Duitsland en Nederland zijn goede handelspartners en eensgezind over de euro. Bij veel andere thema’s lopen de belangen uiteen.
Auteurs: Ties Brock en Jelte Wiersma
‘Nederland is onze enige vriend,’ schreef de Frankfurter Allgemeine Zeitung onlangs na weer een conflict met Griekenland over de euro. Maar de Amerikaanse oud-minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger wist al: ‘Landen hebben geen vrienden, alleen belangen.’ En dat geldt ook voor de Duits-Nederlandse relatie.
‘Nederland en Duitsland zijn partners op monetair gebied, maar verder hangt het van het thema af,’ zegt Friso Wielenga (59), directeur van het Zentrum für Niederlande-Studien, verbonden aan de universiteit van Münster.
Over vrijhandel, industriepolitiek (waarbij de overheid bepaalde sectoren op allerlei manieren stimuleert), staatsaandelen in bedrijven en de toekomst van de Unie zijn de belangen en opinies anders.
Industriepolitiek
Sinds de eurocrisis (2009) werden die verschillen kleiner, maar inmiddels worden ze volgens diplomaten weer groter. Een ambtenaar van de Europese Commissie weet hoe dat komt: ‘Frankrijk is verzwakt en het Verenigd Koninkrijk zit niet in de kern van de Unie, omdat het niet in de euro zit. De Duitsers kunnen daardoor nu volledig in hun eigen belang handelen. En dat doen ze.’
Zo voeren de Duitsers industriepolitiek door miljarden euro’s subsidie aan bedrijven te geven waarmee buitenlandse concurrenten worden weggevaagd. Aluminiumsmelterij Aldel in Delfzijl ging hierdoor in 2013 failliet. De bondsregering geeft stroomsubsidie aan bedrijven, Den Haag doet dat niet. Daardoor was Aldel 30 procent meer kwijt aan stroom dan Duitse concurrenten.
Duitsers willen graag producten maken, liefst in eigen land. Nederlanders willen geld verdienen, hoe maakt minder uit. Zo keerde minister Henk Kamp (VVD) van Economische Zaken zich in 2013 tegen een Europese importheffing op Chinese zonnepanelen, hoewel de twee Nederlandse fabrikanten door goedkopere Chinese panelen failliet waren gegaan.
Laat maar komen
‘De Nederlandse handelsreflex speelt altijd op,’ zegt europarlementariër en econoom Paul Tang (PvdA, 47). ‘De Duitsers wilden met de heffing op zonnepanelen de eigen productie beschermen. Maar Chinese panelen komen via Rotterdam binnen, dus zegt Den Haag: laat maar komen.’ Nederland verloor en sinds eind 2013 bestaat de heffing.
Het grootste conflict tussen Nederland en Duitsland gaat over de interne markt, al twintig jaar een punt van onmin. Frits Bolkestein (VVD) stelde als eurocommissaris de Dienstenrichtlijn voor – vrije handel in diensten. De Fransen tackelden zijn voorstel, met rugdekking van de Duitsers. In 2006 werd slechts een uitgeklede richtlijn aangenomen.
Hiermee wist Duitsland via het Europees Hof van Justitie in 2012 Nederlandse medicijnhandelaren van de Duitse markt te verjagen. Twee Limburgse bedrijven wilden vanuit Nederland per post medicijnen naar Duitsers sturen, maar werden juridisch geblokkeerd. Duitsland houdt zijn markt dicht.
Tevredenheid
Ook de postmarkt is nog voor 90 procent in handen van Deutsche Post DHL, dat voor eenderde eigendom is van de Duitse staatsbank KfW. Het Nederlandse PostNL werd kierewiet van alle tegenwerking die het kreeg bij toetreding tot de Duitse markt.
In 2011 probeerde premier Mark Rutte (VVD) Bolkesteins richtlijn weer op de Europese agenda te krijgen om dit soort praktijken tegen te gaan. Dat mislukte, tot tevredenheid van de Duitsers.
Ook doen zij er alles aan Duitse bedrijven in Duitse handen te houden. Bondsregering, deelstaatregeringen, gemeenten en overheidsbanken hebben aandelen in bedrijven als Volkswagen. In Brussel lopen Duitse ministers dan ook rond als een soort CEO’s van de Duitse industrie. Zij behartigen niet alleen het algemene Duitse belang, maar specifiek het belang van industrieën waarin overheden aandelen hebben.
Beste partner
Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks, 38): ‘De Duitse regering is voor schone lucht. Maar op instigatie van de Duitse auto-industrie heeft kanselier Angela Merkel gezorgd dat Europese uitstootnormen zijn versoepeld. Dat zou bij ons not done zijn.’
Wat betreft het gros van de economische thema’s, zoals interne markt en vrijhandel, zijn het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen de beste partners van Nederland. Maar die zitten niet in de euro. En van de negentien eurolanden is Duitsland niet alleen het machtigste, het is economisch ook een van de liberaalste landen.
Ook handelt Nederland met geen land zo veel als met Duitsland: in 2014 voor 161 miljard euro. Een vriend is Duitsland dan misschien niet, ‘het is wel een goede buur,’ zegt europarlementariër Annie Schreijer-Pierik (CDA, 62). ‘En daar heb je het meeste aan.’
Elsevier nummer 17, 25 april 2015