Gas en elektriciteit komen niet zomaar bij de afnemer terecht. Via het gas- en elektriciteitsnetwerk worden deze energiedragers vervoerd. Om de kosten voor het aanleggen en beheer daarvan te dekken, rekenen de beheerders zogeheten nettarieven.
De consument rekent die tarieven niet direct af bij de netbeheerder, maar via de energierekening. De toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) stelt vast hoe hoog die tarieven mogen zijn. Een huishouden is voor gas en stroom bij elkaar opgeteld al gauw zo’n 600 honderd euro per jaar kwijt.
Uitgangspunt bij het vaststellen van de tarieven door de ACM, is dat netbeheerders voldoende inkomsten hebben en dat er een eerlijk tarief is voor consumenten, omdat zij niet zelf de netbeheerder kunnen kiezen. De ACM toetst investeringen van netbeheerders: als de waakhond deze doelmatig acht, mogen netbeheerders de investeringskosten voor een deel doorberekenen in de nettarieven. In Nederland zijn er zes regionale netbeheerders voor elektriciteit, en één landelijke: TenneT.
Net als Netbeheer Nederland wil de ACM een nieuwe methode om de tarieven vast te stellen. Eind vorig jaar vroeg het geïnteresseerde partijen om daarover mee te denken.
Wijziging tariefstelstel
In Vlaanderen wijzigde in 2023 het tariefstelsel. In het Vlaamse stelsel betalen klanten niet alleen voor het afnemen van elektriciteit, maar ook voor de maximale piek die het afnemen van elektriciteit veroorzaakt. Klanten die een hogere piekbelasting veroorzaken op het net, betalen fors meer. Dat leidde tot veel discussie in het Vlaamse parlement. Daar wordt de discussie over nettarieven al langere tijd gevoerd op het hoogste politieke niveau.
De vraag is of de financieringsstructuur via nettarieven nog langer houdbaar is. De kosten zijn niet te betalen voor de industrie en voor mensen die het minder breed hebben.