Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën en CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt botsten dinsdag over de Europese naheffing van 642 miljoen euro. Omtzigt riep Dijsselbloem dinsdag naar de Tweede Kamer om verdere opheldering te geven.
Omtzigt wilde Dijsselbloem tijdens het vragenuurtje van de Tweede Kamer ondervragen naar aanleiding van een reconstructie van De Telegraaf. Hieruit bleek dat bewindslieden de belofte om met Brussel in discussie te gaan, nauwelijks waar hebben gemaakt.
Geheim
Oppositiepartijen dringen al maanden aan op openbaarheid van de stukken en correspondentie met Brussel over de naheffing, maar het kabinet weigert deze te geven. In hoeverre er inderdaad een discussie is gevoerd met Brussel, kan daarom niet worden achterhaald.
Omtzigt verwijt Dijsselbloem dat hij vorig jaar oktober ‘een toneelstukje heeft staan opvoeren’ toen hij boos en verbaasd reageerde op het nieuws over de naheffing. De naheffing kwam omdat Brussel een nieuwe rekenmethode toepast, waarbij de economie groter wordt ingeschaald dan voorheen. De minister zei toen ‘zeer onaangenaam verrast’ te zijn door het nieuws. Hij wist toen echter al een week dat de naheffing eraan zat aan te komen.
Verbaasd
Dijsselbloem verdedigde zichzelf door te zeggen dat hij in die periode verbaasd was – en een week lang bleef – totdat duidelijk werd waar de naheffing op gebaseerd was. Toen die duidelijkheid er met de statistische gegevens van andere eurolanden was, was zijn verbazing over en ‘kon het kabinet niet anders’ dan gewoon betalen. ‘Over statistische gegevens kun je niet onderhandelen,’ aldus de minister.
Dijsselbloem beet Omtzigt dinsdag toe dat hij een ‘groot aantal onjuistheden’ naar voren bracht. Hij zei ook dat sommige fracties in de Kamer – onder meer het CDA – de naheffing simpelweg ‘weigeren te accepteren’. Maar iedereen die de cijfers ziet, moet erkennen dat Nederland moest betalen, vindt hij.
Omtzigt zei ook dat Nederland als enige de pinpas trok, terwijl andere landen protesteerden. Zo weigerden landen als Groot-Brittannië en Italië, landen die vergelijkbare naheffingen kregen, de rekening in eerste instantie te betalen.
Volgens Dijsselbloem klopt dat niet: van de 21 landen die moesten bijbetalen, deden dertien dat vorig jaar al, zegt hij. Zeven andere landen zouden dit jaar gaan betalen, en één land (Italië) betaalt in termijnen, gespreid over twee jaar.