Het Utrechtse biotechnologiebedrijf Merus wil dit najaar een beursnotering hebben aan de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq. Het is niet het eerste Nederlandse bedrijf dat er zijn debuut maakt: medische biotech is hot.
Het zijn vaak kleine bedrijven die met hulp van biotechnologie ernstige kwalen als de erfelijke spierziekte van Duchenne willen genezen, en ze boeken na jaren van beloftes eindelijk successen. Op de beurs, maar ook op medisch gebied.
Kwalen
Moleculair bioloog Joep Muijrers, partner bij investeringsmaatschappij LSP zei daarover in maart in Elsevier: ‘Vijftien jaar geleden dreef biotech op de hype rond de ontrafeling van het menselijk genoom. Er werd veel beloofd, maar de klapper bleef uit. De laatste twee jaar zijn er wel resultaten: er komen stoffen op de markt die – met minder bijwerkingen – ziektes niet alleen bestrijden, maar ook genezen.’
Opvallend is dat Nederlandse bedrijven daarin een voortrekkersrol spelen. Zo houdt Merus zich bezig met immuuntherapie. Dat zijn behandelmethodes voor tumoren, waarin het eigen afweersysteem wordt ingezet om de kwade cellen aan te vallen. Het ontluikende succes daarvan, maar ook die van behandelingen voor allerlei erfelijke kwalen, zorgen voor veel animo onder investeerders.
Taaislijmziekte
Merus is dan ook niet het eerste Nederlandse biotechbedrijf dat zijn opwachting wil maken aan de Nasdaq. Het Leidse ProQR, dat aan een middel tegen taaislijmziekte werkt, haalde er een halfjaar geleden meer dan 100 miljoen euro op.
Merus hoopt dit najaar eveneens 100 miljoen euro op te halen bij beleggers. Dat geld zal naar de verdere ontwikkeling gaan van vijf mogelijke methodes voor de behandeling van kanker die het bedrijf maakt.