Waarom de splitsing van Philips onvermijdelijk was

De splitsing van Philips is het logische gevolg van decennialang falend management. Makkelijk zal het niet worden, maar zo doorgaan was geen optie.

Dat zagen slechts weinigen aankomen. Philips-CEO Frans van Houten maakte dinsdagochtend bekend dat hij het grootste technologiebedrijf van Nederland gaat opsplitsen. Hij creëert twee ondernemingen: één voor verlichting, één voor gezondheidstechnologie. Het is de culminatie van zo’n twintig jaar mislukte pogingen om het bedrijf weer aan het groeien te krijgen. Maar de splitsing op zich is een logische stap.

Het is eigenlijk al sinds de nadagen van oud-topman Jan Timmer in de jaren negentig ellende bij Philips. Telkens zetten topmanagers er grootschalige herstructureringen in, die vooral heel veel banen kostten, en amper groei opleverden.

Even wat statistiekjes ter illustratie: in 1985 werkten er 346.000 mensen bij het bedrijf; vorig jaar waren dat er 116.681. De omzet zakte in die periode van omgerekend 27 miljard euro tot 23 miljard. Philips slaagt er al jaren niet in om weer voorop te lopen zoals vroeger. Het is nog altijd een zeer belangrijk bedrijf voor Nederland, een cruciale motor van innovatie. Maar het erfgoed is sterk in verval.

Olietanker

Even leek het erop dat Frans van Houten de olietanker wist bij te sturen. Hij zette vanaf 2011 een veranderprogramma in om de bedrijfscultuur en de prestaties te verbeteren. Aanvankelijk met enig succes, de eerste contouren van een transformatie tekenden zich af.

Maar ook Van Houten moet de laatste maanden weer allerlei tegenvallers melden. Ook deze operatie dreigde  daardoor weer te verzanden in het blussen van brandjes en het wegpoetsen van tegenvallers. Dat hoopt Van Houten met deze ingreep voor te zijn.

De opsplitsing hoeft niet slecht te zijn. Een nieuwe start kan de benodigde cultuurverandering extra vaart geven. De lichtdivisie Lighting kan zich nu volop richten op de veranderende lichtmarkt die nu meer draait om complexe dienstverlening aan bedrijven en gemeenten dan om het verkopen van losse lampjes.

Het nieuwe gezondheidstechnologiebedrijf, dat zal bestaan uit de combinatie van de consumentendivisie Consumer Lifestyle en de gezondheidsdivisie Healthcare, kan zich concentreren op de veelbelovende markt voor zorg op afstand.

Wearables

Dankzij de ontwikkelingen op het gebied van smartphones en medische sensoren zal die markt de komende jaren zeer snel groeien, is de verwachting. Juist omdat Philips zowel in de consumentenelektronica als in de ziekenhuizen een stevige positie heeft, is de combinatie best logisch.

Het ligt bijvoorbeeld voor de hand dat Philips zich nu nadrukkelijker gaat richten op de ontwikkeling van draagbare medische sensoren in wearables zoals horloges en armbandjes. Ook in de verwerking en analyse van gezondheidsdata is de komende tijd veel winst te behalen.

Nu er harde keuzes worden gemaakt kan Philips in deze niches misschien eindelijk weer een echte vernieuwer zijn.  Het eerder van Philips afgesplitste ASML is een hoopgevend voorbeeld: die chipmachinemaker  is op de beurs nu meer waard dan Philips zelf.

Zeilbootje

Makkelijk zal het niet worden, aangezien concurrenten als Google, Apple en Samsung zich ook op de gezondheidsmarkt storten. Bovendien zijn bedrijfsonderdelen los kwetsbaarder voor een overname dan samen. Maar zo doorgaan als de laatste 20 jaar was nog veel riskanter geweest.

‘Je moet met je zeilbootje de wind in,’ zei Van Houten over ondernemerschap in een interview met Elsevier eind vorig jaar. Dat doet hij nu in elk geval.