Nu het eerste collegejaar zonder basisbeurs begint, moeten studenten extra slim met hun geld omgaan. Elsevier geeft tips.
De zomervakantie zit erop en dat betekent voor bijna 250.000 eerstejaarsstudenten en studenten die aan een masteropleiding beginnen het eerste collegejaar zonder basisbeurs.
De overheid zette in januari een streep door de ‘stufi’, de studiefinanciering, die voor uitwonende studenten 286 euro per maand bedroeg en 103 euro voor thuiswonende studenten.
Hoewel de voorwaarden waartegen studenten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) geld kunnen lenen flink zijn versoepeld – afgestudeerden krijgen maximaal 42 jaar de tijd om hun studieschuld af te lossen – is het verdwijnen van de basisbeurs een extra reden om goed op het geld te letten.
Cadeau
Om te beginnen is het slim om na te gaan of je als student dit jaar recht hebt op een aanvullende beurs. Want voor nieuwe bachelor- en masterstudenten is de basisbeurs dan wel verdwenen, de aanvullende beurs – voor kinderen van ouders die per jaar minder dan 46.000 euro bruto verdienen – is flink uitgebreid in het nieuwe stelsel.
Zij krijgen vanaf dit collegejaar maximaal 378 euro per maand cadeau, ruim 100 euro meer dan voor de zomer. Dat blijft bovendien een gift, mits studenten binnen tien jaar hun einddiploma halen.
DUO kijkt hiervoor naar het inkomen van de ouders van twee jaar terug, in dit geval 2013. De grens van 46.000 euro is niet in beton gegoten: wie ouders heeft die meer verdienen, ontvangt soms toch een aanvullende beurs als hij studerende broers of zussen heeft. Via de rekenhulp op duo.nl is dat na te gaan.
Daarnaast zijn er tientallen particuliere studiebeurzen die studenten ondersteunen die hoge cijfers halen – gemiddeld een 7,5 of hoger. Elk jaar deelt technologiegigant Google de Anita Borg Memorial Scholarship uit, een beurs ter waarde van 7.000 euro voor vrouwen die informatica willen studeren. Een overzicht van particuliere studiebeurzen is te vinden op scholarshipportal.eu.
Zomerbaantje
Laat, zeker nu de basisbeurs is opgeheven, geen geld liggen bij de fiscus. Denk aan de huur- en de zorgtoeslag. Die laatste bedraagt dit jaar maximaal 78 euro per maand. Volgens onderzoek van budgetvoorlichter Nibud blijkt dat er nog steeds studenten zijn die deze toeslag niet aanvragen. Bijna 40 procent doet dat niet omdat hun ouders de zorgverzekering betalen. Voor het recht op toeslag maakt het niet uit wie de verzekering betaalt.
Het eind van de zomervakantie betekent ook dat studenten de balans kunnen opmaken van hun zomerbaantje. Over de inkomsten betalen zij vaak te veel belasting, omdat de fiscus er bij voorbaat van uitgaat dat ze voltijds werken. Ze worden dan te zwaar belast.
Volgens de Belastingdienst laten studenten tussen de 250 en 850 euro liggen. Zonde: het terugvorderen van de te veel betaalde belasting is vlot gedaan door in het voorjaar belastingaangifte te doen.
Voor studenten die naast hun opleiding veel bijverdienen, loont het bovendien om in de belastingaangifte studiekosten op te voeren. Denk aan collegegeld en boeken, maar ook aan de viool van een conservatoriumstudent. Mogelijk krijgen ze daardoor meer belasting terug. Bewaar daarom de bonnetjes van studiegerelateerde uitgaven.
Papierwerk
Wie juist (heel) weinig bijverdient, zoals studenten die naast hun stages of co-schappen weinig tijd hebben, maakt aanspraak op (gedeeltelijke) kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen als riool- en afvalstoffenheffing. Het aanvragen van de kwijtschelding vergt flink wat papierwerk, maar kan honderden euro’s schelen.
Verder kan het handig zijn om een huishoudboekje bij te houden als de komende maanden blijkt dat het studentenleven duurder is dan begroot. Smartphone-apps als One touch expenser (Android) en Spendee (Android, iOS) maken het eenvoudig om (onderweg) uitgaven bij te houden en een eigen begroting op te stellen.
Dankzij bijbehorende grafieken wordt het bovendien vlot inzichtelijk op welke kostenposten wat valt te besparen.
Elsevier nummer 35, 29 augustus 2015