Van luxemerk Aston Martin tot massabouwers Volkswagen en Stellantis: ze gingen maandag 30 september onderuit op de beurs, na winstwaarschuwingen van de grote concerns. Wat is er aan de hand, en wat betekent dit voor de Europese economie?
De beursverliezen liepen flink op bij de autofabrikanten. Autogroep Stellantis – waaronder veertien merken vallen, onder meer Citroën, Fiat, Opel en Chrysler – daalde in een dag bijna 10 procent in waarde, maker van sportauto’s Aston Martin zelfs 20 procent. Voor Volkswagen bleef het verlies beperkt: bijna 3 procent.
Alle drie hadden voorafgaand aan de beursopening winstwaarschuwingen afgegeven. Volkswagen deed dat al op vrijdag 27 september. Volkswagen en Stellantis zijn samen met Toyota de grootste autoconcerns ter wereld.
De winstwaarschuwingen zijn tekenend voor de crisis in de branche. Begin september waarschuwden BMW en Mercedes al voor tegenvallende resultaten. De westerse fabrikanten staan onder zware druk. Europese autobouwers als Volkswagen, Stellantis, BMW en Mercedes moeten het vooral van de verkopen buiten Europa hebben. Maar die vallen dit jaar tegen, zowel in China als in de Verenigde Staten.
Daarnaast zijn de kosten voor investeringen in elektrisch rijden al jaren hoog, terwijl de inkomsten dalen door tegenvallende verkopen. Ook neemt de concurrentie toe doordat Chinese fabrikanten de markt bestormen.
Stellantis hapert in de Verenigde Staten
Zo is 2024 een kanteljaar voor veel autobouwers. Het jaar begon rooskleurig voor veel fabrikanten. Zo gaf onder meer Stellantis nog extra dividend aan de aandeelhouders. Inmiddels zakt het concern weg.
Ook op de Amerikaanse markt gaat het niet goed. De verkopen van merken als Dodge en Chrysler zijn gedaald, waardoor dealers met grote voorraden kampen. De dealers van Dodge zouden voor liefst 149 dagen aan verkopen vooruit kunnen, liet marktonderzoeksbureau Cox weten aan The New York Times. Daarmee is de voorraad twee keer zo groot als het gemiddelde in de Verenigde Staten.
Voor Stellantis is de Amerikaanse markt, samen met de Europese, van groot belang. Zijn marktaandeel in de Verenigde Staten zakte dit jaar voor het eerst onder de 10 procent. Stellantis investeerde te weinig in zijn Amerikaanse merken, terwijl ook in Europa de verkopen tegenvallen. In augustus daalden de verkopen in Europa met bijna 20 procent, naar het laagste aantal in drie jaar.
Europese welvaart op het spel
Ook in China vallen de verkopen terug. Daar heeft Stellantis minder last van, omdat het daar nauwelijks een rol speelt. Maar de zwakke Chinese markt is voor de Volkswagen Group des te problematischer. Het concern zet in China bijna eenderde van zijn auto’s af.
De Chinese economie verkeert in zwaar weer, wat de vraag naar auto’s drukt. Ook kampt de groep, naast Volkswagen bekend van merken als Audi, Skoda en Lamborghini, met de concurrentie van Chinese fabrikanten. Die lopen voorop bij het ontwikkelen van elektrische auto’s, wat Volkswagen ook op de Europese thuismarkt parten speelt.
Chinese fabrikanten als BYD en Geely bestormen de Europese markt. De Europese Unie voert nu invoerheffingen in om de Europese merken te beschermen. Volgens de EU ontwikkelen Chinese merken hun modellen met oneerlijke staatssteun.
Door de zwakke vraag dreigt Volkswagen voor het eerst in zijn 87-jarige geschiedenis een fabriek in Duitsland te moeten sluiten. Dat dreigement leidde tot een crisisoverleg tussen de Duitse overheid en Duitse automakers Volkswagen, Mercedes en BMW, dat geen concreet resultaat opleverde. Duitsland schrapte dit jaar subsidies voor elektrische auto’s, waardoor ook daarvan de verkopen daalden. De fabrikanten willen die aanschafsubsidie terug, maar daar heeft de Duitse staat nog geen geld voor gevonden.
Door de problemen van de autobouwers staan duizenden Europese banen op de tocht. Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat 2,6 miljoen mensen in Europa werkzaam zijn in de autoproductie. Wie toeleveranciers meetelt, komt uit op liefst 13,8 miljoen mensen – 7 procent van alle werkenden in de Europese Unie. Zo staat met de crisis van de autofabrikanten ook de Europese welvaart op het spel.