De groep van ruim 230.000 jongeren met een jong-gehandicapten-uitkering (Wajong) moet flink worden uitgedund. Wie kan werken gaat naar de gewone bijstand en moet door de gemeente aan een baan worden geholpen.
Dat kondigt staatssecretaris van Sociale Zaken Jetta Klijnsma (PvdA) in een brief aan de Tweede Kamer, zo meldt De Volkskrant.
Om te bepalen wie van de jonge gehandicapten kan werken, moet de hele groep opnieuw worden gekeurd, vindt de staatssecretaris.
Inkomensdaling
Naar schatting zijn 40.000 Wajongers echt duurzaam gehandicapt en kunnen zij hun uitkering behouden. De rest zal moeten gaan werken of krijgt een bijstandsuitkering. Veel Wajongers zullen er in geval van bijstand qua inkomen op achteruit gaan.
Klijnsma wil de sociale werkplaats, de bijstand en de Wajong samenvoegen op één gemeentelijk niveau. Uiteindelijk moet er een groep worden gecreëerd die door de gemeente aan werk moet worden geholpen.
Verkeerde motieven
De groep Wajongers is volgens het kabinet veel te groot omdat gemeenten jonge werklozen om de verkeerde redenen de stempel ‘Wajong’ gaven. Omdat dat deze uitkering uit de Rijksbegroting wordt gehaald, scheelt het gemeenten eenvoudigweg veel geld. Ook de werkloze jongere is blij, omdat de Wajong-uitkering rianter is dan de bijstand.
De sociale werkplaatsen gaan op den duur verdwijnen. Bedrijven moeten arbeidsplekken gaan inrichten voor arbeidsgehandicapten. Doen ze dit niet, dan zullen ze door het kabinet worden gedwongen op straffe van een boete.