De belastingverhogingen van de afgelopen jaren worden in het nieuwe kabinetsplan maar voor een kwart ingetrokken. Van de beloofde vereenvoudigingen komt nauwelijks iets terecht.
Het kabinet-Rutte wil volgend jaar de belasting met 5 miljard euro verlagen, waardoor een dreigend koopkrachtverlies omslaat in een verbeterde koopkracht. Dat is sympathiek, maar niet genoeg.
De afgelopen jaren verhoogden de kabinetten-Rutte de belastingen immers met 20 miljard euro om de lekkende schatkist te dichten. Een belastingverlaging van 5 miljard op een belastingverhoging van 20 miljard per jaar is nog steeds een aanzienlijke belastingverhoging.
Wantrouwen
Verdere plannen voor belastingverlaging heeft het kabinet helemaal niet. Er is wel een optie om de lage btw van 6 procent – met voedsel als uitzondering – op te trekken tot het hoge tarief van 21 procent.
Het kabinet wil de opbrengst daarvan – ook zo’n 5 miljard – naar eigen zeggen ook weer gebruiken om de loon- en inkomstenbelasting te verlagen. Per saldo is dat dus geen belastingverlichting, maar een belastingverschuiving.
Bij die voorgenomen btw-verhoging is ook ander wantrouwen op zijn plaats. Als de verhogingen van 6 naar 21 procent binnen zijn moet in de toekomst nog maar blijken of de lagere lasten op arbeid er wel komen en of ze wel blijven. De ervaring leert dat de overheid een belastingverlaging met wat draaien aan tarieven en schijven zo maar weer terugdraait.
Schadelijk
Er wordt dan wel beweerd dat de lasten op arbeid te hoog zijn en dat het daarom goed is de btw te verhogen om de lasten op arbeid te kunnen verlagen. En inderdaad zijn de lasten op arbeid torenhoog, en schadelijk.
Maar dat wil niet zeggen dat de btw te laag is. Die is ruwweg in lijn met die van de buurlanden en het hoge btw-tarief is bovendien drie jaar geleden nog verhoogd, van 19 naar 21 procent.
Als het kabinet de btw werkelijk zou willen vereenvoudigingen, zouden alle uitzonderingen moeten verdwijnen en kan het nieuwe tarief naar beneden. Dat zou wellicht nog te verdedigen zijn, maar met zo’n voorstel komt het kabinet dus niet.
Inkomenstoeslagen
Dan heeft het kabinet nog de optie om 5 miljard euro minder aan de gemeenten te geven om zo de Rijksbelastingen te kunnen verlagen. Maar ook dat schiet niet op, want in ruil mogen de gemeenten meer belasting heffen, waardoor het resultaat voor de belastingbetalende burgers van Nederland per saldo zelfs negatief kan uitpakken.
De belastingplannen van het kabinet zijn dus teleurstellend. Aan de volledig uit de hand gelopen inkomenstoeslagen die zeven miljoen Nederlanders krijgen wordt niets gedaan, integendeel. De kinderopvangtoeslag wordt zelfs uitgebreid.
Promotie
Een geloofwaardige vereenvoudiging van het stelsel is het niet. Er wordt nauwelijks iets gedaan om het lonend te maken om vanuit een uitkering een bescheiden betaalde baan te krijgen.
Het hoge inkomstenbelastingtarief van 52 procent wordt niet verlaagd, hoewel het aantoonbaar voor zowel overheid als burgers beter zou zijn als dat (aanmerkelijk) onder de 50 procent zou zakken. Er wordt verder genivelleerd, terwijl Nederland al een van de gelijkste landen ter wereld is en promotie maken of meer gaan werken vaak nauwelijks loont.
Maar het allerbelangrijkste is toch: 5 miljard euro aan lastenverlichting is nog steeds een belastingverhoging als je de belastingen eerder met 20 miljard verhoogde. Alle andere kabinetsplannen gaan over verschuivingen van belastingen. Van vereenvoudiging is hoegenaamd geen sprake.