Reinoud Feenstra bedacht een manier om zout water zoet te maken

'Guido Benschop'

In de rubriek M’n goeie geld praten deelnemers over hun werk en financiën. Dit keer de 28-jarige Reinoud Feenstra, medeoprichter van Elemental Water Makers.

‘Tijdens onze master Sustainable Energy Technology aan de TU Delft bedachten mijn studiegenoot Sid Vollebregt en ik een techniek waarmee we van zout water zoet water kunnen maken. Het ontzilten gebeurt met zonne- en windenergie. In 2012 begonnen we Elemental Water Makers om de installaties te verkopen.
‘Inmiddels richten we ons vooral op eilandresorts: zoet water is daar schaars, en energie duur. Ik zag niet meteen dollar­tekens, maar ik geloof dat ontzilten met duurzame energie erg groot kan worden: we hebben veel prijzen gewonnen en we hebben voldoende financiering om het komende jaar te groeien.

‘Ik had weliswaar ook een beter betaalde ingenieursbaan kunnen hebben, maar ik krijg hier veel voor terug. Zo hebben we net onze eerste opdracht op de Britse Maagdeneilanden binnen, een belangrijk moment. Komend voorjaar zullen we op de eilanden een maand lang installeren voor die klant.
‘Elke maand keer ik mezelf nu 1.400 euro netto uit. Dat is genoeg om van te leven, maar ik kijk wel kritisch naar mijn uitgaven. Ik heb geen tablet, en mijn iPhone heb ik al vier jaar. En sparen, dat zit er niet in.
‘Mijn nieuwste kiteboard bijvoorbeeld heb ik voor 250 euro gekocht via Marktplaats. Ook als ik meer geld zou hebben, zou ik niet het nieuwste kopen. En als je de spullen hebt, is kitesurfen gratis. Mijn andere hobby, ijshockey, kost meer: 600 euro aan contributie per jaar, en onlangs een nieuwe hockeystick voor 70 euro.
‘Aan shoppen geef ik in elk geval weinig uit, ik besteed het geld liever aan uitjes. Ik ga in het weekeinde bijvoorbeeld graag naar vrienden in Amsterdam. Op die treinkaartjes en benzinekosten bezuinig ik niet. Met Sid deel ik een auto, een Suzuki Alto, die misschien 400 euro heeft gekost.
‘En in de zomer loop ik eerder met een barbecue naar het strand dan dat ik wat in een strand­tent ga eten. Verder hoef ik er weinig voor te laten – behalve misschien een kitesurfvakantie in Brazilië.’

Elsevier 71ste jaargang, nummer 2, 10 januari