Een baan moet tegenwoordig vooral uitdagend zijn, maar als iedereen zijn hart volgt, daalt de welvaart. Ambitie is enkel een deugd als zij gepaard gaat met een flinke scheut realiteitszin.
Je vraagt je zo langzamerhand af hoe onze voorouders het al die tijd hebben volgehouden. Hun werkweek was lang en de arbeid doorgaans zwaar. Helemaal fout. Werken moet vooral uitdagend zijn, wordt ons nu geleerd, en heb je er geen zin meer in? Dan stop je toch gewoon.
Dit is het nieuwe evangelie van links. Ooit ging het om meer rechten en betere omstandigheden voor de arbeider. Nu betekent emancipatie dat die arbeider zo snel mogelijk van de arbeid wordt verlost. Zelfontplooiing is de heilige graal en die staat op gespannen voet met de plicht om je brood te verdienen.
‘Te hard werken gaat ten koste van je gezondheid en geluk,’ vond publicist Rutger Bregman eind vorig jaar in Intermediair. Hij doelt niet op de Goldman Sachs-medewerker die een werkweek van 80 uur draait en op zichzelf moet passen. Nee, het ‘dogma’ (Bregmans term) dat je werkt voor je geld, moet overboord. Mensen hebben een fundamentele behoefte aan zingeving. ‘Maar dan moet je daar wel tijd voor hebben.’
Ineens begrijp je de populariteit van het basisinkomen. Gratis geld voor iedereen lijkt het ei van Columbus. Het suggereert dat er een manier is om je te onttrekken aan de ijzeren natuurwet dat alleen de zon voor niets opkomt.
Logisch dat ook Jesse Klaver ervoor pleit te experimenteren met het basisinkomen. Hij is fractievoorzitter van GroenLinks, een partij die al jaren ijvert voor ‘de ontspannen samenleving’. Geen interview of speech gaat voorbij, of Klaver wijst op onze ongezonde fixatie op euro’s. We zouden lijden aan – hier komt het vermoedelijke ‘woord van het jaar 2015’: economisme.
Raadsel
De ontplooiingsdominees hebben amper door dat hun ideaal al zo goed als gerealiseerd is. Waar ze het idee vandaan halen dat alles in het teken staat van geld, is me een raadsel. En dan doel ik er niet eens op dat een fors deel van de opiniepagina’s is gevuld met onderwerpen die allesbehalve economisch zijn. Ga er maar vanuit dat straks de discussie over de juiste kleur van Piet weer losbarst. Dus hoezo economisme?
Ook de statistieken logenstraffen het schrikbeeld dat er nauwelijks ruimte is voor de dingen die er écht toe zouden doen. Vind maar eens een land waar minder wordt gewerkt dan hier. Gemiddeld werken we ruim 1.400 uur op jaarbasis, blijkt uit onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dat komt neer op zo’n drieënhalve dag per week. Ter vergelijking: Griekenland komt uit op ruim 2.000 uur.
Aan deze cijfers dankt Nederland de status van ‘the first parttime economy in the world‘. Onze welvaart danken we aan onze arbeidsproductiviteit, die ver boven het OESO-gemiddelde ligt, terwijl die van de Grieken er ver onder ligt. Zo blijft er tijd over voor vrijwilligerswerk, cursussen of ontspanning. Club Med ligt aan de Noordzee.
Gouden tijden
Helaas voor links. Het feest waarvan links meent dat het nog moet beginnen, blijkt alweer voorbij. ‘Geniet er nog maar even van,’ zei de Tilburgse hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen onlangs in het AD.
‘De voorkeur voor parttime werken wordt met de nieuwe generaties steeds sterker, maar het moet wel kunnen worden opgebracht. De luxe om dit te kunnen doen, blijft niet. De gouden tijden zijn voorbij en er zullen meer uren moeten worden gemaakt om ons welvaartsniveau te behouden.’
Reken er echter niet op dat de benodigde mentaliteitsverandering aanstaande is. De pleidooien voor de Happinez-samenleving helpen niet mee om mensen meer aan het werk te krijgen. Weliswaar wordt ons verzekerd dat er ook zonder dienstverband allerlei prachtigs ontstaat en waarschijnlijk verandert er voor Bregman weinig als hij voortaan een basisinkomen van de staat krijgt.
Ook dan, verzekert hij ons, zal hij stukken blijven tikken en lezingen geven. Maar of de gemiddelde Nederlander ook zo redeneert?
Crowdfunding
Het is de vraag wat er nog tot stand komt als leuk, uitdagend en verrijkend de doorslaggevende criteria zijn. Elke baan voelt bij tijd en wijle als corvee en waarom zou je niet stoppen als je kúnt stoppen? De samenleving als geheel zal het merken als iedereen enkel nog zijn hart volgt.
Waarschijnlijker is het scenario van Frans Kerver. Kerver geniet sinds kort een basisinkomen, bijeengebracht door crowdfunding. Als tekstschrijver is hij naar eigen zeggen in staat om 50.000 euro per jaar bij elkaar te tikken.
Maar dat hoeft niet meer nu de druk weg is om geld te verdienen. Komend jaar gebruikt hij om te labbekakken. Excuus. Eindelijk kan hij zich wijden aan moestuincursussen en kan hij ‘knuffelsessies met konijnen’ organiseren.
Mensen die hun hobby’s promoveren tot voornaamste dagbesteding, kosten de samenleving vooral geld in plaats van dat ze dat opbrengen. Moeilijk voorstelbaar hoe we op deze manier het huidige welvaartspeil kunnen handhaven. Welvaart is toch echt het resultaat van economische groei.
Meest ironisch is nog wel dat het gehamer op zelfontplooiing weleens het omgekeerde zou kunnen bewerkstelligen van wat het beoogt. Soraya Hadjar doet haar uiterste best om dit te illustreren.
Op youngandunited.nl, de website van een FNV-achtige vakbeweging voor jongeren, vertelt ze over haar werkervaring en zo komt ook ter sprake hoe ze op haar achttiende ontslagen werd. Haar reactie: ‘Ben ik geen mens? Geen levend wezen, met unieke talenten en competenties?’
Symptoon
Bij tegenvallers kun je twee dingen doen. Nederigheid betrachten en kijken of er misschien bijscholing nodig is. Of klagen dat niemand oog heeft voor je ‘unieke talenten en competenties’. Dat laatste is het makkelijkst. Dat wil zeggen: op de korte termijn. Uiteindelijk is de klap des te harder als dit roze wereldbeeld in botsing komt met de harde muur die realiteit heet.
Ambitie is enkel een deugd als zij gepaard gaat met een flinke scheut realiteitszin. Anders gaat zij over in wishful thinking, en blijf dan maar eens gemotiveerd als een baas je opdraagt om een klus te doen. Voor alle duidelijkheid: niet omdat die je persoonlijke groei bevordert, maar domweg omdat die moet worden geklaard.
Soraya Hadjar is geen incidentje, maar blijkt een symptoom van een dieperliggende ontwikkeling. Zeker jongeren leggen de lat vaak te hoog, zei hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen van de Radboud Universiteit in Nijmegen recent in Trouw. ‘Als ze in hun eerste functioneringsgesprek horen wat er niet goed gaat, zijn ze gelijk van slag en gaan ze naar een psycholoog.’
Natuurlijk valt leuk werk te verkiezen boven saai werk. Maar de spoeling wordt wel erg dun als dat hét criterium wordt waarop iemand zijn baan beoordeelt. Met zo’n onrealistisch verwachtingspatroon is het wachten op de kater. Psychologen vormen de enige beroepsgroep die hiervan profiteert.
Elsevier nummer 31, 1 augustus 2015