Het aandeel van Nederland en de Europese Unie in de totale wereldeconomie is in de afgelopen 35 jaar bijna gehalveerd. Dat is vooral te wijten aan de sterke groei van China en andere opkomende landen.
In 1980 was Nederland nog goed voor 1,3 procent van de wereldeconomie, vorig jaar was dat teruggelopen tot 0,7 procent, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zaterdag.
Groeitempo
Cijfers van het CBS laten zien dat de economieën van alle westerse landen de afgelopen decennia in omvang zijn gegroeid, maar dat hun relatieve (procentuele) belang toch afnam.
Het groeitempo van vooral een aantal Aziatische landen lag vele malen hoger. Het aandeel van China bijvoorbeeld steeg in 35 jaar van 2,4 naar 16,6 procent. De economie van China is nu ruim 22 keer zo groot als die van Nederland.
In 1980 was de Chinese economie nog niet eens dubbel zo groot als die van ons. Qua bruto binnenlands product (bbp) blijft Nederland China voorlopig voor. Het welvaartsniveau ligt er nog altijd lager: het Chinese bbp per inwoner is maar een kwart van dat in Nederland.
Bovenaan
Het aandeel van de landen die vandaag de dag tot de EU behoren is in de onderzochte periode teruggelopen van 30 tot 17 procent. De Verenigde Staten zagen hun economisch belang tussen 1980 en 2014 ook dalen, maar de afname van ruim 22 tot zo’n 16 procent was veel minder stevig dan in Europa.
Het Nederlandse bbp per inwoner was vorig jaar ongeveer 39.000 euro. De EU ligt hier gemiddeld 23 procent onder. Met Ierland staat Nederland Europees gezien bovenaan in dit lijstje: alleen Luxemburg doet het beter.