Er moest heel wat gebeuren voordat gemeenten wakker werden en bijstandsfraude stevig gingen aanpakken. Hopelijk pakken ze door, want fraude komt uiteindelijk altijd voor rekening van de belastingbetaler.
Sociale diensten in het hele land maken meer werk met de controle van aanvragen voor uitkeringen en met het opsporen van fraude, berichtte de Volkskrant maandag.
Alleen al in Amsterdam werden in 2010 367 strafrechtelijke fraudeonderzoeken gestart. Het aantal niet toegekende uitkeringen steeg van 1.761 in 2012 tot 2.983 vorig jaar.
Wakker
Er moest heel wat gebeuren voordat gemeenten wakker werden. Al in 2004 bleek uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat er landelijk jaarlijks voor ruim 100 miljoen euro met bijstandsuitkeringen werd gefraudeerd.
Gemeenten interesseerden zich tot die tijd niet echt voor die fraude. De kosten van de bijstand werden vergoed door het Rijk.
Vanaf 2004 werden gemeenten geleidelijk financieel verantwoordelijk voor de bijstandsuitkeringen. Ze kregen nog een vast budget van het Rijk. Dat leidde tot strengere controles – zij het geleidelijk, want de inspanningen van gemeenten bleven lange tijd halfslachtig. Tot 2008 groeide de economie. Budgetten van het Rijk waren gul, en gemeenten hadden buffers om tegenvallers op te vangen.
Pijn lijden
Met de crisis werd dat anders. In 2010 werden gemeenten geconfronteerd met een tekort van 350 miljoen euro op het budget voor de Wet werk en bijstand. In 2011 was het tekort 690 miljoen.
Gemeenten stapten nog naar de Centrale Raad van Beroep om die tekorten op het Rijk te verhalen, maar dat was tevergeefs. Begin deze maand oordeelde de rechter dat gemeenten meer kunnen doen om de bijstandsuitkeringen terug te dringen – en dat ze zelf maar voor de kosten moeten opdraaien.
Gemeenten moesten pijn lijden voordat ze bijstandsfraude wilden aanpakken. Hopelijk pakken ze nu door. Elke cent die wordt gefraudeerd, komt voor rekening van andere – netjes belasting betalende – inwoners.