Uitstellen van onderhoud is niet meer nodig na wetswijziging in 2012.
Veel onderhoudskosten voor monumentenpanden zijn fiscaal aftrekbaar. Ook kunnen eigenaars van zulke panden goedkope hypotheken krijgen voor omvangrijke restauratieprojecten. Sinds 2012 zijn de aftrekmogelijkheden verruimd.
Tot 2012 gold een hoge drempel voor de aftrekpost wegens onderhoud van rijksmonumenten: 0,8 procent van de WOZ-waarde. Eigenaar-bewoners van zo’n pand trachtten daarom onderhoudswerk op te sparen, en in één belastingjaar op te voeren, om zoveel mogelijk onderhoudskosten af te kunnen trekken van de inkomstenbelasting (box I). Nadeel van het opsparen van onderhoudswerk was dat de financiering moeilijker werd, als er te weinig spaargeld op de rekening stond.
De drempel van 0,8 procent is in 2012 afgeschaft. Daar staat tegenover dat nog maar 80 procent van de werkelijk gemaakte onderhoudskosten aftrekbaar zijn. Ook zijn vaste aftrekposten, zoals de waterschapslasten, de opstalverzekeringspremie en het eigenaarsdeel van de onroerende zaakbelasting, zijn geschrapt.
In veel gevallen zijn deze wetswijzigingen toch voordelig voor de eigenaar van een rijksmonument. Bij een pand met een WOZ-waarde van 600.000 euro was tot 2012 de eerste 4.800 euro aan onderhoudskosten niet aftrekbaar. Bij een kostenpost van 10.000 euro was indertijd dus slechts 5.200 euro aftrekbaar. Nu is 8.000 euro aftrekbaar. Bij hogere inkomens, die onder het 52 procenttarief vallen, levert dit een belastingvoordeel van 4.160 euro op. Het voordeel kan vooraf worden aangevraagd, waardoor eigenaren met beperkte eigen middelen minder snel een lening hoeven af te sluiten om het onderhoud te financieren.
Bij het Restauratiefonds kunnen eigenaren tegenwoordig een hypotheeklening afsluiten met een rente, die 5 procent onder de marktrente ligt. Het minimum is 1,5 procent.
Niet al het onderhoud is aftrekbaar. Binnenschilderwerk is bijvoorbeeld niet aftrekbaar, buitenschilderwerk weer wel. Woningverbeteringen zijn niet aftrekbaar, maar de reparatie van een vloer met antieke tegels wel. De eigenaar die verdwenen monumentale elementen opnieuw wil aanbrengen, krijgt echter geen belastingvoordeel. Tuinonderhoud is evenmin aftrekbaar, tenzij het een monumentale tuin betreft. Daar is een aparte regeling voor.
De eigenaar kan omvangrijke restauratieprojecten vooraf laten beoordelen door het Bureau Monumentenpanden van de Belastingdienst. Dan krijgt de eigenaar zekerheid over de exacte aftrekpost. Voor beperkter onderhoud is de goedkeuring vooraf niet verplicht. Wel moet de eigenaar de nota’s van aannemers bewaren, want de Belastingdienst vraagt de originele nota’s altijd op.