‘Wat ik koop, is goed en mag ook wat kosten’

'Guido Benschop'

IT-architect Jeroen de Meijer (43) leeft niet overdreven zuinig, maar verkwist zijn geld niet.

‘Ik wil altijd weten hoe dingen in elkaar zitten. Het liefst was ik onderzoek gaan doen aan de universiteit, maar daar was na mijn studie moleculaire biologie amper werk te vinden. Vanuit mijn computerhobby ben ik toen de IT ingerold. Ik ontwerp systemen voor bedrijven. Daarmee verdien ik 3.500 euro per maand.

‘In 2009 kocht ik een hoekhuis in Utrecht. De hypotheek daarvoor kost 970 euro per maand. Inmiddels woon ik er samen met mijn vriendin. Zij is adviseur op het gebied van duurzaamheid. Een paar maanden geleden kregen we een zoontje. Met zijn drieën wonen we hier prima: dicht bij het centrum.

‘Ik leef niet overdreven zuinig, maar verkwist mijn geld niet. Als ik iets wil, dan onderzoek ik goed wat het beste is: slechte kwaliteit vind ik zonde van mijn geld. Wat ik uiteindelijk koop, is goed en mag ook wat kosten. Voor mijn espressomachine betaalde ik 2.100 euro, terwijl ze ook voor minder dan 1.000 euro te koop zijn.

Klimmen

‘Aan klimmen besteed ik veel tijd. Elke week ben ik in de klimhal, dat kost 10 euro per keer. De reisverzekering en het lidmaatschap van de klimvereniging kosten bij elkaar 80 euro per jaar en de klimuitrusting 250. Tussen maart en november klim ik elke maand een weekeinde buiten, meestal in België of Duitsland.

‘Dat gaat vaak vanuit de klimvereniging: overdag klimmen, ’s avonds gezellig samen eten met een wijntje op de camping. Dit kost per weekeinde 20 euro, plus de reis. Mijn vriendin klimt niet, maar gaat soms mee. Dan zijn we natuurlijk iets meer kwijt.

‘In 2006 heb ik mijn vliegbrevet voor eenmotorige vliegtuigjes gehaald. Dat kostte me twee jaar en zo’n 15.000 euro. Om het te houden, moet je elke twee jaar minimaal 12 vlieguren maken. Dat lukt wel: ik wil graag vliegen, minimaal eens per maand. Dat kost me 150 euro per uur. Soms train ik een uurtje de start en landing, soms vlieg ik een rondje Texel. Dan ben ik een uur of twee in de lucht.

‘Vliegen kost dan misschien veel geld, mijn duurste “hobby” de komende jaren zal ons pasgeboren zoontje worden.’

Elsevier nummer 22, 30 mei 2015