In de nieuwste aflevering van podcast Elke Week bespreken hosts Sam Verbeek en Geerten Waling met economieredacteur Joris Heijn EW’s jaarlijkse Top 500 bedrijven.
Nummer 1 is opnieuw het relatief onbekende Vitol, een in Rotterdam gevestigd oliehandelsbedrijf met een jaaromzet van 370 miljard euro. Hoewel Vitol wereldwijd opereert, heeft het nog altijd sterke wortels in Nederland.
De top-3 wordt gecompleteerd door Ahold Delhaize, het moederbedrijf van Albert Heijn, en ASML. De chipmachinemaker heeft dit jaar een lagere omzet, maar scoort nog altijd hoog met dank aan zijn sterke beurswaarde en winstgevendheid.
Uit de lijst blijkt dat het Nederlandse bedrijfsleven gebukt gaat onder serieuze uitdagingen. Terwijl banken profiteerden van de stijgende rente, zag bijna de helft van de andere bedrijven de winst in 2023 dalen. Eenderde moest in het personeelsbestand snijden.
De lijst bevat ook lichtpuntjes. Zo komt online supermarkt Picnic op als jonge, snelgroeiende speler en is de chipindustrie nog steeds in opmars. Nederland behoudt een sterke positie door zijn relatief hoogopgeleide arbeidsmarkt en sterke infrastructuur zoals de Rotterdamse haven.
Toch lijkt de toekomst onzeker. CEO’s van grote bedrijven maken zich in EW zorgen over het investeringsklimaat, dat lijdt onder meer hoge energieprijzen, toenemende regeldruk vanuit Den Haag en Brussel en de negatieve publieke opinie ten aanzien van het bedrijfsleven. De CEO’s hameren op meer stabiliteit en een gunstigere investeringsomgeving.