Lijfrente-uitkeringen vallen zwaar tegen door de lage rentestand. Welk alternatief heeft de polishouder?
Miljoenen Nederlanders hebben in het verleden lijfrentepolissen afgesloten. Zo is een kapitaal opgebouwd waaruit een verzekeraar een maandelijkse, belastbare uitkering kan doen vanaf het moment dat het kapitaal ‘vrijvalt’.
Verzekeraars schatten dat de komende maanden circa 5 miljard euro aan lijfrentekapitalen gaat vrijvallen. De uitkeringen kunnen door de lage rentestand alleen maar tegenvallen. Want hoe lager de rente, hoe lager de uitkeringen.
Kapitaal
Een man van 67 jaar, die een kapitaal van 250.000 euro bij elkaar heeft gespaard, kan daar bij Nationale-Nederlanden een levenslange uitkering van 1.070 euro per maand voor kopen. Vijftien jaar geleden was de rentestand veel hoger, en had een polishouder een 70 procent hogere uitkering kunnen krijgen voor hetzelfde kapitaal.
Het loont om te gaan shoppen met het kapitaal. Verzekeraar Conservatrix bood medio december 2014 een uitkering van 1.118 euro per maand. Aegon bood slechts 990 euro. De website 123lijfrente.nl helpt polishouders bij het zoeken naar het beste bod.
Polishouders hebben mogelijkheden om de lage rente te omzeilen. Mensen die de uitkering (nog) niet nodig hebben, kiezen vaak voor uitstel. Iemand die dit jaar AOW-gerechtigd wordt, kan de uitkeringen uitstellen tot uiterlijk 31 december 2020. Uitstel leidt altijd tot een hogere uitkering, omdat de verzekeraar dan naar verwachting minder lang hoeft uit te keren.
Overhevelen
Polissen kunnen ook worden overgeheveld naar een geblokkeerde bankspaarrekening. Wie 250.000 euro kapitaal heeft opgebouwd, kan bij een bank twintig jaar lang een maandelijkse uitkering van circa 1.350 euro kopen. Dat is al meer dan een levenslange verzekerde lijfrente-uitkering. Het kapitaal beleggen kan ook. De uitkering wordt afhankelijk van het rendement, maar bij de huidige lage rente kan dit een beter resultaat opleveren.
Geslaagde ondernemers krijgen vaak het advies om de polis aan meerderjarige kleinkinderen te schenken. Als de uitkering gaat naar studerende kleinkinderen met een gering inkomen, hoeven die geen schenkingsrecht te betalen.
Elsevier 71ste jaargang, nummer 2, 10 januari