Vijf miljard euro lastenverlichting belooft het kabinet. De koopkracht zal stijgen met gemiddeld 2 procent en er komen tienduizenden extra banen bij. Maar wat merkt u daarvan in uw portemonnee?
Wat betekenen de plannen voor gezinnen, middeninkomens en werkgevers? Eerst een overzicht met het goede nieuws uit het plan dat gisteren is uitgelekt.
Voor werkende gezinnen
Een huishouden met een of twee werkenden gaat er gemiddeld 800 euro per jaar op vooruit. De meevaller komt uit een belastingvoordeel voor alle werkenden.
De arbeidskorting wordt verhoogd met enkele honderden euro’s per jaar. Daar bovenop komt een verhoging van het belastingvoordeel voor mensen met kinderen tot 12 jaar en een laag inkomen: de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
De kinderopvangtoeslag wordt verhoogd, wat voordelig is voor gezinnen met kinderen. Dat levert hen zo’n 25 tot 50 euro per maand op.
Voor hogere inkomens
Het nieuwe belastingplan moet groepen met een hoger inkomen een voordeel van 1,5 procent opleveren. Mensen met een hoger inkomen betalen minder belasting. Het tarief van 52 procent gaat pas gelden vanaf een belastbaar inkomen van 65.500 euro, terwijl nu inkomens vanaf 57.500 euro al onder het hoogste tarief vallen.
Voor middeninkomens
Middeninkomens gaan minder belasting over hun inkomen betalen. Het tarief daalt van 42 naar 40 procent. Ook is er voor deze groep een arbeidskorting van circa 700 euro per jaar gereserveerd. De hogere inkomensgrens voor de 52-procentsbelasting scheelt middeninkomens ongeveer 100 euro per jaar.
Voor lagere inkomens
Het kabinet verwacht dat de plannen de lagere inkomens een koopkrachtvoordeel van 3,5 procent gaan opleveren.
Voor werkgevers
Werkgevers die laagbetaalde of laaggeschoolde mensen in dienst nemen krijgen een zogenoemd loonkostenvoordeel. Daarvoor is een half miljard euro beschikbaar. Dat moet extra banen opleveren.
Dit is het minder goede nieuws
Bovenstaande plannen zullen naar verwachting vrijwel moeiteloos de Eerste en Tweede Kamer doorkomen. Oppositiepartijen zullen niet tegen dit gunstige pakket durven stemmen. Maar het kabinet wil meer. Op de onderhandelingstafel ligt nog een pakket maatregelen. Daarin zitten de minder populaire plannen waarover het kabinet het nog eens moet worden met de oppositie.
Tegenover de lastenverlichting van 5 miljard staat ook lastenverzwaring. Werkenden houden weliswaar meer loon over, maar zijn ook meer geld kwijt in de winkel. Dat komt omdat VVD en PvdA de lasten willen verschuiven van arbeid naar consumptie.
Dat betekent:
Het btw-tarief gaat omhoog voor producten en diensten die niet bij de eerste levensbehoefte horen. Voor bijvoorbeeld een bezoek aan de kapper of een museum betaalt u, als het aan het kabinet ligt, straks geen 6 maar 21 procent belasting.
Dat geldt ook voor het openbaar vervoer, boeken, kranten en tijdschriften, geneesmiddelen, de verbouwing en renovatie van een woning, het verblijf in een hotel, vakantiehuis of op een camping en entreekaartjes voor concerten, theater en de bioscoop. Alleen voedingsmiddelen vallen nog onder het lage tarief van 6 procent. Dat levert de schatkist 6,7 miljard euro op.