Telt waarde lijfrentepolissen mee voor erfbelasting?

Scheiding

Mijn aanstaande ex eist de helft van de kostbare muntenverzameling die mijn vader mij gaf. Wij zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Mijn vader heeft bij de schenking, 15 jaar geleden, notarieel laten vastleggen dat de munten buiten de gemeenschap vallen. Kan zij de munten toch opeisen? B.J., Maastricht

Conny Weber – Financieel- en estate planner bij Tychè Groep en docent bij Dukers & Baelemans

U geeft aan dat u bent gehuwd in gemeenschap van goederen. In dat geval zijn alle bezittingen en schulden onderdeel van het gemeenschappelijk vermogen. Beide echtgenoten hebben recht op 50 procent van de waarde van de goederengemeenschap en hebben beiden evenveel recht op zaken die behoren tot deze gemeenschap.

Hierop zijn, onder de huidige wetgeving, een paar uitzonderingen. In het Burgerlijk Wetboek in Boek 1, artikel 94, is terug te vinden welke goederen buiten de gemeenschap van goederen vallen. Zaken die onder een zogenoemde uitsluitingsclausule zijn verkregen, vormen privévermogen en vallen niet in de gemeenschap van goederen.

Uw vader heeft de muntenverzameling geschonken en destijds notarieel laten vastleggen dat deze verzameling buiten de gemeenschap van goederen blijft. Bij de verdeling van het vermogen bij een echtscheiding blijft dit vermogen bij de echtgenoot die de schenking ontving. Ook hoeft de waarde hiervan niet te worden verrekend.

Nu is er een wetsvoorstel in behandeling waarbij de huidige gemeenschap van goederen wordt aangepast. Voorgesteld is dat schenkingen en erfenissen die worden ontvangen nooit meer gemeenschappelijk eigendom vormen.

Erfbelasting

Vorig jaar overleed mijn broer. Hij had nog lijfrentepolissen lopen. De notaris die de aangifte erfbelasting deed, zei dat de waarde niet meetelt voor de erfbelasting. De fiscus telde de waarde wel mee. Mag dat? G.W., Amsterdam

Jeroen Wolfsen ffp – Financieel planner en ­directeur van vergelijkingssite MoneyWise.nl

De notaris en de Belastingdienst hebben allebei een beetje gelijk. Een lijfrente is inderdaad vrijgesteld van erfbelasting. Maar hij ‘imputeert’ wel op de vrijstelling voor de erfbelasting, ofwel het bedrag waarover je geen erfbelasting betaalt. Dat betekent dat de waarde van de lijfrente ten koste gaat van de vrijstelling. Dat is de reden waarom de Belastingdienst de waarde wel meetelt.

Hoe hoog de vrijstelling is, hangt af van iemands relatie met de overledene. In dit geval gaat het om de erfenis van een broer en is de vrijstelling heel laag, slechts 2.122 euro dit jaar.

Ik ga ervan uit dat de waarde van de lijfrente hoger is dan dit bedrag. Door het erven van de lijfrente zal deze vrijstelling dus helemaal opgebruikt zijn. Het overige vermogen is daardoor volledig belast met erfbelasting.

Over de lijfrente betalen de erfgenamen geen erfbelasting. Maar over alle andere vermogensonderdelen dus wel.

 

 

 

Terugleenconstructie

Bij een schenking op papier is een notariële akte vereist. Geldt dat ook als je het bedrag daadwerkelijk schenkt en het kind daarnaast de ouders een bij overlijden opeisbare lening verstrekt à 6 procent rente? M.V., Den Bosch

mr. Angela Luijsterburg – Notaris bij Linders Notarissen Breda

Ook het echt schenken via een overboeking, waarbij kort daarna per bank een terugbetaling volgt van eenzelfde bedrag onder de noemer van een geldlening, loopt het risico als een ‘schenking ter zake des doods’ te worden beschouwd.

Dat is een schenking die de strekking heeft pas na overlijden van de schenker te worden uitgevoerd. Voor dergelijke schenkingen geldt het vereiste van een notariële akte om geldig te zijn.

Als in de leningsovereenkomst wordt bepaald dat de geldlening pas opeisbaar is bij overlijden van de schuldenaar/schenker, blijkt daaruit immers de bedoeling dat de ontvanger uiteindelijk pas na het overlijden van de schenker daadwerkelijk de beschikking krijgt over het geschonken bedrag.

Als je ervoor wilt zorgen dat de fiscus de schenking na overlijden van de schenker accepteert, verdient de notariële papieren schenking daarom de voorkeur boven deze zogenoemde terugleenconstructie.