Grote concurrentie op food festivals: iedereen een voedselkar

Het aantal commerciële eetfestijnen – food festivals – neemt toe. Mo­biele keukens worden de hit van deze zomer, maar de concurrentie is groot.

Het concept lijkt simpel: zet een stel mobiele keukens in een park, zorg voor muziek,  hoop op mooi weer, en u hebt een populair evenement. Wie het aantal food festivals wil tellen die deze zomer gepland staan, komt vingers tekort. Liefhebbers van slenteren en proeven kunnen de komende maanden elk weekeinde in een andere stad terecht, van Maastricht tot Groningen.

De concurrentie tussen de mobiele keukens is moordend. ‘Het is een beetje een kind van de crisis,’ zegt Igor Sorko (44), mede-organisator van Het weekend van de Rollende Keukens in Amsterdam. ‘Een gewoon restaurant heeft hoge vaste lasten. Huur, werknemers. Dat drijft veel ondernemers richting een mobiel restaurant; dat is laagdrempeliger.’ Hij schat dat er al zo’n vierhonderd zijn in Nederland. ‘Daarvan leveren misschien 75 genoeg op om van te leven.’

Rollende Keukens is met afstand het grootste Nederlandse food truck-festival. Het evenement duurt vijf dagen en heeft elk jaar plaats rond Hemelvaart. Dit jaar kwamen tussen de 100.000 en 120.000 mensen op het terrein van de Westergasfabriek proeven bij de 130 mobiele keukens. De ondernemers betalen gemiddeld 1.500 tot 1.750 euro stageld, exclusief water en elektriciteit.

Sorko: ‘Rollende Keukens begon als een openluchtrestaurant voor de buurt, maar is onbedoeld uitgegroeid tot het grootste gratis toegankelijke, particuliere event van Nederland.’

In navolging ervan doken overal vergelijkbare evenementen op, en mobiele keukens. Zo tourt Food Truck Festival TREK deze zomer langs acht steden. Dit weekeinde in Enschede, volgend weekeinde Nijmegen. Tussen de wagens laten lokale kleinkunsttalenten zien wat ze kunnen.

Krekels

Volgens organisator Emile Faulborn (44) komen er dagelijks zo’n zevenduizend mensen. ‘We stonden al met mobiele keukens op muziekfestivals, maar merkten dat mensen bleven hangen bij het eten en soms de hoofdact oversloegen. Dus begonnen we een festival met meer nadruk op eten.’

Het eten varieert van krekels op een stokje tot poffertjes, en van braadworsten met venkel en tijm tot bitterballen: rondlopen over het terrein is alsof je elke 10 meter een restaurant met open keuken binnenstapt.

Maar niet overal staat een rij. Op Rollende Keukens is het bij de kar die krekels verkoopt wel druk, maar de mensen eromheen lijken vooral te wachten tot iemand ánders de snack-insecten probeert.

Anders is dat bij food trucks die herkenbare dingen verkopen. Zo kan een caravan waar poffertjes te koop zijn, rekenen op veel klandizie. Dat geldt ook voor De BallenBar verderop, die bitterballen vent in allerlei variaties.

Carla Elijzen (31) en haar man Jeroen begonnen De BallenBar deels om hun vaste plek in de overdekte markt Foodhallen in Amsterdam-West te promoten. Dat het hard loopt, is natuurlijk mooi meegenomen. Elijzen: ‘Voor ons is Rollende Keukens absoluut winstgevend. Van 14.00 uur ’s middags tot 22.30 uur ’s avonds stond er afgelopen dagen een rij.’

Oude brandweerwagen

Sven Brink (48) heeft verderop een kar die al van ver te ruiken is. Honderden uit de kluiten gewassen kokosmakronen, Cocosballs, met smaken als pure chocolade of rum en rozijnen, liggen in de vitrine. Brink: ‘Er zit soms een mindere dag tussen, maar tot nu toe zijn alle events winstgevend.’ Met zijn compagnon heeft hij inmiddels ook een ‘testwinkel’ in Hoorn die twee dagen per week open is.

Opvallend: de ene kar is nog wilder uitgedost dan de ander: je moet opvallen om klanten te trekken en het hoofd boven water te houden. Dat merkt ook Jessica Schrier (34), die in een oude brandweerwagen soep en salades maakt.

‘Vorig jaar was een topjaar. Maar bestaande horeca-ondernemers hebben de markt ook ontdekt, en gooien er veel geld tegenaan. Iedereen heeft opeens een voedselkar,’ klinkt het bedrukt.

Schrier gokt dat ze dit jaar op Rollende Keukens quitte draaide, een week later op TREK in Utrecht idem. Naast festivals doet ze net als veel andere exploitanten de catering op bijvoorbeeld bruiloften en muziekfestivals, maar ook daar is de concurrentie volgens Schrier voelbaar.

‘Maar ach,’ voegt ze er relativerend aan toe. ‘Het seizoen is ook pas net begonnen. Je spreekt me eigenlijk veel te vroeg.’
En er is een lichtpuntje: de gemeente Amsterdam begint eind deze maand met een pilot met ‘voedselwagens op straat’. Daar staan nu al haringkramen en frietkarren, maar straks mogen ook voedselwagens hun waar verkopen op straat. Dat geeft meer ruimte aan de eten bereidende mobiele ondernemers.

Elsevier nummer 23, 6 juni 2015