De band tussen de Verenigde Staten en Nederland is al eeuwen hecht. Dat vertaalt zich ook in veel handel. De invoerwaarde van Amerikaanse spullen kwam in 2023 uit op 78 miljard euro.
Sinds gouverneur Johannes de Graaff van Sint Eustatius op 16 november 1776 het Amerikaanse marineschip Andrew Doria met saluutschoten verwelkomde in de Oranjebaai, is de band tussen de Verenigde Staten en Nederland hecht. Niet eerder klonken saluutschoten voor een schip dat onder Amerikaanse vlag voer.
Voor de Verenigde Staten was dit de eerste keer dat hun onafhankelijkheid officieel werd erkend. Dat was natuurlijk wel tegen het zere been van de Engelsen, die hun enorme kolonie niet kwijt wilden. De Nederlandse steun aan de Amerikanen resulteerde in 1780 in de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog. Die pakte desastreus uit voor de Republiek. Grote delen van de koopvaardijvloot vielen in handen van de Engelsen, koloniën gingen verloren, Sint Eustatius werd geplunderd.
Vooral Amerikaans gas en olie
Bijna 250 jaar later is Nederland die economische klap al lang te boven. De band met de Verenigde Staten is nog steeds hecht. Dat laatste bleek begin november uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De meeste geïmporteerde goederen en grondstoffen komen nog steeds uit Duitsland, maar de Verenigde Staten staan ferm op plaats twee.
In 2023 kwam de invoerwaarde van Amerikaanse spullen uit op 78 miljard euro, ruim twee keer zoveel als er in dat jaar door Nederland uit het Verenigd Koninkrijk is geïmporteerd. Vooral Amerikaans gas en olie zijn gewild, nu daarvan steeds minder uit Rusland komt.