Er waren episodes dat Nederlandse bedrijven bijna berucht waren. Jagers waren het. Maar het zakte in, we werden opgeslokt. Totdat Eindhovense chipfabrikant met een mega-overname de stilte doorbrak.
Er waren episodes dat Nederlandse bedrijven bijna berucht waren. Ze waren de jagers. Steevast bivakkeerden ze boven in lijstjes met de allergrootste internationale overnames. Neem het laatste decennium voordat de 21ste eeuw aanbrak.
Ahold deed miljardenacquisities in de Verenigde Staten. Aegon en ING Groep groeiden uit tot toonaangevende financiële concerns.
De kooplust zette begin deze eeuw nog even door. Zo nam Unilever voor het lieve sommetje van 27 miljard euro het Amerikaanse Bestfoods (bekend van Knorr) over.
Nederlandse bedrijven waren financieel krachtig en onze sterke financiële sector verleende de hand- en spandiensten. We waren graag geziene kopers. Wij begrepen culturen, met ons kon je samenwerken.
Prooien
Maar daarna sloeg het om. Van jagers werden we prooien. KLM werd opgeslokt door Air France, ABN AMRO werd uiteengereten. De enige bedrijven die onze eer hoog hielden, waren AkzoNobel en Heineken, met serieuze miljardendeals. Unilever kocht Sanex en ASML nam het Amerikaanse Cymer over.
Leuk, maar enorme overnames waren die laatste twee niet; de koopsommen lagen tussen 1 en 1,5 miljard euro.
En nu: tada! Er is er weer één – zo’n echt grote. Chipfabrikant NXP, die het hoofdkantoor in Eindhoven heeft, betaalt bijna 11 miljard euro voor de Amerikaanse branchegenoot Freescale, werd begin deze week bekend.
Voorbode?
Of het een voorbode is? Dat is afwachten, maar de overnamekassen van grote Nederlandse bedrijven zijn (na al die voorzichtigheid) goed gevuld.
NXP was tot in 2006 onderdeel van Philips. Dat ooit toonaangevende technologieconcern nam de laatste jaren ook wel over (medische bedrijven vooral), maar kromp door desinvesteringen per saldo enorm. Dat zien we liever niet, want dat doet pijn.
Daarom: met volle kracht vooruit.