De vermogensdaling van de Nederlandse huishoudens is ten einde gekomen. Het vermogen van de huishoudens nam sinds de economische crisis in 2008 af, maar het doorsnee vermogen werd in 2014 gestabiliseerd.
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat het vermogen van de Nederlandse huishoudens vorig jaar gelijk is gebleven. Het doorsnee vermogen – bezittingen als het huis, spaargeld en banktegoeden min de schulden – nam van 47.000 euro in 2008 af tot 19.000 euro in 2014.
Het eigen huis is met 55 procent van de totale bezittingen het belangrijkste deel van het vermogen voor huishoudens. Daarna vormen de bank- en spaartegoeden met 16 procent een belangrijk vermogensbestanddeel.
De daling van het doorsnee eigen vermogen van de Nederlandse huishoudens na de crisis had vooral te maken met de dalende prijzen op de huizenmarkt. Ook de toegenomen werkeloosheid zorgde voor de vermogensdaling.
Regionale verschillen
De gemeente Laren was in 2014 de meest welgestelde gemeente van Nederland met een doorsnee vermogen van 250.000 euro. Daarna zijn er vooral kleinere gemeenten in Noord-Brabant zeer vermogend.
De doorsnee vermogens van de huishoudens waren het laagst in Lelystad, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. In die steden wonen relatief veel groepen met een laag vermogen, zoals jongeren, uitkeringsontvangers en allochtonen, meldt het CBS.
Huizenmarkt
Niet alleen de vermogensdaling in Nederland is ten einde, ook de huizenmarkt trekt langzaam weer aan. Er zijn wel grote regionale verschillen in het herstel van de huizenmarkt.
De prijzen tussen de Randstad en de provincie variëren behoorlijk. Ook zijn er regionale verschillen te zien in het tempo en de manier waarop het herstel van de huizenmarkt zich voltrekt in Nederland.