De lage rente op de kapitaalmarkt heeft het afgelopen half jaar positief uitgepakt voor Nederlanders met een hypotheek, maar minder voor spaarders. De hypotheekrente is de eerste helft van het jaar harder gedaald dan de spaarrente.
De spaarrente op eenvoudig opneembaar spaargeld was in mei dit jaar gemiddeld 1,04 procent, meldt De Nederlandsche Bank (DNB). De rente op nieuw afgesloten hypotheken was gemiddeld 2,83 procent.
Huizen
Bij de spaarrente was er sprake van een daling van 0,3 procent, tegenover een daling van de hypotheekrente met 0,6 procent.
Die lage hypotheekrente is voor veel huizenkopers geen probleem. Sommige huiseigenaren kunnen hun hypotheek oversluiten en zo ook genieten van een lage rente. Nederlanders die momenteel een huis kopen zijn sowieso voordelig uit als je bedenkt dat begin 2013 de hypotheekrente gemiddeld 4 procent was.
Maar sparen levert door de lage rentestand amper iets op. Nederlandse huishoudens hadden in mei 300 miljard euro aan eenvoudig opneembaar spaargeld op de bank staan, meldt DNB. Daar komt nog eens 50 miljard euro aan vaststaand spaargeld bij, tegenover een rente van 1,88 procent.
Beleggen
Spaarders zijn het slachtoffer van de Europese Centrale Bank (ECB), die met haar lage rente alle commerciële rentetarieven omlaagdrukt. Wie niet uitkijkt, ziet zijn vermogen verdampen. Want niet alleen de spaarrente is laag. De fiscus roomt het spaargeld vakkundig af. Jaarlijks heft hij 1,2 procent belasting, behoudens een vrijstelling van 21.330 euro, schreef weekblad Elsevier eerder.
Voor wie veel spaargeld heeft en wil dat het iets oplevert, zijn er andere opties, zoals beleggen. Hoewel het meer risico’s met zich meebrengt, levert het vaak ook meer op. De afgelopen honderd jaar haalden beleggers in aandelen een gemiddeld rendement van ongeveer 6 procent per jaar.