Een groot deel van de werknemers in Nederland heeft geen motivatie om door te werken tot de pensioenleeftijd. Ook hebben velen nog geen maatregelen genomen voor het uitgestelde pensioen.
De kloof tussen de gevreesde en de gewenste pensioenleeftijd groeit behoorlijk, blijkt uit onderzoek van marktonderzoeksbureau GfK in opdracht van financieel dienstverlener Delta Lloyd. De werkende Nederlander wil gemiddeld 3,4 jaar eerder met pensioen dan de vastgestelde pensioenleeftijd.
Bewustwording
De realiteit over de hogere pensioenleeftijd dringt tot weinig werkenden door. Tegelijkertijd neemt de motivatie om langer door te werken af in Nederland. Slechts 27 procent van de Nederlanders heeft vrede met doorwerken tot 67 jaar; 40 procent wil niet zo lang doorwerken. Vooral jongeren willen eerder stoppen met werken.
Veel Nederlanders vinden dat de pensioenleeftijd te snel wordt opgeschroefd. Werknemers moeten tot hun 67ste levensjaar doorwerken, terwijl 61 jaar ooit de standaard was om te stoppen. Ruim 24 procent heeft nog niet nagedacht over de financiële situatie tijdens het pensioen.
Oudere werknemers zijn bang dat ze de werkzaamheden niet meer kunnen uitvoeren omdat de inhoud van veel banen verandert door digitalisering. De arbeidstoekomst is voor veel werkenden onzeker, mede omdat zij vinden dat de politiek de pensioenleeftijd te snel opschroeft.
Onzekerheid
Hoogleraar Economie Andries de Grip bevestigt dat donderdag in De Telegraaf. ‘Het verhogen van de pensioenleeftijd had geleidelijker gemoeten om mensen aan het idee te laten wennen.’
Werknemers die de vijftig zijn gepasseerd en niet meer bekwaam zijn om de werkzaamheden uit te voeren, hoeven op weinig hulp te rekenen op het gebied van bijscholing. Ouderen vinden moeilijk een nieuwe baan en op een goede financiële regeling richting het pensioen hoeven ze al helemaal niet meer te rekenen, die zijn vrijwel allemaal afgeschaft.