Spaargeld op de bank levert door de lage rente nauwelijks wat op. Wie niet durft te beleggen vanwege het risico, heeft weinig alternatieven.
Op eenvoudige bankrekeningen is de rente inmiddels tot minder dan 1 procent gedaald. Sparen is dezer dagen geen lucratieve bezigheid.
Dat heeft ook te maken met de vermogensrendementsheffing. De fiscus gaat ervan uit dat iedere Nederlander 4 procent rendement kan halen op zijn vermogen, of dat nu uit spaargeld, aandelen of onroerend goed bestaat. Over dat veronderstelde rendement moet hij 30 procent belasting betalen. Dat komt neer op een belastingdruk van 1,2 procent.
Er is weliswaar een heffingvrij vermogen (in 2015 voor een alleenstaande: 21.330 euro), maar honderdduizenden Nederlanders bezitten meer dan dat. Alle Nederlanders samen hadden eind 2014 ruim 331 miljard euro aan spaargeld, blijkt uit CBS-cijfers.
1. Deposito
Wie zijn spaargeld niet onmiddellijk nodig denkt te hebben, kan het beter verhuizen van een gewone spaarrekening naar een spaardeposito. Het staat dan voor een aantal jaren vast, maar daar staat een hogere rente tegenover. Een deposito met een looptijd van 5 jaar kan nu ruim 2 procent rente opleveren, bij een looptijd van 10 jaar is 2,5 procent haalbaar. Daaraan kleeft een nadeel: als de rente over een paar jaar weer zou stijgen, stijgt de rente van het deposito niet mee.
2. Buitenlandse bank
Speuren naar buitenlandse banken met hogere rentes is sinds Icesave een stuk minder populair. Wie het toch overweegt, doet er goed aan zich eerst te verdiepen in de toestand waarin zo’n buitenlandse bank verkeert en na te gaan of er een depositogarantiestelsel met vlees op de botten is.
3. Spaar-bv
De laatste maanden duikt ook de spaar-bv met enige regelmaat op in het nieuws. Die kan interessant zijn voor mensen met een vermogen vanaf pakweg 200.000 euro die om hun moverende reden niet willen beleggen. Hierbij verhuist het spaargeld van belastingbox 3 naar box 2, waar een ander (en voor vermogen milder) fiscaal regime heerst.
Een eenvoudig rekenvoorbeeld maakt dat duidelijk. Stel dat iemand 221.330 euro spaargeld heeft waarover hij 1,2 procent rente krijgt. In box 3 valt dan 200.000 euro onder de vermogensrendementsheffing, wat neerkomt op 2.400 euro. In dit voorbeeld gaat het hele rendement van het belaste spaargeld dus naar de fiscus.
Als de spaarder een eigen bv opricht, verhuist hij het spaartegoed dat in box 3 belast was als aandelenkapitaal naar box 2, legt belastingadviseur Niels Scholten van Contaxus uit. Winst tot 200.000 euro wordt er tegen 20 procent vennootschapsbelasting belast. Uitgaande van 2.400 euro rente moet er 480 euro vennootschapsbelasting worden afgetikt.
Daarmee kan de eigenaar van de bv er nog niet privé over beschikken. Daarvoor moet eerst nog 25 procent belasting (over 1.920 euro) worden betaald. Dat is ook 480 euro, waardoor er 1.440 euro van de rente resteert – een beduidend betere uitkomst dan in box 3. Het geld telt ook niet mee bij het aanvragen van toeslagen of bij het bepalen van de eigen bijdrage aan de kosten van langdurige zorg.
Rompslomp
Uiteraard zit er een adder onder het gras. Een bv oprichten brengt kosten en rompslomp met zich mee; er moet aangifte voor de vennootschapsbelasting worden gedaan, er zijn verplichtingen bij de Kamer van Koophandel. De kosten belopen al snel een kleine 1.000 euro per jaar.
Het is de vraag of spaarders met een paar ton op de bank zoveel gedoe willen voor een paar honderd euro voordeel, zegt financieel planner Marcel van Kooten van OCM3 – zeker als ze geen verleden als ondernemer hebben en weinig ervaring met een eigen bv. Naarmate het vermogen groter is, valt het eventuele voordeel van zo’n bv hoger uit. Zolang de rente laag blijft, althans.
Maar wie zoveel geld op de bank heeft staan, moet zich de vraag stellen of, gezien het huidige beursklimaat, een deel ervan beleggen niet slimmer is. Dat betekent wel: meer risico nemen.
Wie een hoog rendement wil, ontkomt daar niet aan, zegt financieel adviseur Rick Wassenaar van MijnGeldzaken.nl. ‘Nu duiken er allerlei nieuwe financiële producten op die veel beloven. Spaarders zijn er erg vatbaar voor. Ze willen graag een hoog rendement, maar zonder risico. Maar een free lunch bestaat niet. Mijn advies: kijk uit. Voor je het weet zit je in een zaaltje met gedupeerden.’