaf 2026, de e-modellen van MINI te kunnen produceren.

Ook MG-klanten kunnen op beide oren slapen. Bart Hendrickx: ‘MG is het best verkopende Chinese merk en zal dat ook blijven. Wij bieden de beste prijs-kwaliteitverhouding, geen haar op ons hoofd die eraan denkt onze prijzen te verhogen naar aanleiding van de beslissing van de Europese Commissie. Die beslissing heeft een tijdelijk karakter. Ik hoop en verwacht dat er tegen november een eerbaar compromis uit de bus komt. Niemand heeft baat bij een handelsoorlog.’

Hendrickx wijst er nog op dat MG nog altijd meer auto’s verkoopt met een verbrandingsmotor dan met een elektromotor.

BYD is het snelst groeiende Chinese automerk op de Belgische markt. Volgens woordvoerder Thomas De Meuter is een prijsaanpassing niet aan de orde. ‘ Bestaande contracten worden niet geraakt. In Europa beschikken wij bovendien over een voorraad aan voorraadwagens die onmiddellijk leverbaar zijn tegen de huidige prijs.’

Wat als er geen compromis komt?

In afwachting van de nieuwe Europese Commissie die nog moet worden geïnstalleerd en het nieuwe Europees Parlement dat zijn werkzaamheden begint, onderhandelen hooggeplaatste EU-ambtenaren met Chinese collega’s over het opheffen dan wel afzwakken van de nieuwe importheffingen, in ruil voor het stopzetten van buitensporige overheidssubsidies aan Chinese autobouwers.

China beschouwt die eis als een inmenging in de economische politiek van het land. De autoritaire president Xi Jinping tilt daar zwaar aan. Ingaan op eisen van het kapitalistische Westen, kan worden geïnterpreteerd als een teken van zwakte van zijn regime. Door de verdeeldheid aan Europese kant staat hij in een sterke onderhandelingspositie, die hem de gelegenheid biedt de verdeeldheid tussen Duitsland, Frankrijk en Italië nog te vergroten.

Wijst China de eis van Europa af – en die die kans is reëel – dan krijgen de voorlopige importheffingen een definitief karakter en zal Europa overgaan tot het innen van de extra heffingen. Op dat moment zullen de prijzen van auto’s made in China in Europa wel de hoogte ingaan. Met hoeveel, dat is koffiedik kijken.

Volgens schattingen van het Oostenrijkse Instituut voor Economisch Onderzoek zou dat de verkoop van Chinese auto’s in Europa met 42 procent doen dalen. Dat lijkt overdreven, maar feit is dat elke prijsverhoging een schadelijke impact heeft op de verkoop.

Dat is ook slecht nieuws voor de Chinese automerken. Die kampen in eigen land met kleinere groeipercentages en marginale winstmarges, en hebben hun hoop gevestigd op export naar Europa.

Maar die komt trager op gang dan verwacht, waardoor de meeste Chinese autoconstructeurs met grote voorraden zitten. Uitvoer naar de Verenigde Staten is onmogelijk door de recente verhoging van de importheffing naar 100 procent. Ook groeilanden zoals Brazilië en India kennen inmiddels importheffingen op Chinese auto’s. Zo comfortabel is de onderhandelingspositie van China dus toch niet.

Importheffingen halen niets uit

Blijft de vraag of importheffingen een goede maatregel zijn. De meningen lopen uiteen. Duitsland is stelselmatig tegen, bang voor extra importheffingen door China op grote luxewagens made in Germany. De maatregel zou de omzet en winst van BMW en Mercedes op de Chinese markt fors doen slinken. Nu nog genieten de Mercedes S-klasse en BMW 7 in China hoog aanzien bij de gegoede klasse. Maar blijft dat zo wanneer die plots veel duurder worden?

Voorlopig slaagt Duitsland er niet in om Frankrijk, Italië en Spanje te overtuigen mee verzet aan te tekenen tegen Europese importheffingen. Om die ongedaan te kunnen maken, moet Duitsland in de Europese Raad kunnen rekenen op de steun van een gekwalificeerde meerderheid van minstens vijftien EU-lidstaten die samen 65 procent van de Europese bevolking vertegenwoordigen.

Ook in ondernemerskringen heerst geen eensgezindheid, afhankelijk van de sector. Volgens Thomas Baert in de Vlaamse krant De Tijd halen importtarieven niets uit. De Vlaamse ondernemer woonde en werkte vijftien jaar in China als zelfstandig importeur van parket. ‘Met subsidies kan je sommige zaken versnellen, maar geen enkele start-up is alleen door subsidies succesvol geworden. Chinese ondernemers zullen gewoon in andere landen produceren en van daaruit exporteren. Vietnam staat vol fabrieken van Chinezen.’

Het laatste woord hierover is duidelijk nog niet gezegd. Achter de schermen gaat de woordenstrijd in alle hevigheid verder. Of die een handelsoorlog kan voorkomen, is hoogst onzeker. Wat de afloop ook wordt, de consument betaalt de rekening.

Welke merken worden hoeveel duurder?

De nieuwe (voorlopige) Europese importheffingen op auto’s made in China verschillen van merk tot merk, afhankelijk van de mate waarin die meewerkten aan het onderzoek van de Europese Commissie. Hieronder een overzicht van de percentages die gelden tot 5 november 2024.

BYD 27,4 procent
Geely (Polestar, Volvo) 29,9 procent
Smart #1 en #3 29,9 procent
Aiways 30,8 procent
BMW (iX3) 30,8 procent
Omoda 30,8 procent
Nio 30,8 procent
Dacia Spring 30,8 procent
Tesla 30,8 procent
Xpeng 30,8 procent
MINI Cooper en Aceman 47,6 procent
MG 47,6 procent
Seres 47,6 procent
Cupra Tavascan 47,6 procent

Dit artikel is met toestemming overgenomen van Knack.be

Urbain Vandormael
Urbain Vandormael is expert op het gebied van de autosector en schrijft voor o.a.
Lees meer
Urbain Vandormael