De twee wapens van minister van Financiën Eelco Heinen: zo bewaakt hij de schatkist

31 juli 2024Leestijd: 3 minuten
Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) in Vak K. Beeld: Peter Hilz/HH/ANP

PVV, VVD, NSC en BBB hebben duidelijke afspraken gemaakt over het begrotingstekort. Het wordt moeilijk om die na te leven. Wat zijn de rode lijnen van minister Eelco Heinen van Financiën?

Er werd wat lacherig gedaan over de financiële onderbouwing van het Hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB medio mei presenteerden. Doordat veel plannen onuitvoerbaar zouden zijn, zou de ene na de andere tegenvaller ontstaan. Ongetwijfeld was dat niet de droomstart waarop Eelco Heinen (VVD) hoopte voor het nieuwe kabinet.

Toch heeft het kabinet, met Heinen als minister van Financiën, harde ­afspraken gemaakt over het begrotingstekort. Er zijn twee ‘rode lijnen’.

Onhaalbare plannen

De eerste is dat het tekort jaarlijks onder 3 procent moet liggen. Dreigt dat te mislukken, dan zijn bezuinigingen of lastenverhogingen nodig. Dat laatste heeft niet de voorkeur van het kabinet.

Om te zorgen dat het kabinet niet elk jaar de grens opzoekt, is ook een tweede rode lijn afgesproken: het gemiddelde tekort over de regeerperiode mag niet meer dan 2,8 procent worden.

Uit de doorberekening van de kabinetsplannen door het Centraal Planbureau blijkt inderdaad dat sommige plannen onhaalbaar zijn, maar ook dat de coalitie zich soms arm heeft gerekend. Zo denkt het Planbureau dat het kroonjuweel van dit kabinet – halvering van het eigen ­risico in de zorg – minder geld kost.

Tegelijk blijkt uit de doorrekening van het Planbureau dat het kabinet in 2026 met een tekort van 3,3 procent over de eigen grens van 3 procent dreigt te gaan. Dat betekent dat Heinen volgend jaar op zoek moet naar bezuinigingen.

Uit berekeningen door EW blijkt ­bovendien dat ook die twee rode lijn akelig dicht wordt genaderd. Als de economie en de overheidsfinanciën zich precies ontwikkelen als het CPB voorspelt, dan is het gemiddelde tekort in de regeerperiode op 2,75 procent, net minder dan die 2,8 procent. In ­euro’s: Heinen heeft marge voor tegenvallers van grofweg 2 tot 3 miljard euro. Maar hij heeft nu al te maken met tegenvallers die opgeteld een ­hoger bedrag zijn (zie ‘Marge voor tegenvallers’ onderaan deze pagina). Meevallers zijn er niet.

Eelco Heinen staat al klaar om te bezuinigen

Tijdens zijn hoorzitting in de Tweede Kamer zei (toen nog toekomstig minister) Heinen – geconfronteerd met die tegenvallers – dat hij het wel ‘heel snel’ vond om deze zomer al extra bezuinigingen bij elkaar te schrapen voor de Miljoenennota voor 2025. Als het tekort niet boven 3 procent uitkomt, kan Heinen zich die houding permitteren. Maar nog steeds moet hij dan de komende jaren meer bezuinigen om onder die 2,8 procent te blijven.

Verder moet Heinen zich erop voorbereiden dat de ‘zachte’ bezuinigingen die zijn ingeboekt – zoals een lagere ­afdracht aan de Europese Unie en snijden in het ambtenarenapparaat – niet worden gehaald. In het kabinet zijn daarover afspraken gemaakt. Worden die niet gehaald, dan bezuinigt het kabinet door de uitgaven van ministeries niet mee te laten stijgen met de inflatie. Zo legt Heinen de kaasschaaf alvast klaar.

Klik op de infographic voor de uitvergrote versie