Staat verdient goed aan staatssteun ING

De overheid maakt 12 procent rendement per jaar op de staatssteun aan ING. Dat was ook het doel van voormalig minister van Financiën Wouter Bos (PvdA)

Als ING in mei 2015 het laatste deel van de staatssteun van 10 miljard euro heeft terugbetaald, dan zal de overheid daar tenminste 3,5 miljard euro op verdiend hebben – exclusief de rentelasten die de staat heeft gehad. Dit blijkt uit een overzicht dat ING-topman Jan Hommen onlangs gaf aan analisten.

Naast de kapitaalsteun van 10 miljard verstrekte toenmalig minister van Financiën Wouter Bos (PvdA) ook nog een garantie op een portefeuille Amerikaanse hypotheekobligaties, die bij ING voor 30 miljard euro in de boeken stond. Als deze portefeuille nu verkocht zou worden, zou de staat er winst op kunnen maken, meent Hommen.

Obligaties

De hypotheekobligaties hebben op dit moment een marktwaarde van 71 procent van de nominale waarde. Als ze bij verkoop meer opleveren dan 66,6 procent van de nominale waarde, dan maakt de huidige minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem (PvdA) winst.

Winst maken op de ingewikkelde garantieverstrekking was een voorop gesteld doel, zo blijkt uit stukken die Bos destijds naar de Tweede Kamer stuurde. Daarom gaf hij geen kale garantie, maar nam hij 80 procent van het economisch eigendom over. Het juridische eigendom bleef volledig bij ING. De bank en verzekeraar bleef de portefeuille ook beheren.

Geldstromen

De constructie leidde tot ingewikkelde geldstromen tussen ING en de staat. De staat krijgt 80 procent van alle rentebetalingen en aflossingen binnen. In ruil daarvoor betaalt de staat aan ING een vergoeding voor de financiering van de portefeuille. De vergoeding bedraagt 3 procent, plus het variabele interbancaire libor-tarief. Deze vergoeding is lager dan de inkomsten die de staat genereert uit de hypotheekobligaties, maar hoger dan de rente die de staat betaalt op de staatsschuld.

ING betaalt de staat een vergoeding van 650 miljoen euro (over 10 jaar) voor de garantiestelling, maar ING ontvangt van de staat een beheervergoeding van ruim 700 miljoen euro.