Links Nederland is in de ban van het basisinkomen. Iedereen moet gratis geld van de staat krijgen, vinden voorstanders. Dat geeft vrijheid en voorkomt veel bureaucratie. Simpel, elegant – en heel dom en heel duur. Waarom gratis geld niet werkt.
Met ingang van 2016 zullen, zo is het plan, zo’n driehonderd gezinnen met een bijstandsuitkering in Wageningen te maken krijgen met een nieuw regime. Geen verplichtingen meer, geen begeleiding.
Ze zullen een inkomen van de gemeente ontvangen, ongeveer 1.100 euro voor alleenstaanden. Zonder tegenprestatie of voorwaarde. En dat is nog niet alles: vinden ze een baan, dan blijven ze dat inkomen gewoon ontvangen.
Het basisinkomen heet deze onvoorwaardelijke uitkering, en Wageningen is niet de enige plek in Nederland waar het volop in de belangstelling staat. Er is een heuse beweging op gang gekomen om het basisinkomen in heel Nederland te introduceren. Iedere Nederlander, van minima tot miljonair, van student tot bejaarde, moet maandelijks genoeg geld van de overheid krijgen om een ‘waardig’ bestaan te leiden, is het idee.
De kosten van zo’n plan zijn hoog. Zou iedere Nederlander hetzelfde ontvangen als de driehonderd gezinnen in Wageningen, dan kost dat al gauw 200 miljard euro.
Progressief stadje
Volgens de economen die Elsevier sprak, brengt het basisinkomen enorme nadelen mee. Nog afgezien van de vraag of mensen wel recht zouden moeten hebben op geld dat door anderen is verdiend, zonder daar zelf iets voor te hoeven doen.
Maar dat kan het enthousiasme niet temperen. In heel Nederland willen acht gemeenten experimenteren met een basisinkomen – daarbij wordt overigens alleen onvoorwaardelijk geld gegeven aan mensen met een bijstandsuitkering, de rest krijgt niets. Eind mei kreeg de Groningse tekstschrijver Frans Kerver (53) voor een jaar een basisinkomen, maar dat was dankzij een crowdfunding-actie en dus geen belastinggeld.
De initiatiefnemer van het experiment in Wageningen, D66-gemeenteraadslid Mark Giebels (43), is al jaren met het basisinkomen bezig. In de jaren negentig zat hij in een werkgroep van D66 die het idee onderzocht – het basisinkomen wordt overigens niet door de partij omarmd. Geen enkele grote partij staat erachter. ‘Het plan moet nog door de gemeenteraad,’ vertelt Giebels. Maar hij heeft vertrouwen: ‘Wageningen is een progressief stadje.’
In het centrum van Wageningen doet het idee op een zonnige woensdagmiddag vooral wenkbrauwen fronsen. ‘Het klinkt niet als een goed idee,’ zegt een bebrilde, blonde vrouw met twee dochters.
Het basisinkomen is een oud idee – geestelijk vader is de radicale filosoof Thomas Paine (1737-1809), die betoogde dat iedere burger recht heeft op een ‘sociaal dividend’.
Onvoorwaardelijk
Steden in Canada en Amerika deden in de jaren zeventig van de afgelopen eeuw experimenten met het basisinkomen, de Politieke Partij Radicalen (PPR, opgegaan in GroenLinks) wijdde er in de jaren tachtig een verkiezingspamflet aan.
Anno 2015 lijkt het basisinkomen opeens het medicijn voor alle kwalen die Nederland treffen. Rechtse voorstanders zien praktische voordelen: geeft de overheid onvoorwaardelijk geld, dan kan het leger aan reïntegratieconsulenten, fraude-inspecteurs en andere ambtenaren naar huis worden gestuurd. Een kleinere overheid, dus.
Daarbij zou het basisinkomen een einde maken aan de armoedeval. Wie nu vanuit de bijstand een baan krijgt, ontvangt veel minder inkomensafhankelijke toeslagen, zoals huur- en zorgtoeslag. Dus gaan velen niet werken: het loont niet.
Voor linkse aanhangers is het basisinkomen meer dan een praktisch idee: het is zowat een geloofsartikel. Gratis geld maakt mensen gezonder, gelukkiger en socialer – menen zij.
Werklozen kunnen, bevrijd van stigma en met hernieuwd zelfvertrouwen, een baan zoeken. Mensen met een baan zijn vrij om hun werk even op een laag pitje zetten om zieke familieleden te verzorgen, een studie te volgen of met vakantie te gaan.
Basisinkomen-evangelie
Als de basisinkomen-beweging hun kerk is, is de jonge historicus Rutger Bregman, die het boek Gratis geld voor iedereen schreef, hun profeet. Op YouTube is een toespraak van hem te zien in Maastricht waarin hij het basisinkomen-evangelie verspreidt.
‘Dit idee kan volbrengen wat we al lang geleden hadden moeten doen: armoede uitroeien,’ zegt Bregman, staande in een theater in een stad in een van de rijkste landen ter wereld, waar televisie en internet tot de noodzakelijke basisbehoeften worden gerekend.
Er zijn meer drijvende krachten. De Vereniging Basisinkomen nam een lied op, Het Goeie Leven, inclusief professionele clip. ‘Arbeid wordt een keuze, niks is meer verplicht,’ zingt rapper Pharao in de video waarin iedereen dankzij het basisinkomen vrolijk is, en niemand werkt.
Dat werken is het voornaamste praktische probleem van het basisinkomen. Willen mensen hun handen nog wel uit de mouwen steken als ze toch wel geld krijgen? Aanhangers zijn hier opvallend ambivalent over. Aan de ene kant, zo stellen ze, geeft het basisinkomen de vrijheid om niet, even niet of minder te gaan werken.
Rapper Pharao rapt het, historicus Bregman steekt er in zijn artikelen de loftrompet over. Aan de andere kant bezweert de laatste dat je van het basisinkomen ‘heus niet gaat luieren’.
De vraag is cruciaal, vooral omdat de overheid torenhoge belastingen zou moeten invoeren om een basisinkomen te financieren. Dat zal velen de arbeidslust ontnemen.
Onbetaalbaar
Een basisinkomen voor alle Nederlanders zou dus bijna 200 miljard euro kosten – Rutger Bregman kwam op 193,5 miljard euro. Maar alle vrijstellingen, aftrekposten en heffingskortingen die mensen ontvangen – samen 58,7 miljard – kunnen worden afgeschaft: de kosten komen dan uit op ‘slechts’ 134,8 miljard euro. Dat moet worden betaald, en dan wordt snel duidelijk waar het basisinkomen in de kern om draait: herverdelen.
Het Centraal Planbureau (CPB) berekende hoe hoog de belasting moet zijn om een basisinkomen te financieren van zo’n 700 euro per maand, waarbij uitkeringen zo worden aangepast dat uitkeringsgerechtigden er vergeleken met nu niet op voor- of achteruitgaan. Het resultaat: werkenden moeten van elke verdiende euro 56,6 cent afstaan aan de fiscus. Wordt het basisinkomen nog hoger, dan wordt de inkomstenbelasting snel onbetaalbaar.
Lager pitje
Volgens het CPB gaan mensen fors minder werken als gratis geld werkelijkheid wordt: het totale aantal gewerkte uren daalt met ruim 5,3 procent. Nu werken alle Nederlanders in een jaar bij elkaar zo’n 12 miljard uur: die daling zou dus neerkomen op zo’n 640 miljoen uur minder. Dat staat allemaal voor geld dat niet meer wordt verdiend en belasting die niet meer wordt betaald.
‘We baseren dat op een gegevensbestand van een miljoen personen, ingedeeld naar groepen: mannen, vrouwen, alleenstaande ouders, gehuwden en ga zo maar door,’ zegt Egbert Jongen (43), de expert op het gebied van inkomstenbelasting bij het CPB.
‘Door te kijken naar hoe die in het verleden reageerden op financiële prikkels, kunnen we een schatting maken hoe ze reageren op een basisinkomen. Vooral doordat werkenden zo veel belasting moeten betalen, is het effect op de arbeidsparticipatie sterk.’
Met een belastingtarief van 56,6 procent is de prikkel om (meer) te gaan werken heel laag, vooral voor vrouwen in gezinnen met jonge kinderen. Gevolg is dat mensen werk op een lager pitje zetten. Dat leidt er weer toe dat de belastingen voor diegenen die wel blijven werken, pijlsnel oplopen en het tarief veel hoger uitkomt dan 56,6 procent.
‘Met een basisinkomen neemt het arbeidsaanbod af en loopt de belastingdruk voor diegenen die nog wel werken zo hoog op dat het systeem onhoudbaar wordt,’ voorspelt hoogleraar arbeidseconomie Pieter Gautier (48) van de Vrije Universiteit van Amsterdam.
Hij acht die kans groot: ‘Er is veel bewijs dat mensen hun gedrag aanpassen aan het beleid van de overheid. Toen de sollicitatieplicht voor vijftigplussers werd afgeschaft, zag je dat werkloze vijftigplussers minder snel aan het werk gingen.’
Verstorend
Ook om andere redenen zijn economen geen fan van het basisinkomen. ‘Als je wilt herverdelen, is het basisinkomen de minst doelmatige manier denkbaar,’ zegt hoogleraar openbare financiën Bas Jacobs (41) van de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Dat komt doordat de overheid geld herverdeelt naar iedereen, ook naar mensen die het helemaal niet nodig hebben – de spreekwoordelijke vrouw van de tandarts. De hoge belastingen die nodig zijn, werken zeer verstorend voor de economie.’
Mensen passen hun gedrag aan: ze gaan minder werken. Dat leidt tot minder welvaart voor de samenleving als geheel.
Met uitkeringen voor precies die groepen die het nodig hebben, zoals arbeidsongeschikten en zieken, bereikt de overheid hetzelfde als het basisinkomen beoogt, doceert Jacobs: mensen die niet kunnen werken behoeden voor armoede. Met lagere belastingen en dus minder schade voor de economie.
Het op papier zo simpele en elegante basisinkomen zou uitdraaien op een economische ramp. Sommige voordelen, zoals mensen behoeden voor armoede, heeft het huidige systeem van uitkeringen ook al. Dat is weliswaar zeer gecompliceerd, maar per saldo goedkoper dan het basisinkomen omdat het alleen gericht is op mensen die het echt nodig hebben.
Vernederend
Andere voordelen leveren in de praktijk minder op dan voorstanders beloven. Het idee dat het regel- en controleapparaat van de overheid in zijn geheel de deur uit kan, is een fictie. Omdat bepaalde groepen, zoals langdurig zieken en hoogbejaarden, nu eenmaal meer geld nodig hebben dan anderen.
En anders wel omdat instanties de inspanningen om zwart werk te controleren flink moeten opschroeven – want dat gaat met een belastingtarief van 56,6 procent of nog meer aanzienlijk meer lonen.
Voorstanders van het basisinkomen lijken vooral af te willen van het controle-apparaat, omdat het voor bijstandsgerechtigden vernederend is om te worden gecontroleerd en achter de vodden te worden gezeten. Maar die bureaucratie is er niet voor niets.
Bas Jacobs: ‘Het controle-apparaat bestaat omdat de overheid opvattingen heeft over wat redelijk en rechtvaardig is:
ze wil geen inkomen verstrekken aan mensen die niet willen werken en wel aan mensen die niet kunnen werken. Al kan ik wel sympathie opbrengen voor het argument dat het apparaat geld over de balk smijt. Bijstandsgerechtigden worden gedwongen tot allerlei zinloze activiteiten zonder dat het resulteert in minder werkloosheid.’
Robots
Dan de armoedeval, het probleem dat mensen die vanuit de bijstand gaan werken, erop achteruitgaan. ‘De armoedeval is een rechtstreeks gevolg van het feit dat we in Nederland armoede bestrijden,’ zegt Jacobs. Het basisinkomen zou voor werklozen weinig veranderen, zo valt te vrezen: ook dan loont het vanwege de hoge belastingen weinig om aan de slag te gaan.
‘De meest directe manier om werken financieel aantrekkelijker te maken ten opzichte van de bijstand, is de bijstand te verlagen,’ zegt CPB-econoom Jongen. Maar dat is vloeken in de kerk van het niet werken.
Als het over de toekomst gaat, is het verder zo vrolijke basisinkomen-evangelie somber. De kloof tussen arm en rijk zal sterk toenemen, is de verwachting. De bij links populaire Franse econoom Thomas Piketty voorspelt dit. Verder gaan voorstanders ervan uit dat robots in de toekomst zo veel banen van mensen afpakken dat er niet genoeg werk meer is. Een basisinkomen wordt dan vanzelf wel noodzakelijk.
Die angst wordt niet door iedereen gedeeld. Het Wageningse gemeenteraadslid Giebels, overdag werkzaam bij chipmachinemaker ASML, ziet in automatisering juist geen gevaar voor de werkgelegenheid. Zijn experiment draait om het onderzoeken van de armoedeval en ‘breder kijken naar de welzijnseffecten’.
Automatisering
De sombere verwachtingen van de basisinkomen-kerk worden niet door de feiten gestaafd. Die ongelijkheid stijgt nauwelijks in Nederland. Economen van de Universiteit Leiden concluderen dat het aandeel van meestverdienende Nederlanders in het totale inkomen sinds 1990 niet is gestegen. De vermogensverdeling van Nederland is gelijker dan die van veel Europese landen.
En de automatisering? ‘Het is de vraag of robots echt alle banen zullen afpakken,’ zegt hoogleraar Gautier. ‘Voorlopig zitten we er nog niet in de buurt.’
Vele banen zijn door nieuwe technologieën overbodig geworden, maar tot nu toe kwamen er altijd nieuwe bij. Het basisinkomen helpt zeker niet om mensen voor te bereiden op een economie waarin robots met mensen concurreren om arbeidsplaatsen.
Gautier waarschuwt: ‘Als iedereen een basisinkomen zou krijgen waar je van kunt leven, zijn de prikkels om in een opleiding te investeren veel geringer.’
Wat blijft er, buiten een hoop lege beloften, over? Acht experimenten die volgens de economen die Elsevier sprak, niets zeggen over of een basisinkomen echt werkt. Vooral omdat het basisinkomen alleen wordt verstrekt aan mensen die nu in de bijstand zitten, voor een beperkte tijd.
Jacobs noemt de experimenten ‘weggegooid geld’. ‘Als je echt wilt weten hoe het basisinkomen in de praktijk werkt, moet je in één stad iedereen een basisinkomen geven, niet alleen mensen die in de bijstand zitten. En je moet de belasting flink opschroeven. In een vergelijkbare stad laat je alles zoals het nu is, en mensen mogen niet verhuizen. En dan ga je kijken wat er in beide steden gebeurt.’
Dáár zitten ze in Wageningen niet op te wachten, lijkt het. Een vrouw die met bezem in de hand in de deuropening van haar bakkerij in de zon staat, laat het even op zich inwerken. ‘Dat kost een hoop geld, zeg. Moeten we maar niet doen, anders moeten we nog harder werken.’ Dan gaat ze haar winkel weer in, aan het werk.
Elsevier nummer 23, 6 juni 2015