Wie Nederlandse verkiezingen wil winnen, moet zich vooral niet profileren als de gulle vriend van Griekenland. Het Kamerdebat over de nieuwe 86 miljard voor de Grieken kreeg niet voor niets de harde trekken van een verkiezingsdebat
Anders dan de Duitse Bondsdag kon de Tweede Kamer het derde steunpakket – 86 miljard deze keer – voor Griekenland helemaal niet wegstemmen. Dat geld komt namelijk uit het Europese steunfonds ESM, waar de Kamer eerder al mee instemde.
In dat fonds zit 700 miljard euro, waarvan 40 miljard euro van Nederland en daarvan heeft Nederland al 4,6 miljard overgemaakt.
Dat ESM wordt formeel beheerd door de ministers van Financiën van de eurozone – voorzitter: PvdA-minister Jeroen Dijsselbloem – die in de praktijk niets zullen doen wat de echte politieke bazen – de regeringsleiders, onder wie VVD-premier Mark Rutte – niet willen.
Vetorecht
Maar officieel besluiten de ministers van Financiën als ‘gouverneurs’ van het ESM wat er voor welk doel uit de pot wordt gehaald. Formeel heeft iedereen daar vetorecht, maar besluiten nemen kan in de praktijk ook met 85 procent van de stemmen.
Nederland kan dan, al zou het dat willen, in zijn eentje niet voorkomen dat er geld uit de ESM-pot wordt gehaald, zoals nu voor Griekenland. De portemonnee is al uit handen gegeven.
Het was dan ook in menig opzicht een achterhoedegevecht dat zich woensdag in de Tweede Kamer afspeelde. Maar ook al had de Tweede Kamer er feitelijk niets meer over te zeggen, er was wel alle reden om de Nederlandse bewindslieden (Rutte, Dijsselbloem) die verantwoordelijk zijn voor het Nederlandse aandeel in het besluit over de 86 miljard ter verantwoording te roepen. En daarvoor de Tweede Kamer uit haar zomerslaap te halen.
Gedoe
Uiteindelijk bleek die 86 miljard euro slechts door de regeringspartijen VVD en PvdA plus oppositiepartij D66 te worden gesteund. Waarbij de VVD aantekende eigenlijk tegen te zijn, maar dat het toch geen zin had om tegen te stemmen en dat dit bovendien tot ‘binnenlands gedoe’ (een kabinetscrisis) zou kunnen leiden.
Eerder had VVD-woordvoerder Mark Harbers al gezegd dat Nederland bij een afwijzing van de 86 miljard ‘de paria’ van Europa zou worden, terwijl toch vooral Griekenland de paria van Europa moest blijven.
Er kwamen wel meer rare argumenten langs over het nieuwe hulppakket voor Griekenland. D66-leider Alexander Pechtold zei op de televisie dat die steun ook nodig was omdat de rest van de wereld anders zou denken dat de eurozone uiteen zou vallen.
En dat de hulp voor de Grieken ook nodig was omdat de Russische president Vladimir Poetin dreigend aan de rand van Europa staat en omdat er asielzoekers op het Griekse eiland Kos aankomen. PvdA’er Henk Nijboer kwam niet verder dan ‘de handen ineenslaan’ voor Europa.
Katholieke vleugel
Het CDA was tegen de 86 miljard euro. Dat stond niet bij voorbaat vast, want het CDA, vooral de katholieke vleugel, ijvert traditioneel voor méér Europa. Het bijeenhouden van de eurozone wordt daar ook toe gerekend.
CDA-leider Sybrand van Haersma Buma verwees echter naar eerdere tegenstemmen van het CDA: bij de toetreding van Griekenland tot de euro en de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie.
Met het Griekenland van Syriza valt geen afspraak te maken, zo redeneerde hij. ‘Juist door nu een duidelijke grens aan te geven, zal de euro op termijn sterker worden’.
Er werd meteen beweerd dat het CDA zich nu ook internationaal zou hebben ‘geïsoleerd’. Dat valt in zoverre te nuanceren dat de Duitse christen-democratische bondskanselier Angela Merkel moest aanzien dat ook meer dan eenvijfde van haar partijgenoten tegenstemde.
En haar partijgenoot en minister van Financiën Wolfgang Schäuble pleitte al voor de zomer voor een tijdelijk vertrek van Griekenland uit de euro.
Zwakke gronden
De meeste politieke partijen in de Tweede Kamer voelen wel aan dat een ruime meerderheid van de bevolking een afkeer heeft van het op moreel zwakke gronden doorgaan met miljardensteun aan een land als Griekenland – dat nooit tot de euro toegelaten had moeten worden en er in ieders belang beter uit kan.
Bij de Kamerverkiezingen van 22 november 2006 verloren alle partijen die in 2005 hadden geijverd voor de Europese Grondwet, die door de Nederlandse kiezers met grote meerderheid was verworpen.
Er is weliswaar een grote meerderheid van de Nederlandse burgers voor een nuttige vorm van samenwerking in Europa, maar niet voor het massaal overhevelen van Nederlandse bevoegdheden naar Europese kantoren en Nederlands geld naar onwillige en corrupte landen.
Tegen die achtergrond kan het Kamerdebat van woensdag ook worden beschouwd als een aftrap voor de verkiezingscampagne voor de volgende Kamerverkiezingen, uiterlijk in maart 2017.