De beste analisten die Nederlandse beursfondsen volgen, blijken buitenlanders te zijn. Slechts drie Nederlanders haalden de top-15.
Het is algemeen bekend dat analisten geregeld ongelukkige adviezen geven. Beleggers die blind op hun adviezen afgaan, kunnen erop rekenen dat ze vroeg of laat flinke stroppen te verwerken krijgen.
Fameus is de anekdote over de ‘apen’ – in werkelijkheid financieel journalisten – die op de redactie van The Wall Street Journal met pijltjes naar de beurspagina gooiden, en na een jaar keken of ze betere fondsen hadden geselecteerd dan de professionele analisten. Vele jaren wonnen de ‘apen’ het van de professionals.
Minder bekend is dat de kwaliteitsverschillen tussen individuele analisten, en ook tussen analistenteams, veel groter zijn dan de meeste particuliere beleggers vermoeden.
Rendement
De Vereniging van Effectenbezitters (VEB), die de belangen van beleggers behartigt, onderzocht onlangs met informatieleverancier Bloomberg de kwaliteit van de bijna tweehonderd analisten die Nederlandse beursfondsen volgen.
De VEB onderzocht hoeveel extra rendement beleggers hadden kunnen halen als ze de adviezen van de beste analist in een bepaalde sector hadden opgevolgd. Uit dit onderzoek, over een periode van drie jaar, bleek dat sommige analisten hun klanten wel degelijk toegevoegde waarde boden.
De nummer één in de top-15 was de Fransman Michel Varaldo, die voor de Franse bank Société Générale de Nederlandse vastgoedfondsen beoordeelt – Unibail Rodamco, Klépierre en Eurocommercial Properties. Beleggers die Varaldo’s adviezen opvolgden, haalden 48 procent meer rendement dan de beleggers gemiddeld haalden die zich door andere vastgoedanalisten lieten leiden.
Brede portefeuille
Slechts drie Nederlanders wisten een plaats in de top-15 te bemachtigen: Albert Ploegh van ING Bank, Jos Versteeg van Theodoor Gilissen Securities en Hans Slob van Rabobank International.
Albert Ploegh volgt een van de moeilijkst te doorgronden sectoren: de banken en verzekeraars. Hij deed dat kennelijk beter dan gerenommeerde concurrenten als Jan Willem Knoll van ABN AMRO en Cor Kluis van Rabobank.
Jos Versteeg is een generalist en heeft een zeer brede portefeuille. Dankzij mediaoptredens bij BNR Nieuwsradio en RTL Z is Versteeg een goede bekende voor veel particuliere beleggers. Hij volgt onder meer energiereus Shell en chipmachinefabrikant ASML, en ook de transportsector en de uitzendorganisaties Randstad en Brunel.
Hij scoorde de afgelopen jaren vooral met zijn goed uitgepakte adviezen over ASML. Hij bleef positief over het fonds, toen zijn concurrenten vonden dat de koers al veel te ver was opgelopen.
Affaires
Hans Slob verdiende zijn plek in de top-15 vooral dankzij goede adviezen over de informatieconcerns Reed Elsevier (tegenwoordig RELX Group) en Wolters Kluwer. Vooral Reed Elsevier heeft het in zijn ogen ‘buitengewoon goed’ gedaan.
Maar na de recente koersstijgingen denkt Slob dat de rek er enigszins uit is bij de twee informatieconcerns. Slob volgt daarnaast ook Philips, het Franse kabelbedrijf Altice, TomTom en technisch dienstverlener Imtech, die vorig jaar bijna ten onder ging door vele affaires en stroppen in Duitsland en Polen.
De ervaren analist van Rabobank durft van de consensus-mening van zijn collega-analisten af te wijken. Toen Exane BNP Paribas, UBS, HSBC en Standard & Poor’s in april vrijwel tegelijkertijd met een hard verkoopadvies voor Philips kwamen, gaf Slob prompt een koopadvies voor Philips af.
Je moet het maar durven. Slob is momenteel zeer positief over TomTom. Dat bedrijf gaat volgens hem op termijn flink profiteren van de trend naar geautomatiseerd autorijden.
Blind volgen
De VEB keek niet alleen naar individuele prestaties, maar ook naar de kwaliteit van complete analistenteams van de verschillende banken. ING, UBS en Petercam kwamen over de hele linie als beste uit het onderzoek. Adviezen van Credit Suisse, Nataxis en Landesbank Baden-Württemberg konden beleggers de afgelopen drie jaar beter niet blind volgen.
Dat er zo veel buitenlandse, en weinig Nederlandse analisten in de top-15 zitten, komt volgens Hans Slob doordat het aantal Nederlandse analisten de afgelopen jaren sterk is afgenomen, terwijl er relatief veel analisten vanuit Londen Nederlandse beursfondsen zijn gaan volgen.
‘Londen blijft trekken aan jonge Nederlandse talenten. De verdiensten liggen daar echt een stuk hoger dan in Nederland,’ zegt Slob. Hij noemt als voorbeeld de recente transfer van Robin van den Broek van ING naar Société Générale in Londen. Het geld lokt waarschijnlijk toch, ondanks de gebruikelijke 80-urige werkweken in de Londense City.
Elsevier nummer 24, 13 juni 2015