Kabinet: ABN AMRO moet op termijn naar de beurs

Het kabinet vindt een beursgang van ABN AMRO uiteindelijk ‘de beste optie’ voor de staatsbank. De waarde van de bank kan volgens berekeningen bij een beursgang groeien naar 15 miljard euro.

Jeroen Dijsselbloem, minister van Financiën (PvdA), houdt vrijdagmiddag een persconferentie over de toekomst van de genationaliseerde bank.

Voorwaarden

Minister-president Mark Rutte (VVD) legt uit dat het nog ten minste een jaar zal duren voor ABN AMRO klaar is voor een beursgang. Ook moet de financiële sector eerst stabieler worden en moet er interesse zijn in aandelen van de bank.

Over een jaar bekijkt de regering of aan al deze voorwaarden is voldaan. Dan pas besluit zij, aldus Rutte, over een eventuele verkoop. Hij geeft echter toe dat de kans ‘dat we ABN met winst verkopen klein is’.

Crisis

Eerder deze week zei Dijsselbloem al dat het kabinet volgens hem zo snel mogelijk een beslissing over de toekomst van de staatsbank moest nemen.

ABN AMRO is sinds 2008 in handen van de Nederlandse staat. De crisis speelt de bank nog altijd parten: door wanbetalers, hogere pensioenkosten en hogere leenrisico’s maakte ABN AMRO in de eerste helft van dit jaar 3 procent minder winst dan in dezelfde periode vorig jaar.

De staat heeft tot nu toe ruim 21 miljard euro in de bank gestoken.

Nieuwe termijn Zalm

Gerrit Zalm bevestigde donderdagochtend bij het presenteren van de halfjaarcijfers dat hij, nadat zijn termijn als topman van de bank in 2014 afloopt, graag nog vier jaar leiding aan ABN AMRO zou geven.

Niet iedereen is overtuigd van de bankcapaciteiten van de oud-minister. Verschillende bankmedewerkers zouden Zalm verwijten dat hij geen echt ‘bankiersbloed’ heeft en dus geen geprivatiseerde bank zou moeten leiden.

Zalm wuift dat commentaar weg: hij krijgt naar eigen zeggen steun van Dijsselbloem en de raad van commissarissen.