Iedereen wil uw pakje: hoe de markt van pakketbezorgers explodeert

Door een fout bij het drukken van weekblad Elsevier (nummer 6, d.d. zaterdag 7 februari 2015) ontbreekt pagina 46. Hier vindt u het hele artikel over de pakjesmarkt, met de ontbrekende openingspagina.

Dankzij de populariteit van online winkelen, groeit de pakketmarkt. Bezorgers proberen de concurrentie voor te blijven. Straks vliegen drones de straat in om uw pakjes af te ­leveren of laat u ze bezorgen in de kofferbak van uw auto.

Het begint net licht te worden als André Meure, bezorger voor PostNL, een steegje in de binnenstad van Haarlem inrijdt voor zijn eerste ‘stop’. Hij parkeert zijn busje achter dat van concurrenten DHL en UPS. De bezorgers groeten elkaar.

Meure heeft 186 pakketten achter in zijn bestelbusje liggen. De bezorger belt aan bij een monumentaal pand met drie pakjes in zijn armen. Er wordt niet opengedaan. ‘Ik vind het een sport om zo veel mogelijk pakjes weg te douwen. Per dag probeer ik er niet meer dan tien mee terug te nemen,’ zegt Meure (52).

Dus belt hij aan bij de buurvrouw, in de hoop dat hij de pakjes daar kan afleveren. Die doet open in haar ochtendjas, haren in de war. Ze vraagt hoopvol of hij het vogelhuisje komt afleveren dat ze online heeft besteld. Meure moet haar teleurstellen. Maar ze neemt de pakjes voor de buren van hem over.

Florerend

Waar de traditionele postmarkt krimpt, explodeert de markt van de pakketbezorging. Alleen al de grootste speler in Nederland PostNL bezorgde in 2013 zo’n 131 miljoen pakketten aan klanten, met een topdrukte van meer dan één miljoen pakjes op een dag. Dat was op 2 december, vlak voor Sinterklaas.

Afgelopen jaar bezorgden pakketvervoerders in Nederland naar schatting meer dan 190 miljoen pakketten. Exacte gegevens zijn niet bekend. Tot 2010 hield de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) bij hoeveel pakketten in Nederland bij consumenten werden thuisbezorgd. In dat jaar waren dat er ruim 90 miljoen. De Autoriteit Consument & Markt – opvolger van de OPTA – houdt deze gegevens niet meer bij.

De belangrijkste impuls voor de florerende pakketmarkt is de snelle groei van webwinkels. Het aantal consumenten dat online winkelt, neemt razendsnel toe. In de eerste drie kwartalen van 2014 besteedden ­Nederlanders 9,8 miljard euro online. Naar verwachting zal afgelopen jaar de totale online-omzet 13,7 miljard bedragen. In 2013 was dat 10,6 miljard.

Pakketbedrijven profiteren van de stijgende populariteit van webwinkels en van de vele retourzendingen. Consumenten kopen vaak verscheidene producten en sturen sommige daarvan terug. Dat levert de pakjesbezorgers een hoop extra inkomsten op.

Concurrentie

De concurrentie, die in de pakketmarkt altijd al groot was, wordt alleen maar groter. Bedrijven voeren een felle machtsstrijd. Wie zijn de belangrijkste spelers? En hoe proberen zij de concurrentie voor te blijven? Eén ding is zeker: de consument is de baas. Pakjes worden steeds sneller bezorgd en op meer verschillende plekken. De tijd dat de klant thuis moet zitten wachten, is voorbij.

De pakketmarkt wordt in Nederland gedomineerd door enkele grote spelers. Absolute marktleider is PostNL. Volgens Thuiswinkel.org, de brancheorganisatie voor web­winkels, heeft PostNL circa 70 procent van de markt in handen.

Waar de postmarkt in het derde kwartaal van 2014 met 11 procent kromp ten opzichte van een jaar eerder, groeide het aantal pakketten dat PostNL bezorgde met 8 procent. De omzet uit de pakketbezorging bedroeg in 2013 803 miljoen euro.

‘De pakkettendivisie wordt steeds belangrijker. De bezorging van pakketjes moet een deel van het wegvallen van de post compenseren,’ zegt Gerrit Mastenbroek, algemeen directeur PostNL Pakketten Benelux. ‘We verwachten dat de groei van de pakketmarkt doorzet. Er komen steeds nieuwe categorieën van producten bij die mensen online kopen. Je ziet nu dat onlinelevensmiddelen aan een opmars bezig zijn.’

Grote spelers

Grootste concurrent van PostNL is DHL Parcel Benelux, onderdeel van Deutsche Post DHL. De omzet uit de pakketbezorging bedroeg afgelopen jaar in de Benelux zo’n 500 miljoen euro. ‘We moeten blijven sleutelen aan onze infrastructuur om de groei van pakketten te kunnen blijven bijbenen,’ zegt Wouter van Benten (50), CEO van DHL Parcel Benelux.

Naast deze twee grote spelers zijn er pakketbedrijven, zoals GLS, DPD, UPS en TNT Express, die in Nederland een relatief klein marktaandeel hebben. ‘Het is voor nieuwkomers lastig om zich staande te houden in de hevige concurrentiestrijd,’ zegt Peter Jonkers (51), secretaris koeriers- en expres­bedrijven bij brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN). ‘PostNL en DHL werken met gigantische volumes, waardoor de marges klein zijn.’

Ook PostNL merkt dat er een grote prijsdruk is. De volumegroei vertaalt zich niet in een even grote omzetgroei.

Lokaal

De grootste klanten zijn bovendien al ver­geven. PostNL sloot bijvoorbeeld een lang­durig contract met bol.com. Op lokaal ­niveau zijn er wel initiatieven. Een voorbeeld is het Noord-Brabantse Delvry, een dienst voor de bezorging van boodschappen. Klanten kunnen via de app bestellingen doen bij de slager of bakker.

Concurrentie kan ook uit een andere hoek komen. In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië nemen webwinkels de bezorging – of een deel ervan – voor eigen rekening. In Groot-Brittannië bezorgt Amazon bijvoorbeeld een klein deel van de pakjes zelf.
De vraag is of Nederlandse webwinkels als bol.com en Coolblue deze trend volgen.

Volgens Marjolein Verkerk (29), woordvoerder van bol.com, zal de webwinkel de bezorging aan consumenten voorlopig niet voor eigen rekening nemen. Verkerk: ‘Wij krijgen op topdagen zo’n 200.000 bestellingen binnen, PostNL verwerkt soms wel 1 miljoen pakketten op een dag. Wij profiteren van de middelen die PostNL ter beschikking heeft om enorme volumes te verwerken.’

Wildgroei

De bezorgers die af en aan rijden om pakjes bij de klanten thuis af te leveren, zijn veelal zelfstandigen ingehuurd door grote spelers als PostNL. Iedereen kan een koeriersdienst beginnen, voor het vervoer van goederen tot 500 kilo is geen vergunning nodig.

‘Omdat de drempel zo laag is, zie je dat er afgelopen jaren een wildgroei aan koeriers is ontstaan,’ zegt Jonkers van TLN. In 2014 stonden er ruim zesduizend koeriersbedrijven bij de Kamer van Koophandel ingeschreven, bijna twee keer zo veel als in 2007.

De bedrijven hebben de zelfstandige ondernemers hard nodig om de stroom pakjes te kunnen verwerken. Tegelijkertijd is er een felle strijd gaande over tarieven en contracten tussen de onderaannemers – zoals de koeriers worden genoemd – en hun opdrachtgevers. ‘De tarieven worden steeds verder teruggeschroefd. Het is voor koeriers moeilijk geworden om te overleven,’ zegt Maurice Jacobs (44) van SubcoPartners, de belangenvereniging voor koeriers.

De onvrede over de vergoedingen leidde in 2013 tot een staking. De koeriers die als zelfstandige voor PostNL werken, legden het werk neer. Het postbedrijf sloot uiteindelijk een akkoord met de koeriers waarin onder meer is afgesproken dat de bezorgers een basisvergoeding van 1.000 euro per week krijgen als ze per dag bij 145 tot 155 adressen aanbellen.

Stouwers

Het is een komen en gaan van witte bestelbusjes bij het nieuwe pakketdepot van PostNL in Halfweg. Om zeven uur ’s ochtends staan de eerste koeriers klaar aan een van de 52 transportbanden om hun pakjes voor die dag in te laden. In een hal zo groot als twee voetbalvelden leggen de ‘stouwers’ de pakjes op een lopende band. Pakketjes van H&M, Zalando en bol.com vliegen in hoog tempo over de band.

Om iets over elf klinkt: ‘We zijn schoon’. Het teken dat alle pakjes – gemiddeld zo’n zeshonderd­duizend per dag – zijn weggewerkt. De laatste bestelbusjes rijden het terrein af.

Zes jaar geleden begon PostNL met de bouw van in totaal achttien nieuwe distributiecentra. Het laatste pakketdepot wordt in 2015 opgeleverd. ‘De nieuwe depots zijn nodig om de stijgende pakketvolumes te kunnen opvangen,’ zegt directeur Pakketten Mastenbroek. De nieuwe infrastructuur mag dan een feit zijn, stilzitten is er niet bij.

‘Je moet elke keer iets nieuws verzinnen om de concurrentie voor te blijven. De kunst is om aan de persoonlijke wensen van de consument te voldoen. Hoe minder drempels die voelt om online aankopen te doen, hoe harder onze pakketafdeling groeit.’

Aanlokkelijk

De consument heeft de regie en wordt steeds veeleisender. Het liefst heeft hij zijn pakje de volgende dag in huis.

Daar proberen de pakketbedrijven zo goed mogelijk op in te spelen. Zo begon PostNL in 2014 met het bezorgen van pakjes in de avonduren en levert het postbedrijf sinds kort ook op zondag en maandag pakketten af.

Consumenten willen bovendien zelf kunnen bepalen waar en wanneer ze hun pakje ontvangen. Ruim 80 procent krijgt zijn online-aankoop het liefst thuisbezorgd. Maar dat aandeel zal naar verwachting afnemen. Voor tweeverdieners die overdag niet thuis zijn, kan de sportschool of het station een handig alternatief zijn.

Ook voor de buren is dat een aanlokkelijk idee. Vooral in de grote steden ontstaan veel ergernissen, doordat mensen geregeld worden opgezadeld met pakjes voor de buren.
Dus experimenteren pakketbedrijven met allerlei nieuwe plekken waar mensen hun online-­bestellingen kunnen ophalen. ‘Het idee dat mensen thuis moeten blijven om hun pakje in ontvangst te nemen, is achterhaald,’ zegt Van Benten. Eind 2014 opende DHL Parcel de eerste pakketautomaat in Utrecht.

De klant krijgt via een sms een code waarmee hij de kluis kan openen waarin het pakje ligt. Inmiddels heeft DHL Parcel twintig pakketautomaten geopend en als het aan CEO Benelux Van Benten ligt, worden dat er komend jaar veel meer. De meeste staan in de grote steden. Daar staan koeriers het vaakst voor een dichte deur. Van Benten: ‘In de stad is gemiddeld 60 procent van de consumenten thuis als een koerier zijn pakje komt afleveren, op het platteland 98 procent.’

In Zweden is DHL Parcel begonnen met een proef waarbij Volvo-eigenaren hun online-aankopen in de kofferbak kunnen laten bezorgen. De bezorger krijgt via een app een digitale sleutel waarmee hij eenmalig toegang heeft tot de auto. Als het pakket is afgeleverd, verdwijnt de sleutel. Het pakketbedrijf onderzoekt bovendien de mogelijkheden om pakjes te laten bezorgen door drones, zogeheten parcelcopters.

Cityhubs

Zowel PostNL als DHL heeft vele afhaalpunten in winkels en supermarkten door het hele land. PostNL ging bijvoorbeeld een ­samenwerking aan met driehonderd vestigingen van GAMMA en KARWEI. Idee is dat de bouwmarkten tot het begin van de avond geopend zijn en bovendien goed bereikbaar zijn met de auto.

In totaal heeft PostNL bijna drieduizend afhaalpunten. De pakketbedrijven zelf ­besparen een hoop geld met de nieuwe bezorgmogelijkheden. Pakjes die niet kunnen worden afgeleverd, zijn een grote kostenpost. ‘Bezorgers willen niet twee of drie keer voor een dichte deur staan.

Dat kost veel geld,’ zegt Margreeth Pape (26) van Thuiswinkel.org. ‘Die kostenpost is een impuls om te zoeken naar alternatieve aflever­mogelijkheden.’

Volgens retaildeskundige Cor Molenaar  (64) hebben de nieuwe afhaalpunten waarmee de pakketbezorgers experimenteren niet de toekomst. ‘Ze werken allemaal voor eigen parochie.’ Veel efficiënter en goedkoper zijn volgens hem zogeheten cityhubs: centrale distributiecentra aan de rand van steden waar webwinkels hun bestellingen afleveren.

Van daaruit worden de pakjes vervolgens door één logistieke dienstverlener thuisbezorgd bij de consument. Molenaar: ‘Dan hoeven er niet meer drie busjes voor te rijden. Klanten krijgen in één keer al hun pakjes thuisbezorgd.’

Praatje

Ook is volgens de retaildeskundige het concept click & collect sterk in opkomst. Idee is dat consumenten online een product bestellen en hun bestelling ophalen in een winkel. Bekendste voorbeeld is Albert Heijn. Sinds bol.com in 2012 een zusterbedrijf werd van Albert Heijn, kunnen bestellingen bij de webwinkel bij bijna alle vestigingen van de supermarkt worden afgehaald.

Het is bijna 09.00 uur als André Meure met zijn bestelbusje de Kleine Houtstraat in Haarlem inrijdt. Hij laadt elf pakketten op een steekkarretje en loopt in hoog tempo naar een schoenenwinkel iets verderop in de winkelstraat. Een oudere dame met rood gestifte lippen vliegt de bezorger om de hals.

Meure kijkt er niet van op. ‘Ik ken An al twintig jaar. Dit is al heel lang mijn wijk. Dan weten de mensen op een gegeven moment wie je bent.’ Veel tijd om een praatje te maken heeft hij niet. ‘Eerst maar eens zorgen dat ik mijn vrachtje kwijt ben.’